zaterdag, mei 31, 2008

Flanders Today

Derek BlythDe laatste dagen is er nogal wat te doen geweest rond Flanders Today, een publicatie van de Vlaamse Regering om buitenlanders meer informatie te verschaffen over Vlaanderen. In een artikel over de niet-benoeming van de drie burgemeesters in de Vlaamse Rand was een fout geslopen, waarop de redactie van het blad de volle laag had gekregen. Vandaag doet de hoofdredacteur van Flanders Today, Derek Blyth, daarover zijn beklag in De Standaard, maar enkele fundamentele vragen over zowel de opdracht van het blad en de invulling ervan als het ontstaan van de fout in het beruchte artikel komen jammer genoeg niet aan bod.

Hoofdredacteur Derek Blyth verklaart in het interview met De Standaard dat hij geen hoofdredacteur van een Vlaamse «Pravda» wil zijn, en dat hij de onafhankelijkheid van het blad wil bewaren. Dat is meteen ook de drogreden die hij gebruikt om in de krant de vuile was tussen hem en de Ministers Geert Bourgeois en Marino Keulen buiten te hangen, want hij wil de mening weten van de Vlamingen, als belastingbetalers de aandeelhouders en geldschieters van Flanders Today, over wat de redactionele lijn van het blad zou moeten zijn.

Wat dat laatste betreft kan het antwoord kort zijn: die mening wordt uiteraard door Minister Geert Bourgeois vertolkt, die precies als Minister van onder meer Buitenlands Beleid in de Vlaamse Regering de Vlaamse belastingbetalers op dat vlak vertegenwoordigt. Als Derek Blyth dat fundamentele gegeven niet helemaal ziet zitten, moet hij misschien maar eens een basiscursus democratie volgen, hoewel dat niet echt nodig zou mogen zijn gezien zijn Anglo-Saksische achtergrond, waarover hij zo snoeft. Het zou ook kunnen dat hij dan in één moeite door ook leert waarom een vergelijking met de Pravda niet helemaal opgaat, of beter gezegd, helemaal niet opgaat: de Pravda was het propagandainstrument van een communistische dictatuur om het volk onder de knoet te houden, en dat is iets helemaal anders dan een publicatie van een Vlaamse Regering die een tegenwicht wil vormen voor de –objectief– onjuiste informatie die in Franstalige kranten verspreid wordt over Vlaanderen en het Vlaamse beleid.

Dat de Vlaamse Regering bij de oprichting van het blad onderstreept heeft dat het een zekere vrijheid en onafhankelijkheid zou krijgen mag dan wel correct zijn, het moet echter duidelijk zijn dat die vrijheid en onafhankelijkheid alleen maar onder voorwaarden kan bestaan. Eén zo'n voorwaarde is dat de journalisten van Flanders Today zich correct zouden informeren over wat er in Vlaanderen gebeurt, om vervolgens zelf hun lezerspubliek correct te kunnen informeren. En hier heeft Flanders Today overduidelijk grandioos geflaterd.

Wanneer een buitenlandse journalist in één of andere krant zou geschreven hebben dat de drie Franstalige burgemeesters in de Rand niet benoemd raakten omwille van het verspreiden van Franstalige verkiezingspropaganda, dan zou men in Vlaanderen nog maar eens gezucht hebben dat de betrokken journalist overduidelijk alleen maar de Franstalige kranten zou gelezen hebben. Dat echter een journalist van Flanders Today in staat is tot zulke flater, en daarmee niet alleen aangeeft dat hij zich niet correct geïnformeerd heeft, maar bovendien waarschijnlijk niet eens de gevoeligheid van het dossier snapt, wekt alvast bij mij toch wel enige verbazing. Dat Derek Blyth dan vervolgens nog verbaasd is dat hij daarover boze telefoontjes ontvangt vanuit de Vlaamse Regering is nog meer verbazend. Was de man de hoofdredacteur van een Wallo-Brux Today geweest, hij was al lang de laan uitgestuurd, en volkomen terecht ook.

Over Wallo-Brux Today gesproken, kan iemand zich voorstellen dat zo'n publicatie gesponsord zou worden door de Franstalige Gemeenschapsregering én tegelijkertijd volledig onafhankelijk zou mogen zijn? Kan iemand zich voorstellen dat er een hoofdredacteur zou aangesteld worden die met zulke illusie zou dúrven rondlopen? Of dat één van de journalisten een kemel zou kunnen schieten van het formaat dat Flanders Today schoot, zonder zware gevolgen niet alleen voor de journalist zelf maar ook voor de hoofdredacteur? En dat die laatste daar dan vervolgens nog eens uitgebreid zijn beklag over zou kunnen doen in de Franstalige pers? Ik heb daar behoorlijk wat problemen mee, en misschien zal dat wel aan mij liggen, maar dat ze in het Zuiden van het land begot nog niet zouden weten waarom ze een Wallo-Brux Today zouden moeten oprichten, zegt misschien toch al genoeg.

maandag, mei 26, 2008

B-H-V en de geo-strategie van Elio di Rupo

Brussel-Halle-VilvoordeAls om te illustreren dat Bart Maddens het zaterdag in De Standaard wel degelijk bij het rechte eind had, zette Elio di Rupo vandaag in een interview met Le Soir nog eens goed de puntjes op de i wat betreft de (niet-)splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde: Door de splitsing tegen te houden willen de Franstaligen hun aanspraken op delen van Vlaams-Brabant bij een eventuele toekomstige splitsing van België gaaf houden.

Elio di Rupo legt aan het einde van het interview haarfijn uit welke drie «bruggen» hij ziet waarmee hij de Franstaligen in Vlaams-Brabant verbindt met Francofonië. En van die bruggen wil hij in de toekomst gebruik kunnen maken om op minstens die delen van Vlaams-Brabant die nodig zijn om Brussel geografisch met Wallonië te verbinden aanspraken te kunnen maken, en de staatsgrens ten Noorden van de huidige gewestgrenzen te leggen. Ik citeer letterlijk uit het interview:
En tout cas, pour l'institutionnel, c'est mal parti au fédéral. BHV

On peut répondre à la Cour constitutionnelle par d'autres mécanismes que le splitsing. Et si les partis flamands maintiennent leur exigence, de toute façon, la scission ne pourra pas être pure et simple. Les francophones ont des raisons de géostratégie.

«Géostratégie», carrément…

Oui. Voici mon raisonnement… Les francophones autour de Bruxelles ont trois types de droits liés aux personnes : un droit électoral, leur permettant de voter pour des personnalités bruxelloises; ils peuvent être jugés en français en justice; enfin, il y a les facilités dans six communes. Ces trois types de droits constituent comme des ponts, qui enjambent la frontière linguistique, signifiant qu'elle n'est pas une frontière d'État. Toute la stratégie des responsables politiques flamands est de faire sauter ces ponts l'un après l'autre, afin d'isoler Bruxelles en Flandre, et d'affirmer la frontière linguistique comme une frontière d'État potentiellement. Ce schéma, nous n'en voulons pas. Il ne passera pas.
Het is overigens niet de eerste keer dat Elio di Rupo zich in deze zin uitlaat: de dag na de beruchte niet-stemming van de splitsing van het arrondissement in de Kamer deed hij al precies hetzelfde, met overslaande stem, tijdens een discussie in het ochtendprogramma van La Première. Het is alleen jammer dat dit discours van hem vrijwel nooit doorsijpelt tot in de Vlaamse pers.

zaterdag, mei 17, 2008

Geen buitenlands respect zonder Vlaams zelfrespect

Mia DoornaertOnderstaande tekst werd als reactie op Mia Doornaerts column «Slecht imago is natuurlijk schuld van de buitenwereld» als lezersbrief naar De Standaard gestuurd.

Geachte redactie, Mia Doornaert,

Ik las net het opiniestuk «Slecht imago is natuurlijk schuld van de buitenwereld» over het imagoprobleem van Vlaanderen. Mia Doornaert trekt daarin enkele parallellen tussen de Vlaamse reactie op de commissie die zich deze week boog over de niet-benoeming van drie Franstalige burgemeesters in de faciliteitengemeenten, en onder meer de Russische en Servische reacties op kritiek over wat er gebeurt en gebeurd is in Tsjetsjenië en Kosovo. In haar besluit legt zij de schuld voor het Vlaamse imagoprobleem bij het electorale succes van het Vlaams Belang met haar anti-belgicisme en separatisme, en onze manie om buitenlanders af te straffe met interne meningen en complexen. Aangezien zij concreet geen andere redenen aanhaalt, neem ik aan dat zij meent dat dat de hoofdredenen zijn.

Het kan zijn dat ik de laatste dagen over enkele artikels heen gelezen heb in de sectie Buitenland, maar voor zover mij bekend zijn het de Russen niet die in Tsjetsjenië de separatistische kaart trekken, net zo min als het de Serviërs zijn die zich in Kosovo of daarvoor in Montenegro en andere voormalige deelrepublieken «anti-joegoslavistisch» gedroegen. Ik heb dus problemen om te begrijpen waarom juist het separatisme en het anti-belgicisme van het Vlaams Belang de oorzaak zouden zijn van het Vlaamse imagoprobleem in het buitenland.

Over die Slovaakse perswetten: wie heeft in Sint-Niklaas een persstok gevonden om een verantwoordelijke-uitgevershond te slaan, en dat tot in het Europees Parlement toe? Ook al heeft de betrokken auteur zich zelf al bij het parket gemeld en mag de verantwoordelijke uitgever zelfs niet meer vervolgd worden? Artikel 25 van de Belgische Grondwet stelt het nochtans duidelijk: «Wanneer de schrijver bekend is en zijn woonplaats in België heeft, kan de uitgever, de drukker of de verspreider niet worden vervolgd.» Maar over «onze manie om buitenlanders af te straffen met onze interne meningsverschillen» gesproken dus!

Zou ik even mijn eigen stelling over de grondreden voor het Vlaamse imagoprobleem in het buitenland mogen poneren? Om in het buitenland enig respect te kunnen krijgen, moet je eerst aan je zelfrespect werken. Je zal als buitenlands correspondent in Brussel deze zaterdag dan toch maar eens de moeite gedaan hebben om een Vlaamse krant te kopen, en De Standaard of De Morgen gekocht en doorwrocht hebben op zoek naar enig Vlaams tegengewicht tegenover de Franstalige kranten. Het enige wat je er geserveerd krijgt zijn pleidooien om de lezer ervan te overtuigen dat die commissie misschien toch wel gelijk heeft gehad en het eigenlijk allemaal onze eigen dikke schuld geweest is? Hoeft het dan werkelijk te verbazen dat Vlaanderen in het buitenland een slecht imago krijgt? Een Vlaamse voorlichtingsambtenaar zal daar weinig of niets aan kunnen veranderen.

vrijdag, mei 16, 2008

Vlaams imagobouwen

Congres van Lokale en Regionale Overheden in EuropaHet is weer zover: de Franstaligen zijn er opnieuw in geslaagd één of andere Europese commissie naar Vlaanderen te sturen om een slecht rapport te laten opmaken. En opnieuw schiet de Vlaamse Regering veel te laat in actie, maar, opgelet, nu het kalf reeds verdronken is gaan ze wel een lange brief schrijven. En een initiatief nemen om het imago van Vlaanderen in het buitenland wat op te vijzelen. Zo lang het met dat laatste niet echt menens is, zal dat echter boter aan de galg blijven.

Het Congres van Lokale en Regionale Overheden in Europa moet wel een onmetelijk belangrijk orgaan zijn als tot verleden week bijna niemand –letterlijk!– in Vlaanderen iets van het bestaan ervan afwist. Dat een commissie van dat congres Vlaanderen slechte punten geeft is uiteraard niet leuk, en wanneer het breed uitgesmeerd wordt in de Europese pers al helemaal niet, maar het belang ervan mag misschien toch wel tot de ware proporties gereduceerd worden. Is het de eerste keer in de geschiedenis dat een commissie van dat congres aan een land of een regio een slecht rapport uitdeelt, of zou het kunnen dat zulke rapporten van nul of generlei tel zijn? Ik ben geneigd eerder het laatste te denken.

Het enige vervelende aan het rapport is dus dat het breed uitgesmeerd werd in de pers – niet alleen de Vlaamse en de Waalse, maar in heel Europa. En dat is toch een merkwaardige zaak. Het volstaat immers om even in het archief van de organisatie te duiken om er allerlei andere rapporten over problemen in andere landen op te vissen waar de pers in België, zowel de Vlaamse als de Waalse, nog met geen woord over gerept heeft, en dat waarschijnlijk ook nooit zal doen. Hoe het dan komt dat dit bezoek en het rapport dat de commissie zal afleveren vlotjes in de Europese media terecht kan komen kan alleen maar een groot raadsel zijn, want ik zou er niet durven van dromen de Franstaligen ervan te beschuldigen een kant-en-klare persmededeling op grote schaal uitgestuurd te hebben.

Want als we één ding mogen uitsluiten, dan toch wel dat de Franstaligen niet absoluut loyaal zouden zijn aan de Belgische federatie, zeg maar de Bundestreu waar ze het amper een week geleden zelf nog zo druk over hadden. De Vlamingen moesten toen maar eens het bewijs afleveren dat ze het einde van België niet nastreefden. Franstaligen hoeven dat bewijs van Bundestreu natuurlijk niet te leveren, nooit ofte nimmer, ook al hebben ze de Vlamingen er deze week weer maar eens mooi ingelapt.

Over Franstaligen gesproken, het is toch op z'n minst merkwaardig te noemen dat de voorzitter van de commissie een… Fransman was! (En hoe sommige «Noord-Belgische» kranten die Fransman graag omschreven als een «Bretoen» terwijl ze anders nog liever dood zouden vallen dan zichzelf Vlaams te moeten noemen.) Stel het je even voor: drie Duitstalige burgemeesters ergens in de Elzas overtreden herhaaldelijk de Franse taalwetten en raken daarom niet benoemd door de Franse Minister van Binnenlandse Zaken, er wordt een commissie opgesteld om de zaak eens van naderbij te onderzoeken, en de voorzitter van de commissie blijkt dan een Duitser te zijn. Pardon, een Beierse burgemeester. Je ziet van hier dat die commissie in Frankrijk nog maar voet aan de grond zou kunnen zetten, laat staan dat die commissie als onderdeel van haar opdracht eerst even zou kunnen gaan vergaderen met de Minister-President van Baden-Württemberg, net over de grens. Marino Keulen daarentegen geeft sterk de indruk al blij te zijn dat hij door de commissie waardig genoeg bevonden werd om ook zijn uitleg over het dossier te mogen doen. «Ik ga er alles aan doen om een negatief rapport te vermijden,» liet Marino Keulen op voorhand optekenen. Het zou er eigenlijk nog aan ontbroken hebben ook.

En daar ligt eigenlijk een groot deel van het probleem: wat doet Marino Keulen eigenlijk als Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur? Wil hij écht de Vlaamse belangen verdedigen als lid van de Vlaamse Regering, of kan hij de drie burgemeesters nu eenmaal niet benoemen omdat hij de regeltjes wil volgen? Op voorhand in de Vlaamse pers verklaren dat je heel flink je best zal doen tijdens de vergadering met de commissie kost niets, maar die commissieleden op voorhand al goed bewerken, en misschien meer nog de internationale journalisten die in Brussel werken, dat vraagt inzet en vooral ook wilskracht natuurlijk. En als er dan achteraf een slecht rapport uit de bus komt dat in alle Europese media flink verspreid wordt, helpt het niet meer nog een lange brief naar het congres te schrijven. Ten eerste zal geen kat over die brief een artikel schrijven in de Europese media, en ten tweede zal die brief bij de congresleden in het beste geval niet compleet pathetisch overkomen. Dat pas in díe brief –achteraf, nà het slechte rapport dus– een klacht geformuleerd wordt over de samenstelling van die commissie onderstreept eens te meer hoezeer Marino Keulen er geen flauw benul van heeft tegen welke vijand hij het eigenlijk dient op te nemen.

Het plannen van «acties tegen slecht imago» zal dan ook niets uithalen, als er al van veel actie sprake zal zijn. Hoe vaak zijn zo'n acties nu al aangekondigd geweest de afgelopen jaren? Hoe kan Vlaanderen trouwens in de internationale pers een goed imago krijgen, als de internationale journalisten in de meeste gevallen enkel de Franstalige pers lezen, en de enkele uitzonderingen die dan toch Nederlands geleerd hebben en de Vlaamse pers kunnen lezen, daar ook al niet bijster veel positieve informatie over Vlaanderen te lezen krijgen. Lees de artikels over deze commissie in de Vlaamse pers maar na: of de ondertoon dan wel de boventoon verkneukelend is weet ik niet, feit is dat de «Noord-Belgische» journalisten alleen maar met weerzin over de Vlaamse Beweging of de Vlaamse belangen kunnen schrijven, en liefst van al de belgitude willen bejubelen als het even kan. Welke internationale journalist gaat het dan in zijn hoofd halen om nog iets lovends over Vlaanderen te schrijven? «Verbeter de wereld, begin in eigen huis» zou daarom misschien een passend motto zijn voor de Vlaamse voorlichtingsambtenaar die zich met dat Vlaamse imago zal moeten bezighouden.

maandag, mei 12, 2008

Ook dikke vissen worden rot

Bart de WeverIn een interview met de krant De Morgen verplaatst nu ook N-VA-voorzitter Bart de Wever de deadline voor het tweede pakket van de staatshervorming van 15 juli naar (minstens) 30 augustus. Eerder had Yves Leterme in zijn verklaring in de Kamer het belang van 15 juli al gereduceerd van een akkoord over dat tweede pakket tot slechts een nieuwe verklaring.

Waar zijn we eigenlijk mee bezig als Bart de Wever en de N-VA al een semantische discussie willen voeren over wat «15 juli» nu precies is. In mijn kalender valt 15 juli precies tussen 14 en 16 juli, maar in die van Bart de Wever is het blijkbaar mogelijk dat 30 augustus vlak nog ergens tussenin valt, of misschien zelfs op dezelfde dag valt. Trouwens, 30 augustus, wat betekent dat dan precies? Als 15 juli 30 augustus kan zijn, kan 30 augustus dan ook 15 oktober worden? En 15 oktober daarna Sint-Juttemis?

Eerder had Yves Leterme het belang van 15 juli al sterk gereduceerd in zijn verklaring voor de Kamer verleden donderdag. Van een tweede pakket in de staatshervorming was geen sprake meer, alleen nog maar een verklaring erover. Fier als een gieter benadrukte Joëlle Milquet vrijdagmorgen op La Première dat die wending er gekomen was op uitdrukkelijke vraag van de Franstalige partijen. Daarmee bewees Joëlle Milquet twee dingen tegelijkertijd: ten eerste dat er van dat tweede pakket in de staatshervorming niet te vroeg iets verwacht/gevreesd dient te worden, en ten tweede dat zij blijkbaar meer macht heeft over de verklaringen die Yves Leterme aflegt dan omgekeerd. En vergeten we niet dat Yves Leterme eerder al aan zijn eigen achterban had laten weten dat die grote staatshervorming veel kleiner zou zijn dan hij zelf tijdens de verkiezingen nog geëist had. Om het met een beeld te zeggen: volgens Yves Leterme zullen de tien vogels in de lucht in het beste geval maar twee uitgemergelde mussen aan een respirator blijken te zijn, en volgens Joëlle Milquet zullen die op 15 juli nog altijd ergens ver weg in de lucht zweven. Voor Bart de Wever is er trouwens geen probleem als die daar tot 30 augustus blijven zweven.

Echt interessant wordt het wanneer Bart de Wever verklapt welke tactiek er schuilgaat achter het verschuiven van de deadline: «anders laten je tegenstanders je daar toch over struikelen». Volgens hem is het dus een meesterlijke zet om de deadline meer dan twee maanden op voorhand al zo ruim mogelijk te interpreteren, zodat de Franstaligen de N-VA daarover niet zullen kunnen doen struikelen. Zo'n redenering slaat natuurlijk nergens op –want wat is een deadline dan nog?– maar bij een krant als De Morgen gaat het er blijkbaar in als zoete koek. Een beetje journalist zou Bart de Wever voor de voeten gegooid hebben dat als deadlines dan toch nooit gehaald worden, het geen zin heeft ze uit te stellen, omdat de nieuwe deadline evenzeer niet gehaald zou worden, maar blijkbaar wou de krant de N-VA-voorzitter niet overtroeven in Vlaamse rechtlijnigheid.

Want hoe moet deze zet van Bart de Wever in de oren van de Franstaligen klinken? Dat er alvast tot 30 augustus niets aan de hand is. Of beter: tot aan het «zomerreces» dus. Waarop iemand met een slecht karakter –of een Franstalige– zich misschien wel eens zou kunnen beginnen afvragen wat er zou gebeuren als Kamer en Senaat dit jaar nu eens geen zomerreces zouden houden. Dat de Franstaligen het niet in hun hoofd zouden halen om zo'n streek uit te halen? Olivier Maingain kwam wel even na middernacht vertellen dat de agenda van 8 mei op 9 mei niet meer van toepassing was, en, stel je voor, daar werd nog serieus over vergaderd en nagedacht ook! En met een Kamervoorzitter als een Herman van Rompuy weet je al helemaal nooit.

Maar Bart de Wever had nog een tweede boodschap in zijn interview met De Morgen: een onderhandelde oplossing voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde zou tot nog toe onmogelijk geweest zijn omdat Yves Leterme, hoewel Belgisch Eerste Minister, nog steeds standvastig op zijn Vlaams verkiezingseisen zou staan. Alle geruchten als zou Yves Leterme met voorstellen afgekomen zijn die vervolgens door het Vlaams Kartel afgeschoten werden, zouden dus onzin zijn. Alleen… in hetzelfde interview bevestigt Bart de Wever wel dat hij de laatste weken ermee gedreigd heeft een einde te maken aan het Vlaams Kartel omdat de CD&V tot toegevingen bereid was die voor hem niet door de beugel konden. Waarom dat nodig was als Yves Leterme dan toch zelf nog steeds achter zijn Vlaamse eisen van vóór de verkiezingen staat, is niet helemaal duidelijk. Zou het kunnen dat Bart de Wever hier een leugentje probeert te verkopen aan de eigen achterban? Niet om bestwil, maar om een zoenoffer te brengen aan de CD&V na, inderdaad, die dreiging om het Kartel op te blazen? En ik ben toch niet de enige die gedroomd heeft dat ook die «Vlaamsgezinde» Eerste Minister Yves Leterme al gepleit heeft voor samenvallende verkiezingen, een beschuldiging die hij pakweg een jaar geleden nog zonder twijfel als achterbaks en laag-bij-de-gronds afgewimpeld zou hebben?

Wat moeten we al bij al denken van dit interview? Het is duidelijk dat de N-VA met een enorm probleem zit. Enerzijds is het nu al duidelijk dat er op 15 juli geen akkoord zal zijn over een tweede pakket van de staatshervorming. Men zal al heel tevreden mogen zijn als tegen dan het eerste pakket nog bestaat, en er over het tweede pakket al eens informeel gepraat is. Bovendien wordt het met de dag duidelijker dat Yves Leterme verloren is voor de Vlaamse zaak –la fonction crée l'homme– en iedereen die wil zien, ziet dat ook. Bart de Wever gedraagt zich daarom als een kardinaal die niet gezegd wil hebben dat de paus ziek zou zijn, ook al weet iedereen dat hij op het sterfbed ligt en het nog maar een kwestie van uren of dagen is. De strategie van Bart de Wever is daarom de volgende: op strategische ogenblikken dreigen het kartel op te blazen, waarbij het voor hem absoluut geen nadeel oplevert als dat vrijwel onmiddellijk uitlekt, en verder vooral pappen en nat houden, en hopen dat de achterban niet te ongeduldig wordt. Want dikke vissen die niet snel genoeg in de pan terechtkomen, wordt uiteindelijk ook rot. En hoe dikker die vis, hoe harder de stank natuurlijk. Hopelijk heeft de N-VA al een exitstrategie klaar voor wanneer de stank echt niet meer te dragen zal zijn.

vrijdag, mei 09, 2008

B-H-V: Winnaars en verliezers

De splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde stond deze nacht zo'n vijf minuten op de agenda van de Kamer, en werd daarna meteen weer afgevoerd, eerst voor een week, dan deze morgen via een belangenconflict van de COCOF voor minstens 120 dagen. Maar wie zijn de winnaars en de verliezers van dit stukje slecht politiek theater?

Beginnen we aan Vlaamse zijde. Grote winnaar daar is ongetwijfeld Herman van Rompuy, die zijn rol als hoflakei weer eens meesterlijk gespeeld heeft. De manier waarop hij vooral de sp.a in de Kamer voor schut zette zal eind dit jaar bijna zeker in de jaaroverzichten zitten, en reken er maar op dat men ook in Laken zijn optreden opgemerkt zal hebben omdat hij weer eens het vaderland heeft kunnen redden. Of alles wel helemaal kosjer verlopen is, is natuurlijk een heel andere zaak, maar ook al wil hij zich anders altijd graag doen opmerken als één van de grote christelijke ethici in het hedendaagse Vlaanderen, Paris vaut bien une messe, et la Belgique quelques coups d'état light. Tegelijkertijd is hij erin geslaagd om Yves Leterme nog eens diep door het stof te doen kruipen en laten voelen wie er, als puntje bij paaltje komt, de baas is op het communautaire vlak. Dat hij in één moeite door ook zijn eigen partij en kartel ferm tegen de haren streek kan hem daarbij waarschijnlijk geen barst schelen.

Nog een winnaar aan Vlaamse zijde is de Open Vld. Of beter gezegd: die partij is er op korte termijn toch niet slechter van geworden. Hoewel de partij de laatste dagen vuil dubbel spel heeft gespeeld, wordt ze daar in de media niet op aangesproken. In tegendeel zelfs, het lijkt erop dat de Vlaamse media wel pap lusten van de manier waarop de Open Vld gemene zaak maakt met de Franstaligen om het Vlaams Kartel in de tang te nemen. Of het de partij op langere termijn veel stemmen zal opleveren is natuurlijk een heel andere zaak, want deze strategie werkt alleen als de Open Vld zich niet te veel in de kijker werkt, en dat leidt zelden electoraal tot goede zaken. Vraag het maar eens aan Johan vande Lanotte van de sp.a.

Aan Franstalige zijde denkt men ongetwijfeld dat men deze nacht en deze ochtend een grote overwinning geboekt heeft, ook al heeft men het oorspronkelijke doel niet gehaald: zestig dagen uitsparen door de Vlamingen zélf een stemming over de splitsing te laten tegenhouden. Niettemin hebben de Franstaligen op verscheidene punten kunnen scoren. Ten eerste heeft Elio di Rupo Yves Leterme kunnen laten voelen dat hij de federale regering in een mum van tijd compleet lam kan laten leggen. Bovendien kan deze zaak aangegrepen worden om het tweede pakket van de staatshervorming op de lange baan te schuiven – Joëlle Milquet liet al optekenen dat de datum van 15 juli voor haar niet heilig is– of zelfs helemaal af te kunnen gelasten. En zelfs het eerste mini-pakketje, waarover al een akkoord bereikt was, wordt opnieuw in vraag gesteld door de PS. Didier Reynders gaat nog een stap verder, en maakt van de gelegenheid gebruik om de uitbreiding van Brussel of de benoeming van Franstalige burgemeesters in de Rand nog maar eens op tafel te gooien.

Over die heilige datum van 15 juli: het is niet de eerste keer dat de Franstaligen maanden op voorhand verkondigen dat data voor hen niet belangrijk zijn, hen teveel onder druk zetten, of te krap zijn. Door over de einddata te bakkeleien hoeven ze dan als demandeurs de rien aan de eigenlijke onderhandelingen niet eens te beginnen, een strategie die trouwens al meer dan één keer gelukt is. De vraag is alleen maar hoeveel rek er binnen het Vlaams Kartel en in het bijzonder de N-VA nog op zit. Een verder uitstel komt gevaarlijk dicht in de buurt van een variant op mijn «Vooruitblik op 2008», en als de Franstaligen werkelijk het eerste mini-pakketje in vraag blijven stellen, zou het wel eens kunnen dat de datum van 15 juli niet eens gehaald zal worden.

En daarmee zijn we gekomen bij de ultieme vraag: wat zal het effect van de gebeurtenissen van gisteren op langere termijn zijn bij de Vlaamse opinie? Bij de mandatarissen van de CD&V lijkt een verdere radicalisering waarneembaar die aan de controle van de partijtop ontsnapt, maar de positie van Herman van Rompuy bijvoorbeeld wordt voorlopig nog niet in vraag gesteld. Interessanter is echter de vraag of ook de Vlaamse publieke opinie verder radicaliseert, en of dat gevolgen zal hebben voor de verkiezingen van volgend jaar. Kan de Open Vld haar kiezers vasthouden of er zelfs bijwinnen door haar consequente Belgische houding, of zal zij zo zwaar verlies lijden dat ze overvleugeld dreigt te worden door Lijst Dedecker? En quid Vlaams Kartel? Een separatistische meerderheid in het Vlaams Parlement zit er misschien ook voor 2009 nog niet in, maar de volgende federale regeringsonderhandelingen zouden zowel voor de Franstaligen als de Vlamingen wel eens nóg interessanter kunnen worden dan de vorige. En dan hebben we het nog niet over de gezondheid van koning Albert II gehad…

zondag, mei 04, 2008

B-H-V en CD&V: Over bedrog en een bedrogen bedrieger

Brussel-Halle-VilvoordeBrussel-Halle-Vilvoorde is alvast wat de CD&V betreft een verhaal dat aan mekaar hangt van bedrog en gebroken beloftes, en een bedrieger die zelf bedrogen wordt. Neem nu de «stille afspraak» met de Franstalige partijen dat er een tweede belangenconflict ingeroepen zou worden: hoe past die afspraak in de verkiezingsbeloftes die de CD&V een jaar geleden maakte? Vandaag zit Eerste Minister Yves Leterme samen met de andere partijen om een oplossing te vinden… niet voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, maar om een splitsing uit te stellen.

Waar is de tijd van de «vijf minuten politiek moed»? Het is toch wel bijzonder ironisch te noemen dat uitgerekend de uitvinder van deze one-liner nu samenzit met de Franstalige partijen en daarvoor zelfs halsoverkop uit Parijs moest terugkeren om een nakende stemming over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde af te wenden.

Wat zouden zijn 800.000 kiezers trouwens vinden van de «stille afspraak» die hij amper een maand geleden afsloot om een splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde minstens tot in de zomer te verdagen, zodat hij tot die tijd veilig in de Wetstraat 16 zou kunnen zitten? Hoogstwaarschijnlijk was het nooit de bedoeling dat ook maar één van zijn kiezers ooit die «stille afspraak» te weten zou komen, want zo'n afspraak is diametraal in tegenspraak met de eigen verkiezingsbeloftes. De CD&V beloofde de kiezer niet in de regering stappen zonder een voorafgaande splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, en vandaag blijkt dat de CD&V in werkelijkheid niet in de regering zou gestapt zijn als het arrondissement al na een maand gesplitst zou moeten worden! Enkele jaren geleden, toen de CD&V federaal nog in de oppositie zat, zou men moord en brand geschreeuwd hebben moesten VLD en sp.a zo'n staaltje volksbedrog afgeleverd hebben. Of men vandaag bij de CD&V het meest geïrriteerd is over de Franstalige woordbreuk dan wel dat men als gevolg daarvan misschien wel zijn verkiezingsbelofte zal moeten nakomen is een volledig open vraag.

De CD&V-kat bevindt zich vandaag dus in het nauw, en als er dan toch een regeringscrisis met eventuele nieuwe verkiezingen van moet komen, is het wijs de schuld nu al bij de anderen te leggen, deze keer de Franstaligen dus. Zelfs schandelijke akkoorden waarover men een maand geleden bij hoog en bij laag nog zou gezworen hebben dat ze beneden de waardigheid van een Vlaamse partij als de CD&V zouden geweest zijn kunnen daarbij dienst doen. De argeloze kiezer merkt dan misschien niet op dat het eigenlijke probleem niet de woordbreuk van de Franstaligen van vandaag is, maar de woordbreuk van de CD&V een maand geleden. Er kan vandaag echter alleen maar vastgesteld worden dat de bedrieger bedrogen werd, en dat komt natuurlijk extra hard aan. Zelfs een anders Belgische contra-nationalist als een Herman van Rompuy schijnt vandaag genoeg te hebben van het Franstalige bedrog, en dat wil al wat zeggen.

De CD&V heeft immers vandaag nog maar eens moeten ervaren wat het verschil is tussen «een akkoord» en «un accord». «Een akkoord» blijft namelijk eeuwig en drie dagen geldig, zelfs als de tegenpartij de voorwaarden al honderden keren geschonden heeft en men alleen nog maar met de nadelen van dat akkoord opgescheept zit. De faciliteiten en de taalwetten in Brussel zijn daar het beste voorbeeld van. «Un accord» daarentegen vervalt de dag dat men er netto geen voordeel meer aan heeft –en die dag kan zelfs al vóór de inwerkingtreding van het «accord» vallen– zelfs al heeft men er de duurste eden over gezworen. Op de deelafspraken uit het «accord» die wel nog een voordeel opleveren kan men wel nog steeds aanspraak maken, en dat uiteraard blijvend. Opnieuw, de faciliteiten en de taalwetten in Brussel zijn er het beste voorbeeld van. Het probleem is alleen dat de CD&V dat nog steeds niet schijnt begrepen te hebben, of toch voorwendt dat nog niet begrepen te hebben, al zou het kunnen dat de laatste dagen bij sommigen de ogen toch weer eens zijn opengegaan. Bij hoeveel en hoe blijvend dat zal zijn, valt nog te bezien.

vrijdag, mei 02, 2008

Hoeveel CO2 willen ze eigenlijk in hun atmosfeer?

KoolstofdioxideIn het Westen is er een duidelijke consensus in de massamedia dat de aarde op dit ogenblik opwarmt, dat dit tot een ramp zal leiden, en dat de mens grotendeels de schuld draagt voor die ramp. Als de mens echter snel genoeg voldoende maatregelen neemt, kan die ramp nog afgewend of alleszins gedempt worden, wat impliceert dat de mens de atmosfeer en de globale temperatuur actief kan beïnvloeden. Een fundamentele vraag waar ik nog nergens een expliciet antwoord op gelezen heb is dan: wat is eigenlijk de gewenste globale temperatuur en de gewenste hoeveelheid CO2 in de atmosfeer?

Voor alle duidelijkheid: op de vragen óf de aarde opwarmt, in hoeverre dat een ramp is, en in welke graad de mens daarvoor verantwoordelijk is, wil ik me in dit artikel niet uitspreken. Wat ik wil aantonen is dat als het klimaat inderdaad maakbaar is, een stelling die impliciet in de boodschap van organisaties als het IPCC en mensen als Al Gore vervat zit, er een fundamentele vraag bestaat waar de meeste milieudoemdenkers niet of amper aan willen raken.

Is het klimaat maakbaar? Het Kyoto-protocol en in het bijzonder de daaruit voortvloeiende handel in CO2-quota suggereert het alvast: een verhoging van de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer leidt tot een stijging van de temperatuur op aarde, een reductie tot een daling. Het Kyoto-protocol heeft als doelstelling de uitstoot van broeikasgassen te reduceren ten opzichte van het niveau van 1990, maar verder in de toekomst zou men zich doelstellingen kunnen voorstellen die het hebben over een reductie van de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer. Voorlopig is een «negatieve CO2-uitstoot» technologisch nog niet haalbaar, zeker niet op grote schaal, maar dit hoeft op termijn niet zo te blijven. CO2 of andere broeikasgassen uit de atmosfeer halen lijkt op dit ogenblik misschien wel science fiction, maar onderzoek is volop aan de gang en de eerste, werkende prototypes werden reeds afgeleverd, soms zelfs als bijproduct van andere chemische processen.

Indien op termijn een reductie van de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer mogelijk wordt, dringt de vraag zich op wat de gewenst hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer dan wel zou zijn. Zoals reeds eerder vermeld, het Kyoto-protocol geeft geen antwoord op die vraag omdat het slechts een doelstelling op korte termijn nastreeft die alleen maar iets zegt over de uitstoot. Ook de ambitieuze doelstellingen van de EU zeggen niets over de absolute hoeveelheden broeikasgassen in de atmosfeer en hebben het alleen over een reductie van de uitstoot. En frontfiguren als een Al Gore schijnen het veel te druk te hebben met het schilderen van steeds extremere rampenscenario's om toch maar in het nieuws te blijven, in plaats van eens wat interessant denkwerk te produceren. Eén ding lijkt echter zeker: vandaag reeds is de temperatuur te hoog, ergo ligt de ideale temperatuur een stuk lager. De vraag is dan alleen nog: hoeveel lager?

Óf de temperatuur vandaag werkelijk al te hoog is, is trouwens op zich al een gewaagde stelling. Lokaal in de evenaarsgebieden bekeken is dit misschien niet moeilijk om te aanvaarden, maar landen als Canada en Rusland hebben waarschijnlijk meer belang bij een verdere stijging van de lokale temperatuur, en dus ook de globale temperatuur, dan een daling ervan. Een ontsluiting van het poolgebied zodat een verdere ontginning ervan (olie!) mogelijk wordt is één onmiskenbaar voordeel van een hogere temperatuur, een ander is de uitbreiding van het beschikbare landbouwareaal. Anderzijds, als de temperatuur inderdaad te hoog is, moet ze dan teruggebracht worden naar het niveau van, bijvoorbeeld, 1990, of willen we nog verder terug in de tijd: 1900, 1500 («kleine ijstijd»), of zelfs 10.000 v.Chr. (Jonge Dryas, ook bekend als «The Big Freeze»)?

De maakbaarheid van het klimaat leidt dus tot een aantal interessante vragen met allerlei geo-politieke en ethische aspecten. Mogen noordelijke landen als Canada en Rusland bewust de globale temperatuur opdrijven als dat economisch in hun voordeel zou zijn? Het Kyoto-protocol zegt impliciet van niet. Mogen echter de Afrikaanse landen, of misschien iets realistischer landen als Australië en Brazilië bewust de globale temperatuur met ettelijke graden doen zinken, met gletsjers over half Europa als gevolg, als hen dat economisch beter uitkomt? Of mag Europa zich daar dan tegen verzetten, ook als zo'n temperatuurdaling globaal bekeken voordeliger zou zijn dan bijvoorbeeld een status quo of slechts een lichte daling? Misschien moest iemand daar maar eens een film over maken…