zaterdag, september 22, 2007

Buitenlandse pers niet onder Belgische controle

Belgian crisisDat de federale regeringsonderhandelingen maar niet willen opschieten is natuurlijk, op zijn zachtst gezegd, vervelend voor al wie supportert voor de Belgische partij, maar minstens even irriterend is het dat men ook in het buitenland gemerkt heeft dat er in België iets aan de hand is. En dat daarover, horresco referens, zelfs artikels gepubliceerd worden die niet eerst aan de Belgische censor voorgelegd werden.

Vandaag beklaagt De Standaard er zich ferm over dat in de buitenlandse kranten kemels geschoten worden over de Belgische crisis. Dat beklag wordt weliswaar gemengd met een vorm van leedvermaak, een beetje in de trant van «zie maar eens wat die kranten ervan bakken, en die noemen zich dan ook kwaliteitskranten…» Of dat wel gepast is voor een krant die er zelf ook wel eens met de plank naast wil kloppen, of erger nog, durft verzuimen de plank op te nemen, is toch maar de vraag. Maar wat het beklag betreft valt op dat men er blijkbaar vooral een probleem mee heeft dat men duidelijk geen controle heeft over welke zaken er in de buitenlandse pers verschijnen.

Vroeger werd zowat alles over Belgisch politiek dat in de buitenlandse pers verscheen gefilterd door de Franstalige pers, met soms dan toch al eens een vertaald artikeltje uit een Vlaamse krant, maar vandaag kunnen buitenlandse journalisten hun mosterd ook op het internet halen en daar andere bronnen raadplegen. Een initiatief als The Brussels Journal is ongetwijfeld een nagel aan de doodskist van België en wordt duidelijk geraadpleegd door buitenlandse journalisten. Maar wat de pers nog het meest lijkt te irriteren is dat buitenlandse journalisten het aandurven zich buiten het Europese/internationale district van Brussel te begeven en zelf op pad te gaan om te horen wat de Vlaming of de Waal in zijn eigen dorpsstraat van de situatie vindt. Stel je voor zeg, die journalisten zijn duidelijk niet te beroerd om dingen zelf te gaan onderzoeken, alsof ze nog nooit gehoord hebben van een begrip als beroepsethiek!

Wie echter de artikelen in de buitenlandse pers leest stelt vast dat vrijwel niemand in het buitenland ernstige problemen lijkt te hebben met een uiteenvallen van België (op een Luxemburgse Eerste Minister na). Alle Marc Reynebeaus, Willy Claesen en Wilfried Martensen die ons al jarenlang hebben voorgehouden dat het buitenland de Vlaamse onafhankelijkheid nooit zou aanvaarden worden hiermee mooi in hun hemd gezet. Wat een belgicistische pretentie trouwens: moesten we immers werkelijk geloven dat men in de Verenigde Staten wakker zou liggen van een splitsing van een staat, amper een voorschoot groot en vrijwel onbeduidend, als het resultaat van die splitsing ternauwernood merkbaar zou zijn? Zolang men in Washington DC niet de indruk krijgt dat een onafhankelijk Vlaanderen het hoofdkwartier van de NAVO zou willen buitenjagen kan het hen geen barst schelen of dat hoofdkwartier in een Belgisch koninkrijk, een Vlaamse republiek of een Brusselse principauté zou liggen. Die vaststelling zal ongetwijfeld wel pijn doen: ten eerste aan hun Belgisch eergevoel, en ten tweede omdat ze vandaag tegenover zes miljoen Vlamingen ontmaskerd worden als patente leugenaars, 's Majesteits loopjongens en/of ultieme non-experts. Het is dan slechts een magere troost dat je collega's je ooit collectief hebben uitgeroepen tot slimste mens…

Geen opmerkingen: