zondag, oktober 30, 2005

Van zomeruur naar generatieleeftijd

Deze nacht kwam een einde aan een half jaartje collectief zelfbedrog: het zomeruur. Want wat is het zomeruur eigenlijk? 's Morgens om zes uur doen we alsof het al zeven uur is, en komen toch maar uit ons bed. 's Avonds om acht uur doen we alsof het al negen uur is, en verheugen ons over de «lange avonden» zodat we na het werk nog een terrasje kunnen doen. Het alternatief zou zijn dat iedereen die dat wil in de zomer in plaats van om zeven uur om zes uur uit zijn bed komt, en de klok gewoon zijn gang laat gaan. Maar elke ochtend een uur vroeger je bed uit, wie raakt daar niet van uitgeblust?

En dat laatste, was het daar niet om te doen verleden vrijdag, toen tienduizenden kandidaat-geprepensioneerden(?) door de straten van Brussel het begin van de herfstvakantie kwamen inwandelen omdat ze zich uitgeblust voelden? Wel dan, wat goed is om 's avonds laat terrasjes te kunnen doen, moet ook kunnen om de Sociale Zekerheid te redden, en daarom mijn voorstel: de generatieleeftijd!

Hoe zit die generatieleeftijd in mekaar? Wel, wie verleden jaar 54 werd, doet er bij zijn volgende verjaardag tien jaartjes af. Ja hoor, we weten allemaal wel dat hij in het echt 55 is, maar we doen toch maar net alsof hij 45 is. Net zoals bij het zomeruur dus. Uitgebluste vijfenvijftigers? Zij bestaan niet meer, mevrouw, want zij zijn vijfenveertigers, in de fleur van hun leven, en kunnen er zeker nog twintig jaar tegenaan, indien niet meer. 58-jarigen die snakken naar hun prepensioentje? Excuseer, maar zij zijn 48 en hebben Abraham nog niet eens gezien. Alleen voor het bal van de zestigjarigen is er een probleem: wegens de lage opkomst zullen die afgelast moeten worden. Het bal van de vijftigjaren kan daarentegen op dubbel zoveel volk rekenen. En geldt ook hier niet, hoe meer zielen, hoe meer vreugde? Dubbele vreugde met de generatieleeftijd dus, waar wachten we eigenlijk op?

Er is natuurijk wel één probleempje. Want wie verleden jaar voor de tweede keer 54 werd, moet straks niet één maar elf kaarsjes extra uitblussen, pardon, uitblazen. Ik heb er eerlijk gezegd nog geen oplossing voor gevonden, maar beloof wel dat ik er de komende tien jaar hard aan zal werken. Als ik daar maar niet uitgeblust van raak…

(Oorspronkelijk verschenen bij Diogenes)

Geen opmerkingen: