dinsdag, oktober 19, 2004

Frank Vandenbroucke, pleitbezorger van l'Etat belgo-flamand?

Gisteren publiceerde Frank Vandenbroucke (SP.A) een open brief, met als belangrijkste conclusie dat de CD&V zou moeten toetreden tot de federale regering, omdat asymmetrische regeringen in het federale België niet kunnen samenwerken. Hij vergeet echter te vertellen welke andere effecten een consequente doorvoering van het principe van de symmetrische regeringen heeft.

De gebeurtenissen van de laatste weken hebben Frank Vandenbroucke ervan overtuigd dat een klassieke federale tripartite absoluut noodzakelijk is, omdat anders het noodzakelijke vertrouwen tussen de verschillende regeringen zou ontbreken. Een consequente doorvoering van dit principe van symmetrische regeringen heeft echter nog wel wat gevolgen, die erop neerkomen dat Vlaanderen de samenstelling van alle andere regeringen in België dicteert. De gevreesde Etat belgo-flamand met andere woorden.

Eén van de eerste gevolgen is dat de MR terugkeert in de Franse Gemeenschapsregering en de Waalse Gewestregering. Men kan zich immers niet voorstellen dat er geen vertrouwen nodig zou zijn tussen het federale en het Franstalige/Waalse niveau. Een ander gevolg is dat Ecolo uit de Brusselse regering verdwijnt, en dat de MR ook daar terug aan de macht deelneemt. In de Duitstalige regering ten slotte verdwijnt de PDB uit de regering ten voordele van de CSP. Hierdoor krijgt men op alle niveaus rooms-paarse regeringen zonder enige uitzondering. Merkwaardig genoeg spreekt Frank Vandenbroucke in zijn open brief enkel van de CD&V-intrede in de federale regering - misschien liet hij gewoon de rest van de gevolgen als een oefening voor de lezer?

Eerlijk gezegd geloof ik niet dat dit een vergetelheid was. Het échte probleem is niet dat van de asymmetrische regeringen, maar dat van de Vlaamse asymmetrische regering. De SP.A en de VLD hebben problemen om de CD&V onder controle te krijgen, zowel op communautair als socio-ekonomisch vlak.

Op het communautaire vlak is het probleem namelijk dat de CD&V niet zomaar goedschiks neer wil leggen bij Vlaamse toegevingen om Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen. De CD&V is niet gebonden door federale ministerposten die in het gedrang komen bij een eventuele federale regeringscrisis, en kan zich dus principiëler opstellen dan anders het geval zou zijn. Meer zelfs, het kan al te grote Vlaamse toegevingen aan de klok hangen, en zo SP.A en VLD in verlegenheid brengen.

Het tweede probleem, dat op socio-ekonomisch vlak, is eigenlijk ook een communautair probleem (maar welk probleem is niet communautair in België?). Wanneer de federale regering aan de gewestelijke en gemeenschapsregeringen extra inspanningen vraagt die in het nadeel van Vlaanderen spelen, heeft de CD&V er alle belang bij om daar veel ruchtbaarheid aan te geven. Gevolg is dat de verhoging op de bijdragen op het vakantiegeld van het personeel van gewesten en gemeenschappen niet gauw-gauw geregeld kan worden, maar dat CD&V en N-VA daarover veel misbaar maken. Frank Vandenbroucke voegt geen conclusie toe aan zijn paragraaf over dit onderdeel, maar men kan zich moeilijk van de indruk ontdoen dat Vlaanderen hier nadelig uitkomt. Als minister van de Vlaamse regering zou hij hierover nochtans beter klare wijn schenken.

Geen opmerkingen: