zondag, september 30, 2007

Woorden en daden: één maand Herman van Rompuy

Herman van RompuyExact één maand was Herman van Rompuy verkenner in dienst van de koning, en wat is het resultaat? Allerlei geruchten over mogelijke akkoorden en semi-akkoorden doen de ronde, maar het enige echt tastbare resultaat is dat de CD&V in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken op de rem stond.

Het is toch wel de moeite waard om even te overlopen wat nu precies het resultaat is van de verkenningsopdracht van Herman van Rompuy die precies één maand duurde. Het overzicht plaatst immers de relatief stoere verklaringen die de laatste dagen aan Vlaamse zijde afgelegd werden in een merkwaardig perspectief:

1. Wat Herman van Rompuy precies bereikt heeft tijdens de gesprekken die hij gehad heeft is duidelijk een groot staatsgeheim, want behoudens hijzelf en de koning lijkt alleen Yves Leterme op de hoogte te zijn van de resultaten ervan. En zelfs dat laatste is niet helemaal zeker, want Yves Leterme heeft Herman van Rompuy nodig als «helper». Zou het kunnen dat zelfs Yves Leterme nog niet mag weten wat voor plannetjes en afspraakjes Herman van Rompuy gemaakt heeft met de Franstalige partijen, en daarom vooral wat het communautaire betreft zijn rol eigenlijk nog niet helemaal uitgespeeld heeft? Hier zit een luchtje aan!

2. Bart de Wever beweert dat de Franstaligen, zeg maar Joëlle Milquet en Olivier Maingain, in de media heel andere dingen zeggen dan aan de onderhandelingstafel. Alleen, hoe weet Bart de Wever dat? Letterlijk «van horen zeggen», want in tegenstelling tot Joëlle Milquet zat Bart de Wever de laatste dagen niet aan de onderhandelingstafel. En of ook de Vlaamse onderhandelaars met twee tongen spreken, één aan de onderhandelingstafel en een andere in de media, daar hebben we maar het raden naar.

3. Woorden zijn trouwens maar woorden, daden zijn echter nog iets anders. En wat dat betreft valt is het duidelijk dat Herman van Rompuy alvast één feit op zijn conto kan schrijven: namelijk dat hij de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde met minstens één week heeft weten te vertragen, terwijl de Franstaligen op dat vlak nog niet één steek hebben laten vallen in verhouding tot wat ze tot nu toe gezegd hebben. En Bart de Wever zal het wel met mij eens zijn dat politici uiteindelijk toch vooral op hun daden, en niet op hun woorden aan onderhandelingstafels of in de media afgerekend moeten worden.

4. Trouwens, over woorden gesproken: nu ook de Jong CD&V, net zoals ongeveer al de anderen van die partij, pleit voor samenvallende verkiezingen, verklaart Bart de Wever dat het dossier wat hem betreft «geen punt van geloof» is en dat ook nooit zal worden. Daarmee staat dan wel de hele Vlaamse Beweging mooi te kijk. En aangezien de Franstaligen demandeurs de rien zijn, zie ik CD&V en Open Vld er nog toe in staat een prijs te willen betalen voor deze terugschroeving van de Vlaamse (en Waalse!) autonomie. Wie trouwens de persmededeling van Jong CD&V leest krijgt sterk de indruk dat hun grootste klacht wel lijkt te zijn dat hun eigen partij niet meer ongestraft kiezersbedrog kan plegen en daarom naast de hoofdprijs dreigt te grijpen, en daar dus dringend wat aan gedaan worden.

5. Wat hoe dan ook waar blijkt te zijn is dat van een uitgebreide staatshervorming vóór de regeringsvorming geen sprake meer is. Handig toch dat Herman van Rompuy de laatste weken Bart de Wever van de onderhandelingstafel weg heeft gehouden: daarover is duidelijk al een akkoord bereikt met de Franstaligen, en het zal aan Bart de Wever zijn om dat akkoord nu of de komende dagen af te schieten, om vervolgens de zwarte piet toegeschoven te krijgen. De oprichting van een Bijzonder Commissie, zoals de Costa versie 2007 vandaag genoemd wordt,voorspelt in ieder geval weinig goeds en zou toch een déjà vu moeten zijn voor de hele N-VA. In combinatie met een gefaseerde staatshervorming zou je warempel gaan denken dat het erom te doen is de N-VA zo diep mogelijk in het stof te doen kruipen voor hun ministerportefeuille, zodat ze het niet in hun hoofd zullen halen om voortijdig de stekker uit Leterme I te trekken als één van de fases, liefst nog de derde als het even kan, te lang op zich zou laten wachten.

We zullen zien wat de komende weken zullen brengen, en of de N-VA zelf geconfronteerd zal worden met beloftes aan de onderhandelingstafel waar ze later in de media een eigen uitleg aan zal moeten geven, dan wel of ze recht in de schoenen zal kunnen blijven staan. De eerste afspraak komt deze woensdag al, wanneer we zullen zien hoe de CD&V zich zal gedragen in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken, en het Vlaamse front opnieuw zal beschamen zoals verleden week, of voor één keer dan toch een beetje politieke moed aan de dag zou leggen. Met een «helper» als Herman van Rompuy nog steeds actief (in wiens échte dienst?) vrees ik echter het ergste.

woensdag, september 26, 2007

Drie uur politieke lafheid

Pieter de CremWas de voorstelling deze namiddag in de commissie Binnenlandse Zaken afgesproken spel? Afgaande op het verslag van De Standaard zou je denken van wel: drie uur was de commissie bijeen, twee uur om over de procedure voor de zitting te bekvechten, en vervolgens een uur om de zitting te schorsen.

Slechts vijf minuten politieke moed zijn er nodig om de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen, maar deze namiddag toonde de CD&V aan dat de partij veel meer politieke lafheid in voorraad heeft dan politieke moed. Commissievoorzitter Pieter de Crem, die op voorhand de indruk had gegeven dat hij er vaart zou achter zetten, bleek uiteindelijk slechts op te treden als een soort telegeleide pop in dienst van Herman van Rompuy, die op zijn beurt de laatste dagen heeft aangetoond dat hij meer dan bereid is om onder de beruchte lat door te gaan om de CD&V federaal toch maar aan de macht te brengen. Het is duidelijk dat de CD&V vandaag absoluut niet van plan was ook maar één millimeter vooruitgang te boeken in het dossier-Brussel-Halle-Vilvoorde om de kansen op federale regeringsdeelname honderd procent gaaf te houden. De stemming op het einde van zitting, waarbij gestemd werd over het voorstel om de zitting op te schorten, spreekt boekdelen: van de Vlaamse partijen stemde alleen CD&V voor, samen met alle Franstalige partijen, terwijl zelfs Groen! zich onthield. Kartelpartner N-VA daarentegen stemde tegen.

Wat ik me afvraag is of het poppentheater van deze namiddag ook vooraf afgesproken was met kartelpartner N-VA. Als dat niet het geval is, dan werd de N-VA deze namiddag mooi om de tuin geleid en staat ze eigenlijk volledig voor aap. De vraag «Quid N-VA», zoals die al te lezen stond in de «schootnota» van Jean-Luc Dehaene dringt zich daarmee op. Eén zaak is dat CD&V ostentatief plooide voor de Franstaligen, een andere is dat de christen-democraten hun eigen kartelpartner bedrogen en voor schut gezet hebben. Zelfs de Open Vld, niet bepaald de meest flamingante partij, vond de houding van de CD&V deze namiddag op z'n minst merkwaardig en snapte eigenlijk niet goed wat er aan de hand was (of afgesproken). Het is echter duidelijk dat er tussen N-VA en CD&V eens goed doorgepraat zal moeten worden over de gebeurtenissen van vandaag. (Het alternatief is dat ook de N-VA in het complot betrokken was, maar daar durf ik zelfs niet aan denken.)

En Brussel-Halle-Vilvoorde is het enige punt niet waarop CD&V toegeeft aan de Franstaligen. Het concept van een zogenaamde Raad van Wijzen blijft hardnekkig circuleren, en niemand minder dan diezelfde Pieter de Crem verklaarde vandaag dat hij «persoonlijk voorstander» is van zo'n raad. Om eventjes de puntjes op de i te zetten: indien die Raad van Wijzen haar werk doet vóór de federale regeringsformatie is er geen vuiltje aan de lucht, maar als het de bedoeling is dat die Raad van Wijzen zich zal buigen over de staatshervorming nadat een federale regering gevormd werd, dan pleegt de CD&V woordbreuk tegenover haar kiezers. En dan wordt het interessant om te weten of ook kartelpartner N-VA mee in zo'n scenario wil stappen, of toch wil vasthouden aan haar verkiezingsbeloften. Opnieuw dringt de vraag zich op: «Quid N-VA».

maandag, september 24, 2007

Pavia-onzin over separatisme in de Rand

Wat als: de Rand sluit zich aan bij Wallo-BruxDe «Vlamingen» die vinden dat Vlaanderen grootmoedig moet zijn en voor nog één keer, deze keer de allerlaatste keer, grondgebied moet afstaan aan de Franstaligen, moeten het kaartje hiernaast eens goed bekijken, want dat is de consequentie van hun voorstel: een grote hap uit Vlaanderen die nooit nog hersteld zal kunnen worden. De Franstaligen weten immers verduiveld goed waarom ze Brussel-Halle-Vilvoorde niet willen splitsen zonder compensaties die internationaal gebruikt zullen kunnen worden om nog zoveel mogelijk grondgebied van Vlaanderen af te snoepen bij een eventuele onafhankelijkheidsverklaring. Philippe van Parijs toonde dat vandaag duidelijk aan in De Standaard.

Als Brigitte Raskin verleden week al iets bewees, dan wel dat zij absoluut geen kaas gegeten heeft van geo-politiek in het algemeen en de Belgische communautaire zaken in het bijzonder. Ofwel is zij volkomen naïef, ofwel crimineel naïvistisch, maar hoe dan ook zou zij zich in de toekomst beter onthouden van welke commentaar dan ook over dingen die niet rechtstreeks iets te maken hebben met haar schrijfmachine of vulpen. Dat laatste geldt ook voor Jan Segers, die eerder in Het Laatste Nieuws al een even crimineel voorstel lanceerde om Linkebeek over te leveren aan het «tweetalige» Brussel.

Aan de andere zijde treffen we dan weer Philippe van Parijs aan die vandaag in De Standaard de Vlamingen probeert wijs te maken dat ze een groot deel van Vlaams-Brabant zullen verliezen bij een eventuele onafhankelijkheid. (De krant vergat overigens toevallig te vermelden dat hij één van de twee woordvoerders van de beruchte Paviagroep is.) Hij probeert het bovendien zo voor te stellen dat er «geen enkel geloofwaardig geweldloos scenario voor de opsplitsing van België bestaat waarin Vlaanderen met Brussel zou vertrekken». Misschien begrijp ik hem wel helemaal verkeerd, maar zou hij werkelijk menen dat hij verwacht dat als Brussel voor Vlaanderen zou kiezen, de Franstaligen desnoods geweld zullen gebruiken om dat tegen te houden? Of wat probeert hij eigenlijk te suggereren?

Hoe dan ook, de twee scenario's die hij uitwerkt zijn, in een internationale context gezien, klinkklare onzin, die geen ander doel kunnen hebben dan de Vlamingen de daver op het lijf te jagen en te doen plooien voor de huidige Franstalige eisen, namelijk een status quo. Het eerste scenario is er één waarbij zo'n zestig procent van de inwoners van België zich zou afscheuren van de overige veertig procent, en daarvoor door de Europese Unie verplicht zouden worden om zware financiële compensaties te betalen. Het getuigt in ieder geval van weinig respect voor het zelfbeschikkingsrecht der volkeren wanneer volkeren dat recht moeten afkopen met miljarden euro's, a fortiori wanneer het gaat over een meerderheid die zich «afscheurt» van een minderheid. Maar het wordt nog gekker: aangezien Vlaanderen in dat geval het zelfbeschikkingsrecht der volkeren heeft gebruikt, zou de Europese Unie Vlaanderen verplichten in de grensgemeenten referenda te organiseren, zeg maar het zelfbeschikkingsrecht der dorpen en gemeenten in de praktijk te brengen. Philippe van Parijs werkt dit deel van zijn scenario echter niet verder uit, maar het ware interessant geweest te weten of dorpen en gemeenten die er zouden voor kiezen bij «België» te blijven ook recht zouden geven op een korting op de financiële compensaties die Vlaanderen verplicht zou worden te betalen aan dat «België». En waarom stopt Philippe van Parijs bij dorpen en gemeenten, daarbij het zelfbeschikkingsrecht der wijken, gehuchten, straten, steegjes en woningblokken zomaar naast zich neer leggend? Ik ben geen zeventalige professor in Louvain-la-Neuve én Harvard, en moet het er dus wel met de paplepel ingegeven krijgen.

Hoe dan ook, stel dat we de fusie van 1977 dan toch als een fait accompli zouden beschouwen, en de referenda dus wel degelijk per gemeente worden georganiseerd, dan is het zeer de vraag of de Europese Unie daar wel zo opgezet mee zou zijn. Dat de regeringen van meerdere lidstaten uit vrees voor de eigen minderheden niet bepaald een gat in de lucht zullen springen wanneer Vlaanderen dan toch eindelijk zijn onafhankelijkheid uitroept staat buiten kijf, maar onaanvaardbaar zal die onafhankelijkheid geenszins zijn. Integendeel: die onafhankelijkheid erkennen en zo snel mogelijk tot de orde van de dag weerkeren is al een veel realistischer scenario. Referenda in grensgemeenten daarentegen, vergeet dat maar. Als er één ding is waar de Europese Unie zich zal voor willen hoeden, dan wel dat het een precedent zou scheppen dat door een Hongaarse burgemeester in een Roemeense grensgemeente (om maar iets te noemen) aangegrepen zou kunnen worden om ook een referendum te organiseren. Als Vlaanderen onafhankelijk wordt, dan zal het wel degelijk volgens de huidige gewestgrenzen zijn, en niet anders, tenzij enkele idioten (en ik druk me dan werkelijk heel vriendelijk uit) van het slag van een Brigitte Raskin of een Jan Segers eer het zover is die gewestgrenzen nog zouden weten te veranderen.

Is het eerste scenario met referenda in de grensgemeenten weinig realistisch, ook al zullen de Franstaligen wel degelijk een poging wagen en weten ze wat ze doen als ze de randgemeenten op één of andere manier aan Brussel willen binden, het tweede scenario dat Philippe van Parijs voorstelt is echt helemaal te gek om los te lopen: gemeenten die kunnen kiezen tussen een aanhechting bij Brussel, Vlaanderen of Wallonië, en waarbij na een eventuele overgang de nieuwe grensgemeenten op hun beurt een referendum kunnen organiseren. En, «als we niet opletten, zou het domino-effect de grenzen van Brussel wel eens verder dan Leuven of Louvain-la-Neuve kunnen verleggen,» droomt hij lustig verder. Welke paddestoelen hij dit week-end gegeten heeft weet ik niet, maar ik kan me voorstellen dat een paar Europese regeringen hem bijzonder graag zullen zien afkomen met zulk scenario. Tjonge toch. Ik krijg de laatste dagen mails van Franstaligen die mij aanraden een nieuwe atlas te kopen en klagen dat mijn kaartjes niet realistisch zijn aangezien ze de randgemeenten consequent bij Vlaanderen houden, maar dit scenario van Philippe van Parijs slaat werkelijk alles met meerdere lengtes voorsprong.

Helemaal gênant wordt het trouwens op het einde, wanneer de Pavia-kat op de koord komt en Philippe van Parijs een derde scenario voorstelt, iets beters dan dat verderfelijke separatisme: «het scenario van een federaal België met drie gewesten die van een grote autonomie genieten, trots zijn op zichzelf en respect hebben voor elkaar, en met een slanke maar krachtige federale overheid die electoraal verantwoordelijk is voor het hele land». En welke autoriteit heeft daar eerder ook al op gewezen? Collega-professor Marc Hooghe. Heeft hij waarschijnlijk Philippe van Parijs in het oor gefluisterd tijdens één van de Pavia-vergaderingen, want ook Marc Hooghe is natuurlijk lid van die «denktank». Het zal alleen niet de bedoeling zijn dat de lezer dat verband tussen Marc Hooghe en Philippe van Parijs kent, want het verraad meteen de échte agenda van de twee heren, en dat is er geen van het brengen en objectief verkennen van realistische scenario's voor de toekomst van België.

zondag, september 23, 2007

Niet de crisis maar België schaadt de Vlaamse economie

Charles PicquéCharles Picqué deed er bij RTBf zijn beklag over dat Vlaanderen Brussel zou verstikken. Dat is een merkwaardige uitspraak uit de mond van de Minister-President van het Brusselse Gewest dat zich de laatste jaren danig ingespannen heeft om het de luchthaven van Zaventem zo moeilijk mogelijk te maken.

Ik vind het getuigen van surrealisme dat de rivaliteit tussen de politieke strategieën zo ver kan gaan dat ze de mobiliteit bijna verlamt.
Aan het woord is dus wel degelijk Charles Picqué. En eigenlijk moet je er toch maar het lef voor hebben: Jarenlang probeerden de Franstaligen in Brussel de luchthaven van Zaventem tweetalig (lees: vooral Franstalig) te maken, tot daar plotseling de luchthaven van Charleroi –of moeten we Brussels South schrijven?– opdook. Plots werd het geweer van schouder verwisseld, en sindsdien steken de Franstaligen zoveel mogelijk stokken in de wielen van de Vlaamse luchthaven. Nog liever een luchthaven vlak bij de deur om zeep helpen en in de plaats daarvan de langere verplaatsing naar Charleroi maken, desnoods zelfs met de economische nadelen qua werkgelegenheid erbij, enkel en alleen omdat Zaventem nu eenmaal in het Vlaamse Gewest ligt. En dan nu dus moord en brand schreeuwen omdat enkele wegen in Sint-Genesius-Rode er niet effen genoeg bijliggen om de Franstaligen zo snel mogelijk naar Bruxelles te kunnen brengen, en omdat enkele «strategische plaatsen» in Brussel niet voldoende geafficheerd zouden worden op de snelwegen op Vlaams grondgebied.

Waar een mens dan al helemaal van omver valt is dat de Vlaamse Minister van Openbare Werken Hilde Crevits onmiddellijk reageerde om te vertellen dat ze… bereid is om te onderhandelen. Als een Brusselse PS'er even met de vingers knipt, is het inderdaad niet meer dan normaal dat CD&V'ster Hilde Crevits onverwijld in de houding springt. In één moeite door even informeren naar die Brusselse geluidsnormen en hoe het daar nu ook al weer mee zat is er natuurlijk niet bij.

Maar er is meer. Charles Picqué klaagt er bijvoorbeeld ook over dat het gemeentebestuur van Sint-Genesius-Rode voorgesteld had het herstel van de Steenweg op Waterloo op eigen kosten uit te voeren, maar dat het Vlaams Gewest dat weigerde. En hij vindt dat dus ook surrealistisch. Maar doet dit verhaal dan geen belletje rinkelen? Iets van een Vlaams Gewest dat met eigen geld het spoorwegennet in en rond de Antwerpse haven wil verbeteren en uitbreiden, maar dat niet mag doen omdat… ja, waarom eigenlijk? Omdat de Franstaligen in hun solidariteit vinden dat het beter is dat de Antwerpse haven verstikt in een te kleine spoorcapaciteit dan dat ze zou kunnen uitbreiden en meer geld in het laatje brengen om, ik zeg maar wat, de Sociale Zekerheid te spijzen? Als Vlaanderen al egoïstisch is omdat het voor de eigen toekomst wil kunnen zorgen, kan je de houding van de Franstaligen in België niet anders omschrijven dan puur racisme, want ze snijden nog liever indirect in hun eigen vlees dan de Vlamingen economische voorspoed te gunnen. Over het achterbakse gedrag om met de Nederlanders gemene zaak te maken om de IJzeren Rijn te blokkeren willen we het dan nog niet eens hebben…

En dan komt de ULB daar dus met een «studie» uitpakken dat de regionalisatie van het loonbeleid «nutteloos en gevaarlijk» zou zijn. Ik zal het meteen maar toegeven: ik heb de «studie» niet nagelezen, maar het korte bericht erover in De Standaard citeert argumenten die werkelijk nergens op slaan. Zo zouden er in de helft van de paritaire comités al salarisverschillen bestaan tussen de gewesten, en de ULB ziet hierin het bewijs dat een regionalisatie nutteloos is. Iemand anders zou kunnen stellen dat dit juist aantoont hoe noodzakelijk een regionalisatie wel is, want de salarisverschillen treden nu al op ondanks het samenhouden van het loonbeleid. Het tweede argument, dat loonvergelijkingen tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië in de hoofden zouden blijven bestaan en daardoor zouden blijven wegen op de onderhandelingen is ook onzin: vandaag worden de lonen in België ook al vergeleken met die in Nederland, Duitsland en Frankrijk, zonder dat dat een probleem vormt. Of wil de ULB soms pleiten voor een pan-Europees loonbeleid, wat zeg ik, een globaal?

Dat door een regionalisatie de administratie hopeloos ingewikkeld zou worden is een al lang afgezaagd liedje, maar het ultieme argument dat een splitsing van het loonbeleid de weg naar een splitsing van de Sociale Zekerheid zou voorbereiden toont aan dat de ULB met deze «studie» geen serieus wetenschappelijk werk heeft afgeleverd, doch een ordinair Franstalig politiek propagandastukje. Als het werkelijke gevaar van de regionalisatie van het loonbeleid schuilt in de mogelijke voorbereiding van de regionalisatie van iets helemaal anders, dan geeft de ULB toe dat die regionalisatie op zich helemaal niet gevaarlijk is. Daar zullen die geleerde professoren van de ULB wel niet aan gedacht hebben, maar misschien kunnen ze zich voor dit academiejaar nog snel laten inschrijven voor een basiscursus logica aan één van hun faculteiten, zodat ze die kemel in de toekomst niet nog eens hoeven te schieten.

Ook het tijdstip van de publicatie van die «studie» van de ULB is op z'n mint merkwaardig te noemen. Ik heb altijd gedacht dat een serieuze economische studie al snel een paar maanden of zelfs jaren vergt, maar blijkbaar slagen de knappe koppen van de ULB erin zo'n studie in de loop van enkele weken af te leveren. Of zou het werkelijk puur toeval zijn dat de publicatie net nu gebeurt, tijdens de (niet-)onderhandelingen over een staatshervorming? De resultaten van die «studie» passen anders opvallend goed in het rijtje van noodkreten van de laatste dagen dat de crisis de Belgische economie zou schaden. Lees: dat het tijd wordt dat de Vlaamse onderhandelaars rap-rap toegeven aan de Franstaligen en een staatshervorming laten varen, niet dat de Franstalige onderhandelaars maar snel een staatshervorming –volgens hen trouwens totaal bijkomstig, dus wat is voor hen eigenlijk het probleem?– moeten goedkeuren om van het gezaag van die Vlamingen weer even af te zijn.

Neen, dan komt het Voka toch iets serieuzer uit de hoek, niet met een wetenschappelijke «studie», maar een politieke verklaring over de stand van zaken: dat het regeringsoverleg helemaal niet te lang duurt, en dat een goed programma belangrijker is dan een snelle regering. En dat een verdere staatshervorming een absolute prioriteit is voor de Vlaamse economie. En daarmee komen we terug uit bij het begin van dit verhaal, want in het onderhandelingspakket voor die staatshervorming zit ook de Vlaamse eis om in Vlaanderen met Vlaams geld uitbreidingen en verbeteringen aan het spoorwegennet te mogen financieren. En dat mag dus niet van Joëlle Milquet en de rest van de Franstalige onderhandelaars, want dat is egoïstisch en extremistisch. Misschien moet Charles Picqué maar eens naar Joëlle Milquet bellen, en haar eens goed de volgende les lezen:
Ik vind het getuigen van surrealisme dat de rivaliteit tussen de politieke strategieën zo ver kan gaan dat ze de mobiliteit bijna verlamt.
Kon het eigenlijk nog beter gezegd worden? Charles Picqué zal het echter misschien zo niet bedoeld hebben.

Vlaanderen nog helemaal niet onafhankelijk

Belgische federale crisis Het lijkt erop dat er op dit ogenblik binnen de Vlaamse Beweging een soort van berusting bestaat dat België deze herfst wel uit zichzelf zal barsten. De federale regeringsonderhandelingen draaien vierkant, en een oplossing is nog steeds niet in zicht. Wat men lijkt te vergeten is dat een kat in nood rare sprongen kan maken, ook een Belgische, en dat de plannen B, C, D, E en F om het land mij mekaar te houden ongetwijfeld klaar liggen. Indien de Vlaamse Beweging niet dringend initiatief neemt en de Vlaamse onafhankelijkheid afdwingt, zal ze het vooral aan zichzelf te danken hebben als Vlaanderen het jaar 2008 als Belgisch Gewest in plaats van Europese Staat in zal gaan.

Het heeft iets onwezenlijks: nog nooit was de Vlaamse onafhankelijkheid zo dichtbij, en tegelijkertijd komt er geen enkel noemenswaardig initiatief vanuit de hoek van de Vlaamse Beweging. Blijkbaar gaat men ervan uit dat België wel uit zichzelf zal barsten, en dat de Vlaamse Beweging daarom zelfs geen handje hoeft te helpen. De fatale vergissing die de Vlaamse Beweging daar wel eens zou bij kunnen maken is dat onafhankelijkheid niet iets is dat men krijgt, maar zelf moet grijpen. En als men de kans die vandaag geboden wordt niet grijpt, zou ze wel eens weer kunnen verdwijnen voor een aantal jaar.

Fundamenteel in het scenario waar de Vlaamse Beweging op lijkt te gokken is dat N-VA en vooral CD&V niet zullen plooien voor de Franstalige eisen om een staatshervorming uit te stellen tot 2009 en Brussel-Halle-Vilvoorde ongesplitst te laten tenzij er zware toegevingen worden gedaan die die splitsing quasi volledig zouden neutraliseren. Dit betekent dat de vrees voor een afstraffing door de Vlaamse kiezer in 2009 en wens om het Vlaams Kartel te behouden sterker zal moeten blijven dan de lokroep van federale ministerportefeuilles en vermaningen over het Belgische landsbelang. Op korte termijn is dat misschien realistisch, maar op langere termijn lijkt mij dat niet zonder meer evident. Wie zegt dat als de huidige crisis nog een maand of twee blijft aanslepen de oude CVP niet zou herrijzen uit de CD&V?

Wat zijn nu de verscheidene mogelijkheden om België bij mekaar te houden?
  • Plan A: Rooms-blauw, al wordt een rooms-blauwe coalitie met de dag minder waarschijnlijk.
  • Plan B: Een tripartite, ook al zeggen vooral Open Vld en MR dat zij een tripartite niet zien zitten. Volgende natuurlijk keuze (plan C) sluit de liberale familie uit van de macht, en dat zou wel eens genoeg kunnen om zowel MR als Open Vld toch nog over de brug te halen.
  • Plan C: Rooms-rood-groen, zoals trouwens van in het begin duidelijk de wens was van Joëlle Milquet. Dit vergt wel dat CD&V en N-VA eerst «gekraakt» worden, maar na een onderhandelingsronde over een tripartite is het best mogelijk dat CD&V klaar is voor een bocht over de staatshervorming.
  • Plan D': Paars-groen, weinig waarschijnlijk, maar een onderhandelingsronde hierover kan een goede voorbereiding zijn voor het echte plan D.
  • Plan D: Een paars minderheidskabinet tot 2009, dat afwisselend op de christen-democraten en groen steunt wanneer er belangrijke beslissingen genomen moeten worden. Voor de paarse partijen heeft het het voordeel dat het, als er iets fout zou lopen, de zwarte piet naar de christen-democraten doorgespeeld kan worden, terwijl CD&V en N-VA hun kiezers kunnen proberen wijsmaken dat ze hun belofte om niet in een federale regering te stappen zonder staatshervorming gehouden hebben.
  • Plan E: Een zakenkabinet, zeg maar van nationale tweedracht, samengesteld uit figuren van allerlei strekkingen die een tripartite moeten camoufleren. Zouden een Étienne Davignon of een Maurice Lippens werkelijk neen zeggen als de koning hen persoonlijk zou komen vragen twee jaar lang redder des vaderlands te spelen als Eerste Minister van zo'n zakenkabinet? En opnieuw zou CD&V op het federale beleid kunnen wegen zonder in een regering te moeten stappen.
  • Plan F1: Vervroegde federale verkiezingen, al halen die waarschijnlijk niets uit, of kunnen ze de zaken zelfs nog verder op de spits drijven. Indien er toch vervroegde federale verkiezingen komen zal dat moeten zijn omdat «men» gokt dat CD&V-N-VA met een volgehouden communautair programma op verlies zouden afstevenen, wat ongetwijfeld een oplossing voor de crisis zou beteken. Na zo'n nederlaag zouden de krachten binnen de CD&V om zonder staatshervorming en desnoods ook zonder de N-VA in een federale regering te stappen vrijwel zeker de bovenhand kunnen halen.
  • Plan F2: Tot slot, en dan is men werkelijk aan het einde van het Belgische Latijn, niet alleen vervroegde federale maar ook regionale verkiezingen. Dit is misschien wel buiten het wettelijke kader, maar het zou niet de eerste keer zijn dat Belgische nood Belgische wet zou breken. Meteen is men verlost van de vooruitgeworpen schaduw van de regionale verkiezingen van 2009 –de Europese verkiezingen zijn lang zo belangrijk niet– en bovendien kan men dan in één moeite door regionale en federale verkiezingen weer doen samenvallen.
Wat hebben al deze plannen of scenario's met mekaar gemeen? Niet alleen houden ze België voorlopig nog samen, bovendien lijken ze me stuk voor stuk waarschijnlijker dan dat CD&V nog in de loop van deze herfst zo sterk zou radicaliseren dat ze samen met N-VA, Lijst Dedecker en –stel je voor!– Vlaams Belang eenzijdig de onafhankelijkheid zou willen of durven uitroepen in het Vlaams Parlement. Zolang dat het geval blijft, zie ik niet goed in hoe Vlaanderen op korte termijn onafhankelijk zou kunnen worden, en daarom zou de Vlaamse Beweging vandaag alle krachten moeten gebruiken om de CD&V ervan te overtuigen dat het in ieders belang is, ook haar eigen, dat de federale regeringsonderhandelingen stopgezet worden om over te gaan tot de onderhandelingen over de finale boedelscheiding. Met, dat spreekt voor zich, als ultieme wortel Yves Leterme als eerste president van de Vlaamse republiek.

zaterdag, september 22, 2007

Buitenlandse pers niet onder Belgische controle

Belgian crisisDat de federale regeringsonderhandelingen maar niet willen opschieten is natuurlijk, op zijn zachtst gezegd, vervelend voor al wie supportert voor de Belgische partij, maar minstens even irriterend is het dat men ook in het buitenland gemerkt heeft dat er in België iets aan de hand is. En dat daarover, horresco referens, zelfs artikels gepubliceerd worden die niet eerst aan de Belgische censor voorgelegd werden.

Vandaag beklaagt De Standaard er zich ferm over dat in de buitenlandse kranten kemels geschoten worden over de Belgische crisis. Dat beklag wordt weliswaar gemengd met een vorm van leedvermaak, een beetje in de trant van «zie maar eens wat die kranten ervan bakken, en die noemen zich dan ook kwaliteitskranten…» Of dat wel gepast is voor een krant die er zelf ook wel eens met de plank naast wil kloppen, of erger nog, durft verzuimen de plank op te nemen, is toch maar de vraag. Maar wat het beklag betreft valt op dat men er blijkbaar vooral een probleem mee heeft dat men duidelijk geen controle heeft over welke zaken er in de buitenlandse pers verschijnen.

Vroeger werd zowat alles over Belgisch politiek dat in de buitenlandse pers verscheen gefilterd door de Franstalige pers, met soms dan toch al eens een vertaald artikeltje uit een Vlaamse krant, maar vandaag kunnen buitenlandse journalisten hun mosterd ook op het internet halen en daar andere bronnen raadplegen. Een initiatief als The Brussels Journal is ongetwijfeld een nagel aan de doodskist van België en wordt duidelijk geraadpleegd door buitenlandse journalisten. Maar wat de pers nog het meest lijkt te irriteren is dat buitenlandse journalisten het aandurven zich buiten het Europese/internationale district van Brussel te begeven en zelf op pad te gaan om te horen wat de Vlaming of de Waal in zijn eigen dorpsstraat van de situatie vindt. Stel je voor zeg, die journalisten zijn duidelijk niet te beroerd om dingen zelf te gaan onderzoeken, alsof ze nog nooit gehoord hebben van een begrip als beroepsethiek!

Wie echter de artikelen in de buitenlandse pers leest stelt vast dat vrijwel niemand in het buitenland ernstige problemen lijkt te hebben met een uiteenvallen van België (op een Luxemburgse Eerste Minister na). Alle Marc Reynebeaus, Willy Claesen en Wilfried Martensen die ons al jarenlang hebben voorgehouden dat het buitenland de Vlaamse onafhankelijkheid nooit zou aanvaarden worden hiermee mooi in hun hemd gezet. Wat een belgicistische pretentie trouwens: moesten we immers werkelijk geloven dat men in de Verenigde Staten wakker zou liggen van een splitsing van een staat, amper een voorschoot groot en vrijwel onbeduidend, als het resultaat van die splitsing ternauwernood merkbaar zou zijn? Zolang men in Washington DC niet de indruk krijgt dat een onafhankelijk Vlaanderen het hoofdkwartier van de NAVO zou willen buitenjagen kan het hen geen barst schelen of dat hoofdkwartier in een Belgisch koninkrijk, een Vlaamse republiek of een Brusselse principauté zou liggen. Die vaststelling zal ongetwijfeld wel pijn doen: ten eerste aan hun Belgisch eergevoel, en ten tweede omdat ze vandaag tegenover zes miljoen Vlamingen ontmaskerd worden als patente leugenaars, 's Majesteits loopjongens en/of ultieme non-experts. Het is dan slechts een magere troost dat je collega's je ooit collectief hebben uitgeroepen tot slimste mens…

maandag, september 17, 2007

Libération over het taalgebruik op de werkvloer

Francophonie (© FOTW, crwflags.com)De Franse krant Libération wijdt vandaag een artikel aan het gebruik van anglicismen op de Franse werkvloer. Voor een Vlaming komt het artikel bizar over, waarbij het moeilijk is enig Schadenfreude te onderdrukken, maar op het einde komt de huichelachtige aap natuurlijk wel uit de mouw: zelf wanneer ze zelf het slachtoffer geworden zijn van andermans taalagressie blijven Franstaligen pleiten voor een actieve taalpolitiek om anderen onder de knoet te houden. Van een dubbelmoraal gesproken.

Als je niet beter wist zou je tranen met tuiten huilen bij het relaas dat enkele vakbondsafgevaardigden en vertegenwoordigers van het Collectif pour le droit de travailler en français en France brengen: werknemers die geen snars begrijpen van het taaltje dat het management gebruikt, vergaderingen die in een vreemde taal doorgaan hoewel de overgrote meerderheid van de deelnemers Frans is, computersystemen die in feite onbruikbaar zijn omdat de werknemers de instructies niet begrijpen aangezien het bedrijf te gierig is om voor een Franse vertaling te zorgen, en een feitelijke discriminatie tussen jong en oud omdat jongere werknemers doorgaans veel beter het Engels beheersen dan de oudere generatie. Geef ze maar eens ongelijk.

Helemaal op het einde van het artikel wordt zelfs een geval met een tragische afloop aangehaald: in een ziekenhuis in Epinal stierven meerdere mensen aan een stralingsoverdosis, onder meer omdat de handleiding van het toestel alleen maar in het Engels beschikbaar was, met als gevolg een foutief gebruik. De krant heeft ook weet van een voorval in Berlijn, maar wat zou ze eigenlijk denken van het taalgebruik tegenover de patiënten in de ziekenhuizen? We hebben het daarbij niet alleen over het taalgebruik in de OCMW-ziekenhuizen in Brussel, maar ook eentalig Franstalig medisch personeel op MUG-eenheden die zonder verpinken het Vlaamse Gewest ingestuurd worden, met net als in Epinal doden tot gevolg. Misschien kan Libération bij een volgende gelegenheid ook dat geval eens vermelden? Over «pour les flamands la même chose» hebben we het dan nog niet eens gehad…

Maar de huichelachtigheid van de Franstaligen beperkt zich niet alleen tot daar. Lees volgende hartverscheurende vaststelling van CFTC-vakbondsvertegenwoordiger Jean-Loup Cuisiniez:
Même si vous parlez la langue, ce système génère une fatigue supplémentaire et à la fin de la journée, vous êtes crevé. C’est une question de conditions de travail. Petit à petit, vous perdez votre langue nationale. Un processus lent, mais qui touche aussi à la structure de la pensée. Il y a de l’idéologie derrière ça.
Dat er achter de verengelsing van Frankrijk een duivelse ideologie zou schuilgaan durf ik echter te betwijfelen – dit is gewoon een geval van linguïstisch darwinisme waarbij het Frans moet onderdoen voor het Engels, ook en zelfs in Frankrijk, en niet meer dan dat. Ik kan me niet direct een citaat voor de geest halen van een Amerikaans politicus die vond dat de positie van het Engels in de wereld bewust ondersteund moest worden, ook met harde dollars, om daarmee politieke en economische voordelen te kunnen halen. Ik sluit daarmee niet uit dat ze dat in de praktijk wel zouden doen, meer zelfs, in Afrika komt zulke houding wel degelijk tot uiting, maar wie een beetje de actualiteit van de VS volgt weet dat ze daar op dit ogenblik andere katten te geselen hebben, en wel Spaanse. Of er in Frankrijk op één of andere vergadering Engels gesproken wordt kan hen eigenlijk weinig of niets schelen.

Voorbeelden van politici uit andere landen die wel openlijk oproepen om de eigen taal ten koste van die van anderen te promoten om er politiek en economisch voordeel uit te halen bestaan er echter wel, en Libération slaagt erin een voorbeeld hiervan af te drukken vlak na de bovenstaande hartenkreet:
On n’est pas aussi véloce et performant que dans sa langue maternelle, d’autant que le français peut être un atout, un instrument d’influence économique dans le monde.
Aan het woord is Jacques Myard van het UMP, die het overigens volledig eens is met Jean-Loup Cuisiniez. Doe het maar eens. Je vraagt je trouwens af hoe het mogelijk is dat de twee citaten pal na mekaar afgedrukt werden, maar misschien moet je wel, zoals journalist Luc Peillon, Franstalig zijn om na zo'n prestatie niet te barsten van de eigen huichelarij. De Gulden Regel is in het Frans dan ook nog nooit van toepassing geweest wanneer het over taalpolitiek ging.

zondag, september 16, 2007

«Vlamingen zijn China weer beu»

ChinaDe Vlamingen zouden China weer beu zijn, wat moet blijken uit de terugloop van het aantal Vlamingen dat Chinees wil leren, en het feit dat het niet erg storm loopt voor de Olympische Spelen van volgend jaar. Maar hoeft dat eigenlijk te verbazen?Wie niet van gisteren is herinnert zich ongetwijfeld nog de Japan-gekte van tien jaar geleden, en die gekte verdween toen ook eens men met de voeten weer op de grond kwam en ontdekte dat Japan dan toch niet het land van melk en honing was, zeker niet na de enorme financiële crisis die het land doormaakte (en nog steeds doormaakt).

Wie het meemaakte herinnert het zich ongetwijfeld nog: ouders werd aangeraden hun kinderen alvast een mondje Japans te laten leren op school (of na school), en binnen afzienbare tijd zou de volledige Europese en Amerikaanse industrie overgenomen worden door Japanse bedrijven. Ik herinner me nog een cursus economie aan de universiteit die overliep van Japanse termen als kanban, kaizen en JIT (Just in time), en het hele zaakje kwam me behoorlijk tragisch over: de Japanse economie liep al een tijdje niet zo lekker meer, maar de echte ineenstorting moest er nog aankomen, en de betrokken professor had dat blijkbaar nog steeds niet in de gaten of zat nog in de ontkenningsfase, want het was duidelijk dat wat hem betrof alle wijsheid nog steeds uit het Verre Oosten kwam.

En na Japan was het dus de beurt aan China. Toen ik baron Paul Buysse hoorde verklaren dat het nu toch wel tijd was om massaal –of past het woordje collectief misschien net iets beter?– Chinees te beginnen leren, moest ik onmiddellijk terugdenken aan alle meelopers die tien jaar eerder hun oogappels geteisterd hadden met de Japanse taal nog voor ze hun eigen moedertaal deftig onder de knie hadden. De overvloed aan handelsmissies naar China, al dan niet met taaie kroonprins, moest niet onderdoen voor de reeks handelsmissies naar Japan een decennium eerder. Waarom China, een brutale dictatuur voor wie het zou vergeten zijn, plots onze toekomst geworden was heb ik nooit gesnapt, en wie Stratfor volgt weet dat ze ook daar niet kunnen vatten waarom die economische China-gekte van de laatste jaren nog steeds niet verdwenen is. Blijkbaar hebben sommige mensen nu eenmaal nood aan een Shangri-La waaraan ze zich blind kunnen staren, waar ze handelsmissies naartoe kunnen sturen en, vaak als enige tastbare bewijs tegenover vrienden en buren dat ze echt wel mee zijn met hun tijd, om hun kinderen shangrilees te doen leren.

Dat laatste werd verleden jaar nog perfect geïllustreerd door Patricia Ceysens en Gilbert van Baelen van toen nog VLD, die Chinees als keuzevak wilden invoeren in de middelbare school. Ze doen maar natuurlijk, maar het is wel zonde van de verspilde tijd, want met een uurtje Chinees per week kom je vijf jaar laten niet bepaald ver meer. In het beste geval herinner je je nog hoe je tot tien moet tellen, kan je misschien nog goeiedag en adieu zeggen en herken je van ver nog het teken door de heren- en damestoiletten in het occasionele Chinese restaurant dat je aandoet. In het slechtste geval werd kostbare tijd verspild die gebruikt kon worden om iets nuttigs te leren, zoals bijvoorbeeld wiskunde, Latijn, Frans of Duits, maar dat laatste is natuurlijk lang zo exotisch niet.

Dat Patricia Ceysens dapper meeloopt met de kudde hoeft niet te verbazen; ze kan van veel verdacht worden, maar niet dat er in haar een groot licht zou schuilgaan. Ook de twee professoren Nicolas Standaert en Bart Dessein zullen nog een tijdje nodig hebben om in te zien dat, hoewel Chinees misschien best wel een interessante taal is en er inderdaad nood is aan sinologen, daar ook niet overdreven in dient te worden en de kans groter is dat de interesse ook in het buitenland zal afnemen dan dat ze in Vlaanderen terug zou stijgen. Zij zijn natuurlijk wel betrokken partij en moeten voor hun eigen winkel spreken, dat is begrijpelijk. Maar zullen wij anderen deze keer onze les geleerd hebben en ermee ophouden onze kinderen vreemde talen aan te leren waar ze uiteindelijk weinig of niets mee opschieten? Ik geloof het niet. Meer zelfs: een nieuw Shangri-La doemt al op aan de horizon: India. Het is slechts wachten op een opvolger van Paul Buysse, als hij het zelf niet wil doen, om een nieuwe oproep te lanceren om deze keer om Hindi te leren, en we hebben het zaakje weer aan de gang. En als het dat niet is, zal het wel iets anders zijn. En wie weet, misschien pleit Patricia Ceysens vroeg of laat wel voor Zoeloe of Xhosa als keuzevak in de middelbare school?

En dan moet ik nu nog mijn huiswerk Russisch afmaken…

zaterdag, september 15, 2007

Maken de ratten zich klaar om het schip te verlaten?

Is er leven na België?Dag 97 — de impasse rond de formatie van een nieuwe federale regering blijft aanslepen. Van zelfs nog maar een begin van een oplossing voor het probleem Brussel-Halle-Vilvoorde is er voorlopig geen sprake, terwijl amper een half jaar geleden de kranten De Standaard en Le Soir de handen in mekaar sloegen om een Belgisch verhaal te brengen dat de indruk moest wekken dat alles toch wel koek en ei was in dit land van «Eendracht maakt macht».

Wie herinnert zich nog de begindagen van paars-groen? De federale regering hoefde nog maar een maatregel aan te kondigen, of de voltallige persmeute viel al collectief in zwijm van bewondering voor zoveel wijsheid, doortastendheid en staatsmanschap. Niets konden Verhofstadt & Co verkeerd doen, ook al bleef het vaak slechts bij een –soms zelfs herhaalde– aankondiging of liet de uiteindelijke uitwerking veel te wensen over. Alleen een verzuurde piet die daarop durfde te wijzen, en alleen daarom al volkomen genegeerd werd in de pers, want wie wil nu met verzuurde pieten te maken hebben? En dan was het plots gedaan: de paars(-groen)e keizer had dan toch geen kleren, en niets kon de paarse regering nog goed doen. De leugens en de blunders waren niet groter dan tevoren, maar ze werden plots wel als zodanig beschreven in de pers, en het beetje dat de federale regering dan toch goed deed werd zelfs niet meer vermeld. Paars was afgeschreven, en wie paars even tevoren nog fel bejubeld had, verguisde diezelfde regering wat later met evenveel overtuiging, indien niet meer. Het paarse schip was gezonken, en geen enkele persrat die nog op het paarse schip gesnapt wou worden.

Maken we vandaag iets gelijkaardigs mee op het Belgische schip? De persratten hebben het tricolore schip misschien nog niet verlaten, maar het lijkt er sterk op dat sommigen zich voor alle zekerheid toch al naar het dek begeven hebben om zich op tijd uit de voeten te kunnen maken. Kijk maar naar de analyse «Is er leven na België?» die De Standaard twee weken geleden maakte: objectief kan het werkje misschien niet genoemd worden, maar voor een krant die een half jaar geleden nog de lof van de belgitude bezong is dit al een grote stap. Pakweg twee jaar geleden zou zo'n analyse trouwens totaal onmogelijk geweest zijn, niet alleen omdat de analyse gewoonweg niet aan de orde zou geweest zijn, maar ook omdat de krant zo'n analyse toen niet zou willen maken hebben. En bovendien: de afkeurende reacties van de andere media en uit politieke hoek zouden niet te overzien geweest zijn, terwijl het nu zo goed als windstil bleef. Dat alleen al toont aan dat er iets grondig veranderd is in Vlaanderen, en niet alleen op de redactie van De Standaard dus.

Een nog frappanter voorbeeld is Siegfried Bracke. Mijn hoed af voor zijn stukje «Belgium? Call it a day.» van een paar dagen geleden, waarin hij toegeeft dat hij van mening veranderd is over het voortbestaan van België. In het artikel roept hij niet op tot een splitsing van België, maar geeft wel toe dat hij zijn mening over de waarschijnlijkheid ervan fundamenteel veranderd heeft in de loop van de laatste jaren, en dat hij van die splitsing ook geen schrik meer van heeft. Ik herhaal: in het artikel roept hij niet op tot een splitsing van België, maar geeft wel toe dat hij zijn mening over de waarschijnlijkheid ervan fundamenteel veranderd heeft in de loop van de laatste jaren, en dat hij van die splitsing ook geen schrik meer van heeft. Als morgen België dan toch barst, heeft hij met dit artikel zijn schaapjes mooi op het droge, maar als het Belgische schip nog een paar jaar blijft voortkabbelen op de woelige communautaire baren is Siegfried Bracke nog niet overboord, want meer dan een nuchtere beschouwing, zeg maar een meta-mening, heeft hij al bij al niet geuit. En ook hier: een paar jaar geleden zou Siegfried Bracke zulke mening veilig voor zich gehouden hebben, en zeker niet op een blog van de VRT kunnen zetten hebben zonder ernstige gevolgen.

Betekent dit nu dat de Vlaamse journalisten plots Vlaamsgezind geworden zijn? Zeker niet: de redacties zijn nog altijd even Belgisch-gezind als een paar maanden geleden, maar omdat het hemd altijd nader is dan de rok wil niemand van hen riskeren samen met België aan de deur gezet te worden. Het zal daarom waarschijnlijk nog een tijdje duren eer één van de Vlaamse hoofdredacteurs een vlammend separatistisch pamflet zal laten afdrukken, maar het is wel duidelijk dat een aantal onder hen er absoluut geen probleem van zal maken België als een baksteen te laten vallen als dat nodig is. De huik naar de wind hangen, heet dat. Net zoals bij de Vlaamse ondernemers, die eenzelfde proces enkele jaren geleden reeds doormaakten, wordt vandaag duidelijk dat er onder de Vlaamse journalisten bitter weinig mensen zijn die wil sterven of hun carrière op het spel zetten om België te redden. Op termijn is dit veel gevaarlijker voor België dan een procentje meer of minder voor Vlaams Belang, N-VA of Lijst Dedecker.

zondag, september 09, 2007

Toogstratego

Federale regeringsonderhandelingen 2007Bij De Standaard loopt sedert zaterdag een wedstrijd onder de naam «De Toogstrateeg»: lezers kunnen daarbij een gokje wagen over wie er Eerste Minister zal worden, hoe de coalitie er uit zal zien, en wanneer de nieuwe federale regering de eed zal afleggen.

De krant publiceerde ook de antwoorden van enkele Bekende Vlamingen. Sommigen gaven daarop een ernstig antwoord, anderen antwoordden met een kwinkslag, en, zeker, een luchtige noot mag af en toe wel eens, maar er zijn luchtige noten mét inhoud en luchtige noten zonder inhoud. Wie de antwoorden eens naleest zal zelf wel merken wie er iets te vertellen heeft, en wie absoluut niet.

Hoe dan ook, ik heb zelf ook een gokje gewaagd op Yves Leterme aan het hoofd van een rooms-blauwe regering, met de eedaflegging op 2 oktober, met de verantwoording hierboven in schema weergegeven. Zoals de toestand er vandaag uitziet denk ik dat er hoe dan ook een nieuwe regering klaar zal zijn vóór de opening van het parlementaire jaar in de Kamer.

1. Een rooms-blauwe regering acht ik de meest waarschijnlijke uitslag van de regeringsonderhandelingen. Er schijnt enig optimisme te heersen, en ik vermoed dat Herman van Rompuy zal doorgaan met zijn verkenningsopdracht tot er quasi-zekerheid is over een regeringsakkoord, waarna Yves Leterme terug in de arena zal treden. Veel langer dan tot na volgend week-end denk ik niet dat Herman van Rompuy zijn opdracht zal blijven behouden, al was het maar omdat ik er zelf ook voor zou passen nog met een verkenningsopdracht te zitten wanneer de besprekingen van de splitsingsvoorstellen over Brussel-Halle-Vilvoorde echt van start gaan in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken. Na Herman van Rompuy komt dan Yves Leterme, die dan op ongeveer twee weken een regering in mekaar zou moeten krijgen.

De bewering van Patrick Dewael dat na de oplossing van het communautaire vraagstuk de onderhandelingen pas echt zouden starten is trouwens complete nonsens. Moeten we nu werkelijk geloven dat de Open Vld op welk punt dan ook dwars zou gaan liggen voor de vorming een rooms-blauwe coalitie, of het zou moeten zijn dat ze vinden dat ze te weinig postjes krijgen? De Open Vld heeft zich immers acht jaar lang zeer gewillig en op alle mogelijke manieren laten gebruiken door de PS, maar zou vandaag dus haar Vlaamse en liberale maagdelijkheid teruggevonden moeten hebben, als we Patrick Dewael moeten geloven. Misschien dat ze zullen willen dwarsliggen als de cdH de nationalisatie van enkele belangrijke industriesectoren zou eisen, en dan nog moet ik het eerst zien gebeuren voor ik het wil geloven.

2. Indien Herman van Rompuy mislukt, vermoed ik dat hij reeds deze week zijn opdracht terug zal geven aan de koning omdat hij mij de man niet lijkt die zoiets onnodig lang zou rekken. Daarna volgt misschien een korte koninklijke consultatieronde, om Didier Reynders in de ring te sturen met de opdracht de volgende logische mogelijkheid, een tripartite, op poten te proberen zetten, eerst als informateur en daarna als formateur. Aangezien zo'n tripartite politiek al bij al redelijk eenvoudig zou liggen wat de onderhandelingen betreft –alle betrokken partijen zouden het beschouwen als een soort van grijs zakenkabinet tot aan de verkiezingen van 2009– en de situatie doordrenkt zou zijn van een systemische crisissfeer, zou het Didier Reynders moeten lukken om die regering relatief snel klaar te krijgen, zeg maar in de loop van de laatste dagen vóór de opening van het parlementair jaar. Er zal hem ongetwijfeld veel aan gelegen zijn om zelf het spreekgestoelte te mogen bestijgen als Eerste Minister op 9 oktober in de plaats van Guy Verhofstadt – de man is duidelijk veel te ijdel om zo'n gelegenheid zomaar voorbij te laten gaan en zal daar wel voor willen betalen ook, bijvoorbeeld aan de CD&V, ook al is ook die partij Guy Verhofstadt liever kwijt dan rijk.

3. De derde mogelijkheid is een rooms-rood-groene coalitie indien Didier Reynders zou mislukken in zijn informatieopdracht voor een tripartite. Let daarbij bijvoorbeeld op de timing voor de volgende peiling van La Libre Belgique, die traditioneel op de laatste maandag van september gepubliceerd wordt. Een desastreuze peiling voor één van de betrokken partijen zou de informatieopdracht van Didier Reynders wel eens volledig om zeep kunnen helpen. Opdat er dan van een rooms-rood-groene coalitie überhaupt sprake zou kunnen zijn moeten CD&V en N-VA al hun staatshervormingsdromen laten varen, en wordt Brussel-Halle-Vilvoorde gesplitst (of niet gesplitst) volgens de voorwaarden van de Franstaligen. Indien rooms-rood-groen zou mislukken, bestaan er immers nog slechts twee alternatieven: een paarse minderheidsregering tot 2009 die gedoogd wordt door christen-democraten en/of groenen, of een opsplitsing van België. Op dit ogenblik zie ik CD&V er niet toe in staat om één van die laatste twee alternatieven te kiezen, en offert zij waarschijnlijk nog liever haar communautaire geloofwaardigheid en de verkiezingen van 2009 op dan een cruciale rol te spelen bij wat anders een afspraak met de geschiedenis zou zijn. Hoe dan ook, als niet alleen rooms-blauw maar ook een tripartite onmogelijk blijken, zie ik door de omstandigheden een rooms-rood-groene regering redelijk snel tot stand komen en de eed afleggen nog vóór 9 oktober.

Op dit ogenblik geef ik nog steeds de meeste kansen aan rooms-blauw, al was het maar omdat ik vermoed dat Herman van Rompuy er anders al lang de brui aan zou gegeven hebben. Ik denk ook dat de CD&V niet van plan is het zover te laten komen dat er een tripartite nodig is om een federale regering te vormen, en nog liever een minister extra aan cdH geeft en de eisen voor een staatshervorming nog wat meer inslikt dan de socialisten in de regering op te nemen en aan zo'n avontuur te beginnen. Netto komt dat qua postjes toch voordeliger uit. Kartelpartner N-VA zal dan moeten kiezen wat ze doet, maar voor velen van de kaderleden van die partij zou het niet de eerste keer zijn dat ze iets «met de dood in het hart» zouden moeten goedkeuren.

dinsdag, september 04, 2007

Dodelijk gif dat de rede lamlegt en de emoties de vrije teugel laat

Mathias de ClercqVolgens Herman de Croo zijn Vlaams-nationalisten mentaal gehandicapt. Wie de column van Mathias de Clercq van vandaag in De Morgen leest, kan zich echter niet van de indruk ontdoen dat het met de geestelijke gezondheid van laatstgenoemde op dit ogenblik niet echt goed gesteld is.

Niettegenstaande Mathias de Clercq lid is van een partij die in haar naam nog steeds de V van Vlaanderen draagt, lijkt hij behoorlijk allergisch te zijn aan alles wat van ver of nabij kan doen denken aan Vlaanderen, of, erger zelfs, Vlaams-nationalisme. Zijn bijdrage is dan ook doorspekt met termen waar de anti-Vlaams-nationalistische haat zo van afdruipt. Een bloemlezing:
  • mediocriteit
  • provincialisme
  • slachtofferisme
  • vermeende superioriteit
  • onder de IJzertoren staan krijsen
  • communautaire scherpslijpers die er alles aan doen om redelijke compromissen onmogelijk te maken
  • een horde radicale nationalisten
  • gebrul en zwaaiende leeuwenvlaggen
  • vastgeklemd en meegezogen
  • opstoot van bruut nationalisme
  • Vlaamse spierballen
  • vendelgezwaai en leeuwengeklauw
  • de mythe van een bloedgemeenschap
Ontbreken in deze lijst: de klassiekers «kaakslag», «korte broek» en «Vlaamsch». Wat de eerste term betreft misschien wel vooral omdat de Vlamingen de laatste maanden nog geen kaakslag hebben moeten incasseren, terwijl de Belgen nog steeds niet goed zijn van de uppercut die ze te verwerken kregen toen «een horde radicale nationalisten» van de N-VA op de verkiezingsavond met leeuwenvlaggen stonden te zwaaien toen Yves Leterme zijn verkiezingsoverwinning opeiste. En te brullen, hoewel ik me dat niet echt meer kan herinneren, maar misschien heeft Mathias de Clercq dat er ondertussen al bij gefantaseerd? Riep één van die vlaggenzwaaiers daar trouwens niet «Heil Leterme» of «Heil De Wever»? Het zou anders wel gekund hebben… Mathias de Clercq sleurt er in ieder geval Louis Paul Boon bij met volgend citaat:
Vandaag of morgen zullen zij weer door onze straten trekken met hun leeuwenvlaggen, hun benagelde botten, hun roffelende trommen.
En wat verder klinkt het «Daar begint de discriminatie, het racisme en finaal de uitsluiting.» Kwestie van dat de lezer vooral niet uit het oog zou verliezen dat de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde en de vraag aan de Franstaligen die zich in Vlaanderen komen vestigen om toch maar een mondje Nederlands te leren niet anders kan dan eindigen met etnische zuiveringen, concentratiekampen, und so weiter

Nog een citaat, deze keer een pareltje van Mathias de Clercq zelf: «Het nationalisme is als een dodelijk gif dat de rede lamlegt en de emoties de vrije teugel laat.» Dat kan tellen van iemand die iets tevoren heeft moeten bekennen dat hij staat te kokhalzen omdat de militanten van een partij met de eigen vlag stonden te zwaaien nadat ze een spetterende want groter dan verwachte overwinning haalde. In elk ander land zou men daar nog niet eens de wenkbrauwen voor fronsen –probeer je het tafereel eens in Nederland of Frankrijk voor te stellen, en geen haan zou er naar kraaien–, maar in Vlaanderen hebben sommige er drie maanden later nog nachtmerries over die ze dan van zich af moeten schrijven in één of andere krant.

De kers op de tricolore taart komt echter wanneer Mathias de Clercq meent Bart de Wever eens goed te moeten aanpakken. Lees mee:
Neem de ronduit vulgaire uitspraak van Bart De Wever over Herman de Croo: «Het is niet omdat die man Nederlands praat dat hij Vlaming is.» De voorzitter van de N-VA, die het steeds heeft over de verdediging van “onze” Vlaamse belangen, eigent zich het recht toe om te bepalen wie een Vlaming is en wie niet. Ik huiver van mensen die anderen opsluiten in een vermeende collectieve identiteit en in naam daarvan bepalen wie er al dan niet toe behoort.
En even later, na het inroepen van de hulp van Mario Vargas Llosa (name-dropping?), ontneemt hij zelfs Bart de Wever het recht om in zijn naam of die van andere Vlamingen te spreken! Ik zou daarom willen afsluiten met volgend persoonlijk bericht aan Mathias de Clercq:

Beste Mathias de Clercq,

Gij zielenpoot, gij stuk Belgische pretentie, enkel en alleen verkozen en tot schepen gebombardeerd omdat ge de achternaam van uw grootvader draagt, maar verder totaal ongeschikt en in ieder geval onrijp voor welk politiek mandaat dan ook, zelfs al was het in het kleinste, achterlijkste gehucht, gij zijt nog niet waardig dat Bart de Wever u een deugddoende stamp tegen uw driekleurig achterste zou geven. Het was immers Herman de Croo die zich eerst liet ontvallen dat Vlaams-nationalisten mentaal gehandicapt zijn, waarna hij een dag later zijn verontschuldigingen aanbood aan… de mentaal gehandicapten. Ik heb u toen niet weten huiveren over opsluitingen van anderen, noch sluikse verwijzingen zien planten naar allerlei kwaadaardige régimes die hun gangen gingen met wie zij afschreven als mentaal gehandicapten. Eén-twee-drietjes van discriminatie, racisme en finaal uitsluiting zouden toen veel meer ter zake geweest zijn, maar ge hebt toen gezwegen als vermoord. Het ware dan ook beter geweest als ge ook nu gezwegen zoudt hebben, want het is toen dat ge zelf het recht verloor om vandaag Bart de Wever tot de orde te roepen, laat staan hem rechten te ontnemen op wat dan ook. Voor zover ik weet deed Bart de Wever trouwens zijn uitspraak over Herman de Croo niet in uw of iemand anders naam, en meer zelfs, ik ben er vrij zeker van dat hij er zich voor zou hoeden uitspraken te doen op zo'n manier dat men zou durven vermoeden dat zij ook in naam van gevallen zoals u zouden kunnen gedaan zijn.

Mag ik u trouwens iets aanraden? In plaats van opstelletjes te schrijven zou u er beter aan doen eens goed uit te slapen, wat vakantie te nemen, en als ook dat niet helpt professionele hulp te zoeken. Dat u drie maanden later nog staat te kokhalzen omdat partijmilitanten een verkiezingsoverwinning vierden met wat vlaggengezwaai is duidelijk een lichamelijk symptoom dat er één en ander niet helemaal in orde is in uw bovenkamer. Dat is ook de raad die ze u bij
De Morgen hadden moeten geven toen ge daar uw briefje kwaamt afleveren, maar erg toerekeningsvatbaar zijn ze daar op de redactie wel nooit geweest. Waart ge met uw schrijfsel naar de redactie van een échte krant gestapt, had de publicatie ervan misschien voorkomen kunnen worden, maar daar is het nu dus te laat voor.

En leer verdragen dat iemand zijn vreugde uit door met de vlag van zijn volk of gemeenschap te zwaaien, ook al is dat een vlag waar ge zelf niet naar zoudt grijpen. Verdraagzaamheid heet dat, maar dan in de praktijk gebracht en niet er hoogdravend en betweterig over geschreven in één of andere progressieve krant die niet kan verdragen dat er mensen rondlopen met een andere mening. Dat zal in de toekomst ongetwijfeld nog veel misselijkheid en gekokhals kunnen voorkomen.

maandag, september 03, 2007

«Slecht weer beu? Stem voor ons!»

Socialist Left Party of NorwayEcht: de Noorse Socialistische Partij van Links (SV) belooft beter weer als de kiezers volgende week voor haar stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen. Er is echter een klein probleempje met de slogan: slecht weer betekent immers gewoonlijk koud weer, terwijl SV de globale opwarming wil bestrijden. En aangezien ook Oslo dit jaar één van de slechtste zomers sinds mensenheugenis heeft meegemaakt lopen er op dit ogenblik niet bepaald veel mensen in de straten van Oslo rond die erg bang zijn van een beetje globale opwarming als dat ook wat lokale opwarming zou betekenen.

De Socialistische Partij van Links, lid van de Noorse regeringscoalitie sedert de verkiezingen van 2005 toen de partij 8,8% van de stemmen en 15 van de 169 zitjes in het Noorse Parlement (Storting) haalde, heeft zich altijd al geprofileerd als de ecologische partij van Noorwegen. Voor de gemeenteraadsverkiezingen van dit jaar pakt de partij daarom onder meer uit met de slogan «Lei av dårlig vær? Stem SV!», wat zoveel betekent als «Slecht weer beu? Stem SV!». Maar wat te denken van zo'n verkiezingsslogan?

Traditioneel betekent «slecht weer» immers steeds koud weer, regen, sneeuw, hagel, ijzel, mist, overstromingen, enz, maar ik heb nog nooit iemand over slecht weer horen spreken wanneer het ging over warm of heet weer, of zelfs een hittegolf. Toevallig heeft ook Oslo dit jaar één van de slechtste zomers sinds mensenheugenis, zeg maar de laatste vijf jaar dus, meegemaakt, en er lopen er hier dus een heleboel rond die het slechte weer wel degelijk beu zijn. De kranten hebben er echter lange tijd de moed in gehouden, en voorspelden gedurende twee-drie maanden dat de zomer in aantocht was… over twee-drie dagen. Midden augustus moesten ze uiteindelijk toch de strijd opgeven, maar ondertussen wordt wel voorspeld dat de herfst warmer dan normaal zal zijn. Tegen het einde van de week zouden de temperaturen zelfs weer omhoog moeten gaan. Echt waar deze keer. Hoe dan ook, als je in Oslo nog iemand wil vinden die bang is voor de globale opwarming, om over lokale opwarming nog maar te zwijgen, zal je goed moeten zoeken. Ik durf zelfs te wedden dat er ook op het partijhoofdkwartier van SV medewerkers rondlopen die zich de laatste maanden, in een zwak moment, afgevraagd hebben waar die globale opwarming nu feitelijk zit wanneer je hem nodig hebt.

Maar zit er meer achter deze slogan? Eén ding is dat SV opnieuw bewijst, voor zover dat nog nodig was, dat groene partijen graag inspelen op de emoties van mensen die niet zo goed geïnformeerd zijn en zelf niet kunnen of willen nadenken. Kijk maar naar het nucleaire debat of dat over de genetisch gemanipuleerde gewassen: daar doen ze immers precies hetzelfde. Letterlijk genomen raakt de slogan van SV trouwens kant nog wal, maar ik moet toegeven dat hij wel leuk klinkt als ik even mijn brein volledig af zet.

Een andere zaak is dat de groene jongens en meisjes in het veld de gekste argumenten verzinnen om de slogan toch maar te kunnen verdedigen. In het bijzonder twee argumenten doen de ronde om te bewijzen dat deze slogan geen complete onzin is. Het eerste argument is dat globale opwarming voor Noorwegen, en dan in het bijzonder Oslo en omgeving, een lokale afkoeling zou betekenen door het wegvallen van de Golfstroom. Die theorie werd jaren geleden al verworpen, maar is nooit echt verdwenen uit de geesten. Het tweede argument is dat het slechte weer waarnaar de slogan verwijst niets te maken heeft met het slechte weer in Oslo, maar wel met het slechte weer in de rest van de wereld. Het probleem daarmee is echter dat het mij helemaal niet duidelijk is waarom iemand in Oslo het slechte weer aan de andere kant van de aardkloot beu zou moeten zijn, tenzij dan het omwille van het bijhorende mediageblaat aangestookt door, precies, milieuorganisaties en groene partijen zoals SV. Als je het mij vraagt, eerder een argument om volgende week vooral niet op SV te stemmen dus.

zaterdag, september 01, 2007

Vlaamse en Franstalige «redelijkheid»

Brussel-Halle-VilvoordeMCC-voorzitter Gérard Deprez wil zich voordoen als de redelijkheid zelve, en zet zich af tegen het discours van FDF-tegenhanger Olivier Mangain. En inderdaad, wat kan een zinnig mens nu hebben tegen een splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde op een manier zodat de Vlamingen zo weinig mogelijk zetels zouden halen, zoals hij voorstelt? Nog een collega van hem, Joëlle Milquet van de cdH, vindt dan weer dat de staatshervorming slechts een bijkomstigheid is, en blokkeert daarom de vorming van een oranje-blauwe coalitie zodat België op zijn grondvesten davert. Jan Segers van zijn kant laat dan weer in Het Laatste Nieuws zien wat Vlaams-intellectuele redelijkheid is: hij is bereid zevenhonderd Vlamingen te slachtofferen in ruil voor de toepassing van de Grondwet. In welk ander land kan een journalist zoiets schrijven zonder zijn job te verliezen?

In een interview met La Libre Belgique zet Gérard Deprez zich in krasse bewoordingen af tegenover Olivier Maingain over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, maar wat stelt hij eigenlijk precies voor? Een nauwkeurige lezing toont aan dat Gérard Deprez zich in het interview in het beste geval voordoet als een wolf in schaapsvacht, maar nog steeds een wolf dus:
Des conditions minimales doivent être rencontrées : que tous les francophones de l'actuel arrondissement de Hal-Vilvorde puissent continuer à voter pour des francophones et que toutes les voix francophones soient comptabilisées pour permettre d'avoir un maximum d'élus francophones. Pour Olivier Maingain, il faut en plus une extension de Bruxelles.
In tegenstelling tot Olivier Maingain eist hij dus geen uitbreiding van het Brusselse Gewest, maar zijn «minimale voorwaarden» om Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen zijn toch ook niet van de poes. Ten eerste eist hij dat alle Franstaligen zouden kunnen blijven stemmen voor Franstalige partijen. Dat is op zich geen probleem: voor het Vlaamse Parlement en de provincie Vlaams-Brabant kunnen de Franstaligen zonder probleem op het UF stemmen, maar vermoedelijk is het dat niet wat hij bedoelt, maar wel een soort inschrijvingsrecht dus. De tweede eis is echter ronduit grotesk: de stemmen voor de Franstalige partijen moeten op zo'n manier geteld worden dat er een maximaal aantal Franstalige zetels uit de bus komen. Combineer dit met het feit dat verkiezingen een zero sum game zijn –het totale aantal zetels ligt immers op voorhand vast– en de keerzijde van zijn eis wordt onmiddellijk duidelijk: hij wil dat de stemmen zo geteld worden dat er zo weinig mogelijk Vlaamse zetels gevormd worden. Eerste bedenking: kan zo'n voorstel werkelijk binnen het democratische kader gerekend worden? Tweede bedenking: wat gaat het Arbitragehof hier van vinden? Derde bedenking: het zou er nog aan ontbreken dat Gérard Deprez daar bovenop nog een uitbreiding van het Brusselse Gewest zou eisen. Ik weet eerlijk gezegd niet of de eis van Olivier Maingain dan werkelijk zoveel onredelijker is dan de voorwaarden van Gérard Deprez.

Nog iemand die er iets van afweet om schijnbaar één ding te zeggen maar in feite precies het omgekeerde vertelt is Joëlle Milquet. Op een partijdag van de cdH wist zij te vertellen dat het institutionele slechts bijkomstig is, en dat het dringend tijd wordt om over de essentiële dingen te spreken. Merkwaardige stelling is dat uit de mond van precies die onderhandelaar die de formatiepoging van Yves Leterme kelderde met haar weigering toe te geven op… ja, een bijkomstigheid dus. Als Joëlle Milquet werkelijk meent dat het institutionele slechts een bijkomstigheid is, zou zij zo snel mogelijk één of andere cursus onderhandelingstechnieken moeten volgen: bijkomstigheden zijn immers geen breekpunten in een onderhandeling, maar die punten waarop je toegeeft om andere, voor jou essentiële punten uit de brand te slepen. Als Joëlle Milquet het werkelijk meent, zou zij dus moeten toegeven op àl het institutionele om zoveel mogelijk sociaal-economische punten in het regeringsakkoord te kunnen krijgen waarmee zij in 2009 zou kunnen uitpakken en glansrijk de regionale verkiezingen kan winnen. Of zou het kunnen dat zij met haar uitspraak nogmaals bevestigt dat het institutionele wel degelijk essentieel is voor haar en haar partij? Ik zou trouwens graag zien dat één van de Vlaamse onderhandelaars haar eens op haar woord neemt over wat nu werkelijk essentieel en bijkomstig is.

Tot slot Jan Segers in Het Laatste Nieuws dan. Wat bezielt die man eigenlijk te schrijven wat hij schrijft?
Het pad van de verkenner is dus smal, zijn onderhandelingsmarge miniem. Elke zwaar symbolische toegift is onbespreekbaar voor de Vlamingen, hoe miniem de impact daarvan op het dagelijkse leven ook mag zijn. Stel de flaminganten mogen nu even huiveren dat je in ruil voor de splitsing van de kieskring onder meer een kleine faciliteitengemeente als Linkebeek toch toevoegt aan het tweetalige Brussel en dus raakt aan het heilige Vlaamse grondgebied, wat betekent dat dan? Dat zowat 700 Vlamingen want alle andere inwoners van Linkebeek spreken Frans voortaan officieel in een tweetalige gemeente wonen. Is dat de ultieme definitie van onleefbaarheid?
Het is precies dit soort volksverraad –want kan men het eigenlijk iets anders noemen?– waar de Franstaligen op gokken met hun onverzettelijke houding: dat de Vlaamse «elite» uiteindelijk tot dit soort van «redelijkheid» zou komen waarbij men ocharme amper zevenhonderd Vlamingen overlevert aan de Brusselse tweetaligheid voor de lieve vrede. Waar legt Jan Segers trouwens de grens? Van zevenhonderd Vlamingen maakt hij geen probleem, maar wat met duizend Vlamingen? Of zevenduizend? Als er één faciliteitengemeente vanaf kan, waarom dan ook geen tweede? Of een derde? De ultieme definitie van de onleefbaarheid is dat inderdaad niet, en vergeleken met misdaden tegen de menselijkheid zoals het vragen aan Franstaligen om toch maar een mondje Nederlands te leren en de territoriale integriteit van het Vlaamse Gewest te erkennen valt dat inderdaad in het niets. Ik weet echter één ding: de meest extremistische Franstalige expansionist heeft oneindig keer meer respect voor Bart de Wever van de N-VA en de aanhangers van Vlaams Belang en Lijst Dedecker dan het soort intellectuele pantoffeldiertjes als een Jan Segers die vrijwillig faciliteitengemeenten in het uitstalraam legt omdat hij niet het minste greintje zelfrespect bezit en daardoor niet beseft wat voor onzin hij op papier zet. Dat grondgebied overal en per definitie heilig is schijnt hij niet te beseffen; de Franstaligen beseffen het des te beter. Misschien zal hij het beseffen wanneer de Franstaligen de gemeente waar hij woont «tweetalig» willen maken, maar ik hoop voor hem dat het nooit zover zal moeten komen.