maandag, december 05, 2005

Kauft nicht bei Juden, sondern Castro?


Waalse en Nederlandstalige socialisten hebben volgens Gerolf Annemans af en toe behoefte aan wat zelfbevrediging, en in Noorwegen is dat niet anders. Terwijl de linkse regering van Jens Stoltenberg (Ap) overweegt de Cubaanse oppositie in de toekomst op de Noorse nationale feestdag de deur te wijzen, roept één van de regeringspartijen op tot een boycot van Israël.

De Socialistische Partij van Links (SV) had het al in het verkiezingsprogramma staan: om de «onderdrukten» op Cuba te ondersteunen wou ze tegenmaatregelen nemen om de gevolgen van het Amerikaanse embargo op het eiland te reduceren. Minister van Buitenlandse Zaken Jonas Gahr Støre van de Arbeiderspartij (Ap) overweegt vandaag om in het vervolg de Cubaanse dissidenten niet meer uit te nodigen op de ambassade bij de viering van 17. mai, de nationale feestdag. Gahr Støre is aan die overwegingsoefening begonnen op last van Gerd-Liv Valla, de voorzitster van de grote socialistische vakbond LO die zich de rol van matrone van de linkse regering heeft aangemeten.

Gerd-Liv Valla, in haar jonge jaren nog lid geweest van Kommunistisk Universitetslag, een communistische studentenvereniging, verklaarde naar aanleiding van haar recente bezoek aan Cuba dat het belangrijker is dat Noorwegen goede betrekkingen heeft met het régime van Fidel Castro dan dat de ambassade de Cubaanse oppositie uitnodigt. De zaak is namelijk dat het Cubaanse régime steeds haar kat stuurt wanneer het uitgenodigd wordt op de Noorse ambassade,en dit om de eenvoudige reden dat het niet geconfronteerd wenst te worden met de dissidenten die tot nu toe steevast ook uitgenodigd werden. In naam van het democratiseringsproces en de rechten van de mens zullen deze dissidenten nu dus misschien thuis moeten blijven, aldus Gahr Støre, die duidelijk vooral niet te laag wil springen. Ik heb zo een vermoeden dat wat Valla betreft, ze nog het liefst van al zou hebben dat die dissidenten gewoonweg hun mond zouden houden, en eindelijk eens de zegeningen van het Cubaanse paradijs zouden willen aanvaarden.

Noors links lijkt anderzijds veel minder behoefte te hebben aan een goede relatie met de Israëlische regering. Een paar dagen geleden lieten een aantal centrale leden van SV weten dat zij verwachten dat hun ministers binnen de regering zouden pleiten voor een boycot van Israël, ook al verwachten zij daarbij sterke tegenstand van de Arbeiderspartij. Niettemin is men intern al aan de slag gegaan om een volksactie op het getouw te zetten waarbij men voedsel, cosmetische producten en wapens uit Israël zou willen boycotten. Partijleidster en Minister van Financiën Kristin Halvorsen heeft al gepreciseerd dat een boycot van Israël niet in de regeringsovereenkomst staat, terwijl Eerste Minister Jens Stoltenberg onmiddellijk al verklaarde dat SV uiteraard het recht heeft eigen meningen te hebben en te ventileren, zolang het maar duidelijk blijft dat een boycot geen regeringspolitiek is.

Het speciale aan de zaak is wel dat Noorwegen al lange tijd de rol van vredesbemiddelaar probeert te spelen tussen Israël en de Palestijnen, getuige daarvan bijvoorbeeld de Oslo-akkoorden, doch niet altijd met evenveel succes. Critici hebben daarom al doen opmerken dat een boycot zoals de SV'ers die voor ogen zien zonder meer een einde zou maken aan die rol, want je kan moeilijk facilitator zijn voor vredesgesprekken tussen twee partijen wanneer je zo openlijk kant hebt gekozen. De vraag is dus maar of de actie netto wel in het voordeel van de Palestijnen zou uitvallen, waarmee ik niet zou willen suggereren dat de zelfbevrediging uit een boycot van Israël voor sommigen belangrijker zou kunnen zijn dan een concrete verbetering van de situatie op het terrein. De kwestie toont anderzijds nog maar eens aan hoe moeilijk schipperen het nog kan worden voor Jens Stoltenberg de komende jaren met een SV in de regering die maar moeilijk haar rol van oppositiepartij van zich kan afleggen.

Geen opmerkingen: