donderdag, maart 16, 2006

De moeilijke strijd tegen extreem-rechts

De laatste dagen stond het cordon sanitaire, en dan in het bijzonder een mogelijk doorbreken van dat cordon op gemeentelijk niveau later dit jaar, in het centrum van de belangstelling in de Vlaame media. Nogal wat strijders laten daarbij meer dan één losse steek achter, en halen daarmee hun eigen betoog grondig onderuit.

Zo waarschuwden eergisteren Dave Sinardet en Sarah de Langhe in een opiniestuk in De Standaard tegen het opgeven van het beruchte cordon sanitaire op gemeentelijk vlak. Volgens hen werkt een verbrandingsstrategie niet wanneer het over extreem-rechtse partijen gaat, en om hun stelling kracht bij te zetten verwijzen zij naar vier buitenlandse gevallen: LPF in Nederland, FN in Frankrijk, FPÖ in Oostenrijk en de Vooruitgangspartij in Noorwegen. Alle vier de partijen hebben reeds deelgenomen aan de macht, sommigen alleen op gemeentelijk niveau, anderen tot op nationaal niveau.

De analyse van de twee toont aan dat de vier partijen niet onverbiddelijk verdwenen na een eerste deelname aan de macht. Integendeel, daar waar de partijen een beleid voerden dat naar de zin van de kiezers was, kregen zij opnieuw het vertrouwen in latere verkiezingen, in sommige landen tot op nationaal niveau dus. In andere gevallen werden partijen afgestraft wanneer zij geen goed werk afleverden. Kort samengevat: de vier partijen functioneren binnen het democratische bestel zoals iedere andere partij. Of nog, de waarschuwing dat de extreem-rechtse partijen op zich een gevaar is voor de democratie blijkt loos te zijn.

Op het einde van hun opiniestuk stellen zij dat de deelname van extreem-rechts aan de nationale regeringen van Oostenrijk en Italië «de nodige beleidseffecten» tot gevolg had. Het is jammer dat de twee die verschrikkelijke beleidseffecten niet nader verklaard hebben, want net als in de drie andere landen waarvan sprake zie ik, om eerlijk te zijn, op dit ogenblik weinig problemen die op rekening van de extreem-rechtse partijen te schrijven valt. Geen enkel van de landen is bij mijn weten verworden tot een fascistische dictatuur of iets in die zin. Van gedachtenpolities en concentratiekampen is er ook al geen sprake, want anders zou onze «kritische kwaliteitspers» ons dat ongetwijfeld reeds uitvoerig gemeld hebben. Het is echter wel Tony Blair van Labour die in Groot-Brittannië wettenwil invoeren die de vrijheid van meningsuiting inperken. En dan hebben we het nog niet over staten waar de overheid politieke partijen probeert te verbieden. Jammer dus dat de twee politicologen ook dit punt niet wat verder uitgewerkt hebben in hun opiniestuk, want als wetenschappelijke mederwerkers aan een universiteit zouden zij toch moeten weten dat er alleen maar onheil van kan komen als men in zijn uitleg iets als «oefening voor de lezer» laat.

Theo Kelchtermans is vandaag echter wel zo eerlijk in een interview met dezelfde krant –ze lijkt de laatste dagen wel bezig aan een gratis verkiezingscampagne voor het Vlaams Belang– man en paard te noemen, en sluit een samenwerking met het Vlaams Belang omwille van twee redenen uit: «hun separatistisch discours en hun afwijzing van de multiculturele samenleving». Vooral dat eerste puntje is interessant om te vernemen uit de mond van iemand van de CD&V, want die partij zit toch in een kartel met die andere Vlaamse separatistische partij. Het is natuurlijk maar een speculatie van mijn zijde, en Theo Kelchtermans mag mij altijd komen corrigeren, maar misschien bedoelt hij wel dat het separatische discours van het Vlaams Belang een probleem is omdat het ook gevaarlijk is, tewijl dat van de N-VA op een Volksunie-achtige manier dat niet is. Zoals de onverwijlde splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde afdoende aangetoond heeft. Een kleine reactie hierop van de N-VA zou trouwens ook verhelderend kunnen zijn.

Ook Jan Renders, de voorzitter van het ACW, droeg vandaag zijn steentje bij in het debat over het cordon sanitaire, en stelde dat «wie met het Vlaams Belang praat, alle ACW-steun verliest». Volgens hem staat het Vlaams Belang een samenleving voor die radicaal het tegenovergestelde is van wat het ACW vooropstelt. Harde taal vanuit die hoek is, en de CD&V-burgemeesters die bij de gemeenteraadsverkiezingen op steun van het ACW rekenen zijn bij deze dus gewaarschuwd. De vraag waar ik nu mee zit is in hoeverre de samenleving die het FDF in Vlaams-Brabant nastreeft in overeenstemming te brengen is met de standpunten van het ACW, en of dat ook gevolgen heeft voor de ACW-steun voor eventuele CD&V-burgemeesters uit, ik zeg maar wat, Vilvoorde. En ik kan me ook niet herinneren dat het ACW ooit een verbod heeft uitgevaardigd op samenwerking met een partij wier (nu ex-)voorzitter op bedevaart ging bij de president van een socialistische dictatuur. Blijkbaar is de Cubaanse samenleving van vandaag beter in overeenstemming met wat het ACW (en CD&V) vooropstelt dan een onafhankelijk Vlaanderen?

Geen opmerkingen: