zondag, februari 28, 2010

Vlaanderen nog steeds even links, ook al wordt het rechtser

Vlaanderen schuift steeds meer op naar «rechts». Klopt, want vandaag stemmen beduidend meer Vlamingen op liberale en rechts-nationalistische partijen dan pakweg een halve eeuw geleden. Maar dat hoeft nog niet te betekenen dat «links» in Vlaanderen «wegsmelt», zoals onlangs te lezen stond in het vijfde Gravensteenmanifest.

Vlak na de Tweede Wereldoorlog stemde iets meer dan een kwart van de Vlamingen BSP. Vandaag stemt nog minder dan één Vlaming op zes op de verre opvolger de sp.a. Dat is een duidelijke achteruitgang, en de socialistische partij staat dan ook op een historisch laagtepunt. Als we echter abstractie maken van de communistische partij van toen en klein-links van vandaag, dan is het grote verschil tussen nu en de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog vooral dat de BSP toen het monopolie had op de linkse kiezer, terwijl dat voor de sp.a vandaag helemaal niet meer het geval is. Groen! vertegenwoordigde in 2009 ongeveer een derde van de linkse kiezers in Vlaanderen, en slorpte sindsdien nog SLP op. Of dat laatste ook enige betekenis heeft is natuurlijk hoogst onzeker, maar het reduceert natuurlijk wel de versnippering op links. Tellen we de scores van de drie partijen bij mekaar op, komen we nog steeds een eind boven de twintig procent uit. Dat is misschien geen topnotering, zoals uit de figuur van hierboven duidelijk, maar links stond er in de jaren zeventig nog slechter voor in Vlaanderen. Stellen dat links in Vlaanderen vandaag wegsmelt is dus waarschijnlijk voorlopig toch nog iets te kort door de bocht.

zaterdag, februari 13, 2010

Kouchner nam de correcte maat van Verhofstadt op

Naar aanleiding van het opiniestuk dat Guy Verhofstadt eerder deze week in Le Monde liet publiceren, nam Bernard Kouchner even de maat op van de voormalige liberale kopman. «Je pense que le ridicule tue un peu, mais j'espère qu'il ira bien», aldus Bernard Kouchner, en daarmee werd Guy Verhofstadt pijnlijk op zijn plaats gezet.

Dat uitgerekend Bernard Kouchner het ballonnetje van Guy Verhofstadt doorprikte zal wel hard aangekomen zijn in Toscane. Bernard Kouchner is de mede-oprichter van Artsen zonder Grenzen (AzG), startte zijn politieke loopbaan bij de Parti Communiste Français (PCF), kwam daarna bij de Parti Socialiste (PS) terecht, vertoefde vervolgens een tijdje in de Parti Radical de Gauche (PRG) om toch maar weer te keren naar de PS, om dan uiteindelijk opgenomen te worden in de centrum-rechtse regering-Fillon van president Nicolas Sarkozy als minister van Buitenlandse Zaken. Kan je zo iemand dan beschuldigen van enggeestig nationalisme, ook al vindt hij het zingen van de Marseillaise blijkbaar geen misdaad tegen de menselijkheid?

Het is niet de eerste keer dat Guy Verhofstadt op zo'n pijnlijke en correcte wijze op zijn plaats gezet wordt. Yves Leterme deed het Bernard Kouchner al eens voor tijdens de verkiezingscampagne van 2007, met de dodelijke one-liner «Wie gelooft die mens nog?» Dodelijk, want die one-liner was niet alleen goed gevonden en op het juiste tijdstip uitgespeeld, maar vooral zo treffend. Met paars-groen en later paars alleen was de leugen aan de macht geweest, en iedereen wist dat. Sociaal-economisch werd er een sinterklaasbeleid gevoerd dat het een lieve lust was, een beleid dat alleen maar mogelijk was door de ekonomische boom waar de regeringen-Verhofstadt van konden profiteren. Zelfs de weinige maatregelen die op papier voor een reserve moesten zorgen, zoals onder meer het beruchte Zilverfonds, waren niet meer dan constructies op papier. De bevolking wist dat toen reeds, en vandaag beginnen zelfs journalisten het te geloven. De gevolgen van het rampzalige beleid van paars(-groen) laten zich echter nu pas echt voelen. Als men België vandaag het etiket «Griekenland aan de Noordzee» durft op te plakken, is dat in grote mate te wijten aan het beleid van Guy Verhofstadt.

Ook van de communautaire pacificatie onder paars-groen en paars geloofde de kiezer nooit een snars. Om veel meer dan het afkopen van de Franstaligen met veel Vlaams geld om Guy Verhofstadt in de 16 te dulden ging het uiteindelijk niet. En Brussel-Halle-Vilvoorde, waarvoor Open Vld-voorzitter Alexander de Croo vandaag een onmiddellijke en definitieve oplossing eist, kon door Guy Verhofstadt alleen maar tijdelijk opgelost worden met de hulp van wat niet meer was dan een leugen: het vervroegen van de federale verkiezingen. Alsof een kieskring plots wel in overeenstemming met de Grondwet zou zijn omdat de verkiezingen veertien dagen vroeger gehouden worden!

Laten we bovendien niet vergeten dat het precies de kieshervorming is die Guy Verhofstadt zo nodig moest doorvoeren die van die kieskring een akuut probleem maakte. Zonder de provinciale kieskringen waarmee hij zowel de CVP als de VU dacht te kunnen inpakken zou Brussel-Halle-Vilvoorde vermoedelijk nog steeds rustig verder hebben kunnen sluimeren, als een bizarre kieskring waar alleen enkele communautaire specialisten en hardliners van gehoord zouden hebben. Bovendien weten we vandaag dat Guy Verhofstadt bereid was tot zeer grote Vlaamse toegevingen om het zelfgeschaapte probleem te doen verdwijnen, en werd hij alleen maar tegengehouden door Geert Lambert onder directe instructies van wijlen Hugo Schiltz. De Franstaligen aan de onderhandelingstafel moeten zichzelf constant in de arm geknepen hebben om zeker te zijn dat ze het allemaal echt niet alleen maar droomden, want wie zou dat allemaal gedacht hebben van uitgerekend die man waarvan sommigen in de jaren negentig dachten (hoopten/vreesden) dat hij wel eens zo stout zou kunnen zijn België eigenhandig te splitsen?

Ziedaar dus de dubbele ramp die de regeringen-Verhofstadt voor Vlaanderen waren: sociaal-economisch een sinterklaasbeleid waarvoor nu de prijs betaald moet worden, en communautair een uitverkoop aan de Franstaligen, waarbij het allerergste slechts op het laatste nippertje nog vermeden kon worden door een politicus die door een groot deel van de Vlaamse beweging verguisd werd. Vergeten we daarbij trouwens niet de rampzalige eerste vreemdelingenregularisatie waar vandaag de «vruchten» van geplukt worden en de stemming van het migrantenstemrecht, om over het veiligheidsbeleid («subjectief onveiligheidsgevoel») nog maar te zwijgen.

Misschien bracht de man tenminste voor zijn eigen partij dan toch een periode van voorspoed? Vóór Guy Verhofstadt definitief aan het roer van de liberale partij kwam, toen nog PVV, was de partij nog maar één keer door de magische grens van de twintig procent gebroken: bij de verkiezingen van 8 november 1981. In de loop van de jaren negentig tilde hij de partij ver boven die grens, om op 18 mei 2003 het absolute toppunt te bereiken met een score van 24,4%. Sindsdien is het echter spectaculair bergaf gegaan met de VLD, later Open Vld. Verleden jaar zakte de partij zelfs opnieuw onder de vijftien procent, wat geleden was van de verkiezingen van 17 april 1977. Voor nog slechtere resultaten moeten we al terug naar de vroege jaren zestig en daarvoor.

Betekent dit dat het liberale gedachtegoed er met Guy Verhofstadt netto op achteruit is gegaan in Vlaanderen? Neen, want 2007 was het eerste jaar waarin meer dan een kwart van de Vlaamse kiezers voor een liberale partij stemde. De laatste zestig jaar is de aanhang van het liberale gedachtegoed gemiddeld met 0,22% per jaar gestegen, en voorlopig is van een kentering nog geen sprake. De erfenis van Guy Verhofstadt op dat vlak is echter dat zijn beleid ervoor gezorgd heeft dat een derde van de liberale kiezers vandaag voor een andere partij dan de Open Vld stemt, namelijk Lijst Dedecker. Die partij zet zich duidelijk af tegen de Open Vld, en dat het zover is kunnen komen, is een duidelijke strategische en politieke fout geweest van de VLD-top, waar Guy Verhofstadt zo niet alles, dan toch wel heel veel te zeggen had.

Nu is het niet helemaal abnormaal dat mensen zich afscheuren en een eigen partij oprichten. Maar na de instroom van de jaren negentig vanuit zowel VU als CVP, volgde een hele reeks afscheuringen van de VLD na 2000. Eén van de eersten in het rijtje was Veilig Blauw van Leo Govaerts, daarna het Liberaal Appèl van wijlen Ward Beysen, vervolgens VLOTT van Hugo Coveliers, en uiteindelijk dus ook Lijst Dedecker van Jean-Marie Dedecker (na een korte omzwerving via N-VA). Het enige teken dat nog duidelijker aantoont dat er in het huidige decennium iets fundamenteel fout is gegaan met de VLD of Open Vld als liberale partij, is de quasi-halvering in stemmenaantal. Besluit: ook voor zijn eigen partij is Guy Verhofstadt netto een ramp gebleken.

Hoeft het dan te verwonderen dat na het afwerpen van zowel de Vlaamse als de liberale gewaden van de jaren negentig, ook België stilaan te klein is geworden voor het genie van Toscane, en hij zich nu wil opwerpen als dé Europese denker en filosoof van de éénentwintigste eeuw? Naar het schijnt werkt hij nu naarstig aan een opus magnum. Wie dacht dat de Burgermanifesten Guy Verhofstadts opus magnum waren, is er dus aan voor de moeite – tenzij dit dan zijn open maius zou worden. In dat «opus maius» is hij volgens de geruchten van plan uit te leggen hoe kosmopolitisch, multicultureel en multi-etnisch Europa in de negentiende eeuw wel was, en hoe kerktorennationalisten van het slag van een Bernard Kouchner en tribalisten van het niveau van een Bart de Wever dat aards paradijs verstoord hebben met hun enkelvoudige identiteit. Iets zegt me dat hij vooral de Dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije zal ophemelen als hét archetype van de utopische multiculturele multi-etnische staat, ook al hadden de vele volkeren die het voorrecht genoten deel te mogen uitmaken van die Dubbelmonarchie zelf weinig of geen keus. Overigens niet de enige gelijkenis met tegenpool Joegoslavië, want het startschot van Eerste Wereldoorlog, één van de bloedigste oorlogen die ons continent gekend heeft, werd niet toevallig precies in een achterhoek van die Dubbelmonarchie gelost. Het wordt interessant om lezen hoe Guy Verhofstadt dát zal weten in te passen in zijn multicultureel multi-etnisch plaatje.

A propos kosmopolitische, multiculturele en multi-etnische staten, hoop ik van harte dat één of andere journalist bij de publicatie van dat «opus maius» het lef zal hebben Guy Verhofstadt de vraag voor te leggen of de onafhankelijkheidsverklaring van Congo in 1960 dan in se niet betreurd dient te worden. Stel je voor wat voor een kosmopolitische, multiculturele en multi-etnische staat het federale België had kunnen worden met niet alleen een Vlaams, Brussels en Waals gewest, maar bovendien ook een Congolees, Rwandees en Burundees gewest? Met misschien wel een kieskring Brussel-Halle-Lubumbashi erbovenop? En reflecteren in de Senaat! Ze hadden er in Oostenrijk en Hongarije een puntje kunnen aan zuigen, maar de vraag is natuurlijk maar of bijvoorbeeld een Joseph Kabila of Paul Kagame even opgezet geweest zouden zijn met zo'n constructie. Of zou Guy Verhofstadt het allemaal ook weer zo niet bedoeld hebben?

Om kort te gaan: veel meer dan interessantdoenerij met veel moeilijke woorden, wereldvreemde staatsconstructies en referenties naar dikke boeken die vooral chique moeten staan in het voetnotenapparaat of de bibliografie is dat Europees gedaas van Guy Verhofstadt niet. Als morgen ET aanklopt, zal hij wel een opus maximum willen schrijven over hoe interstellair die Azteken of Egyptenaren wel niet waren. Zou de wereld er trouwens niet veel beter uitzien als we allemaal een beetje meer marsmannetje zouden zijn, in plaats van met onze enkelvoudige menselijke identiteit en daarbij horend tribalisme mekaar de eng-nationalistische duvel aan te doen? En als ET zich niet snel genoeg aandient, kan hij misschien nóg verder in de geschiedenis terugkeren, naar de tijd toen de dieren nog spraken. Dat de os en de ezel, de bloemetjes en de bijtjes zich al maar klaar houden voor het geval hij zich ook in hen wil verdiepen!

maandag, februari 08, 2010

Het zelfvertrouwen van de CD&V

«Het gaat goed met de CD&V.» Aan het woord is partijvoorzitster Marianne Thyssen in een interview met Knack verleden week. En inderdaad, de partij zit stevig in zowel de Vlaamse als de federale regering, mocht onlangs zelfs de Europese «president» leveren, en staat afgetekend voorop in de peilingen. Maar is dat zelfvertrouwen, dat op momenten zelfs grenst aan een zeker triomfalisme, wel helemaal terecht?

Wie niet beter weet, zou inderdaad denken dat het de CD&V tegenwoordig voor de wind gaat. De partij zit als enige Vlaamse partij zowel federaal als regionaal in de regering. Bovendien levert ze zowel de federale eerste minister als de Vlaamse minister-president – ja zelfs de Europese «president» komt uit de CD&V-stal. Volgens de laatste opiniepeilingen behoudt de partij trouwens afgetekend het marktleiderschap in partijpolitiek Vlaanderen, waardoor ze in de praktijk als incontournable beschouwd mag worden wanneer er nog eens een regering gevormd moet worden. Men heeft zelfs het lef de woordbreuk van 2004, 2007 en 2009 over de staatshervorming en Brussel-Halle-Vilvoorde vandaag te verkopen als staatsmanschap van de bovenste plank, en het immobilisme in de federale regering aan te prijzen als «rustige vastheid» of «samenwerkingsfederalisme».

Maar gaat het dan echt wel zo goed met de CD&V? Het blakende zelfvertrouwen van Marianne Thyssen steekt schril af tegenover het beeld dat de andere CD&V-figuren de laatste tijd hebben neergezet in de media. Neem nu een Vlaams minister-president Kris Peeters, die niet meer kan doen dan machteloos vaststellen dat Opel Antwerpen onherroepelijk dicht zal gaan. Of Hilde Crevits, die dag na dag in het journaal mag komen uitleggen waarom die E313 nog steeds niet hersteld is. Naar het schijnt zijn ook Jo Vandeurzen en Joke Schauvliege Vlaamse ministers, maar veel hebben we van hen nog niet mogen vernemen, tenzij dan dat de laatste graag al eens wat amateurtoneel meepikt. Ook federaal minister Inge Vervotte heeft nog niet veel van zich laten horen sedert haar heraanstelling, en Pieter de Crem lijkt zich vooral te specialiseren in het omtoveren van vliegtuigen tot stukken schroot. De enige die zich de laatste tijd positief heeft laten opmerken is Steven Vanackere, maar dan vooral omdat hij zich in Congo liet opmerken met een fris pintje in de hand – of was het maar een glas fruitsap? – bij Joseph Kabila, en Karel de Gucht het zo absoluut nodig vond daarover in een zondags TV-programma zijn gramschap te moeten halen.

Blijft nog over: Yves Leterme, federaal eerste minister en politiek met afstand dé tragische figuur van de laatste jaren. Zijn one-liner «wie gelooft die mens nog» was een voltreffer in 2007, maar sloeg op hem als een boemerang terug en is hem sindsdien blijven achtervolgen. Vandaag is die uitspraak echter amper nog van toepassing op hem, omdat hij eigenlijk niets meer zegt wanneer hij nog eens voor een camera verschijnt. Dat hij in verband met het sociaal overleg zowel de werkgeverskool als de werknemersgeit wil sparen is niets nieuws – dat is nu eenmaal een onderdeel van de grondvesten van de christen-democratie in Vlaanderen. Maar heeft iemand ergens iets opgevangen wat voor een mening van Yves Leterme kan doorgaan over de zaak-Daerden (in de Senaat), de zaak-Daerden (het revisiekantoor) of de maaltijdchequezwendel in enkele Waalse gemeenten? Zelfs de meest stuitende corruptie en PS-arrogantie kan bij hem niets meer losweken dan een nietszeggende commentaar ingewikkeld in een wollige taal waaruit men maar één ding kan concluderen: de man zit in de 16, en wil daar koste wat het kost zo lang mogelijk blijven zitten. En reken maar dat de PS een carte blanche herkent wanneer zij er een ziet.

Daar komt nog bij dat Jean-Luc Dehaene zich de laatste tijd een aantal keren heeft laten opmerken op een voor de partij nogal ongunstige wijze. Met de beide handen in de koekjestrommel van AB InBev gesnapt worden op het ogenblik dat er daar ontslagen vallen is voor de ACW-top misschien niet meer dan een beetje gênant, maar bij de basis van de partij moet zoiets toch hard aankomen. Dat hij ook bij Dexia niet bepaald naast de poen pakt schijnt men ondertussen al vergeten te zijn. Ook de schets voor een oplossing van het dossier-Brussel-Halle-Vilvoorde zoals die onlangs in de pers uitlekte zal bij menig CD&V-militant niet bepaald op applaus onthaald zijn. Het kartel met de N-VA was voor de CD&V-top waarschijnlijk nooit meer dan een middel om aan de macht te komen, maar bij de basis lag dat iets anders. Of die uitgelekte schets al dan niet authentiek is doet er daarom eigenlijk weinig toe: dat Jean-Luc Dehaene zo'n schabouwelijke «oplossing» zou durven voorstellen is hoogst geloofwaardig, en dat weet iedereen. Jean-Luc Dehaene is immers samen met Herman van Rompuy één van de moreel meest abjecte politici die Vlaanderen ooit heeft voortgebracht: de inhoud van een akkoord kan hem geen moer schelen, als hij er maar weg mee kan komen (en zijn postje kan behouden). Voor de gewone CD&V-kiezer en -militant moet het alweer een pijnlijke gewaarwording zijn dat N-VA-voorzitter Bart de Wever via de Vlaamse regering hun hoop in bange dagen is…

Dit leidt meteen tot de vraag: waarom stemt iemand voor de CD&V, en blijft dat zelfs herhaaldelijk doen? Gaat het om kiezers met een geheugen van een goudvis, die telkens weer denken dat het de CD&V deze keer echtig en techtig menens is met haar Vlaamse beloften? Of onderschatten wij de CD&V-kiezers, die immers voor de CD&V kiezen ondánks de Vlaamse beloften, omdat zij weten dat zij uiteindelijk toch weer de Belgische kaart zal trekken? In dat geval speelt de CD&V-leiding bij iedere verkiezing met vuur, want elke trouwe kiezer die zij weet te overtuigen van haar Vlaams verkiezingsprogramma, stuurt zij op termijn onvermijdelijk richting N-VA.

In dat opzicht staat de figuur van hierboven, met een overzicht van de verkiezingsuitslagen van de christen-democratie in Vlaanderen sedert WO II, in sterk contrast met de vaststelling van partijvoorzitster Marianne Thyssen in het interview met Knack. Een eenvoudige lineaire regressie leert immers dat de christen-democratie in Vlaanderen historisch een halveringstijd kent van ongeveer 40 jaar, en dat aan die historische trend voorlopig nog geen einde lijkt gekomen te zijn. Noch de verkiezingsuitslag van verleden jaar, noch de resultaten in de recentste opiniepeilingen geven immers een trendbreuk aan. Zet die historische trend zich voort, dan zakt de partij tussen 2011 en 2014 door de grens van de twintig procent, en gaat er vóór 2030 nog eens vijf procent van af. Een trend van meer dan zestig jaar buig je niet om met een geslaagde nieuwjaarsreceptie.

Gaat het dus goed met de CD&V? Eigenlijk niet, of beter: helemaal niet. En dat geldt zowel op korte als op lange termijn. Haar uitspraak heeft daarom ook meer weg van fluiten in het donker dan het weergeven van een reële stand van zaken.

maandag, februari 01, 2010

De kudde olifanten in de Anderlechtse kamer

Eerste minister Yves Leterme verklaarde deze morgen in het VRT-programma De Ochtend dat men «zonder taboes» de veiligheidsproblematiek in de Brussel moet durven aanpakken. De lezer vergisse zich echter niet: dit is niet meer dan een oproep aan politici en media om de rangen rond die taboes te blijven sluiten. Had Yves Leterme ook maar een greintje eerlijkheid of oprechtheid in zich gehad, had hij immers meteen ook alle taboes op tafel gesmeten.

Olifant 1: Yves Leterme, de huidige bewoner van de 16 maar in de eerste plaats nog altijd de gegijzelde van de PS, wil dus dat de «hele keten van de beveiliging doorgelicht» wordt. Ik heb het radioprogramma niet gehoord, maar als ik de berichtgeving over het interview lees, kan ik me inderdaad niet van de indruk ontdoen dat de man – voor zover dat woord op hem nog van toepassing is – al druk bezig is om een nieuwe toegeving aan de Franstaligen in het algemeen en de PS in het bijzonder voor te bereiden: meer geld voor Brussel. Wie deze middag Philippe Moureaux, meer dan wie ook verantwoordelijk voor de huidige problemen, in het journaal bezig zag, weet dat het voor de PS enkel daarom draait. (Leestip: het interview van oktober verleden jaar in De Standaard met Philippe Moureaux naar aanleiding van… jawel, enkele rellen.) Maar indien de Vlamingen bezorgd zijn om de veiligheid in Brussel, dan zijn ze natuurlijk altijd welkom om via het federale niveau nog eens wat extra geld in Brussel te stoppen. Zij maken zich echter beter niet de illusie dat dat geld vervolgens ook gebruikt zou worden om ook maar iets aan de toestand op straat te veranderen. Men kan immers toch niet verwachten dat de PS in Brussel electoraal harakiri zou plegen twee jaar vóór de gemeenteraadsverkiezingen.

Olifant 2: Sommige media doen het voorkomen of de veiligheidsproblemen in Brussel van recente datum zijn. Meer zelfs, wie gisteren naar De Zevende Dag keek zou gedacht hebben dat het probleem voor enkele politici en journalisten werkelijk als een donderslag bij heldere hemel kwam. Nochtans is er één bepaalde partij die het probleem ondertussen al meer dan twintig jaar aanklaagt, en al die tijd voor een escalatie gewaarschuwd heeft. Tot nog toe werd die partij niet eens vermeld in de berichtgeving, laat staan uitgenodigd in de debatten. Het heet nochtans dat die partij een one-issue-partij is, en dat precies dit onderwerp dus dat ene issue is. Zou het misschien daarom zijn dat de berichtgeving over het colloquium over de «Ordelijke Opdeling» van België verhoudingsgewijs zo uitgebreid was, en het non-issue over dat «extraatje» van Bruno Valkeniers zo in de verf gezet werd?

Olifant 3: Nu we het toch over die onvermeldbare partij hebben: zou ik echt de enige zijn die zich afvraagt of de open brieven die Luckas vander Taelen recentelijk afgescheiden heeft en in De Standaard mocht publiceren, ooit de kolommen van die krant (of welk ander medium dan ook) gehaald zouden hebben indien ze door één van de mandatarissen van die partij geschreven waren? Zelfs commentaren op de huidige berichtgeving die eigenlijk niet meer zijn dan een herkauwen van wat Luckas vander Taelen eerder schreef komen er dankzij de recente censuurmaatregel van marketeer van het jaar 2007 en nu al mediacriticus van het jaar 2010 Peter Vandermeersch niet meer in. Officieel omdat de spelregels van het forum niet gerespecteerd werden. Wie echter al iets te nadrukkelijk durft vast te stellen dat de zon ook deze ochtend weer in het Oosten is opgekomen kan zich al aan een overtreding van die spelregels schuldig gemaakt hebben. De uitval van journaliste Annemie Struyf in De Zevende Dag naar de redactie van De Standaard1 plaatste de afwijzing van enkele lezersreacties die mij toegespeeld werden in een wel heel merkwaardig perspectief. Ik zal er voor de lezer wel geen tekeningetje hoeven bijmaken…

Olifant 4: Om nog even wat door te bomen over die brieven van Luckas vander Taelen: wat zou de reactie van zijn eigen partij geweest zijn moest inderdaad een mandataris van die andere partij achter die twee brieven gezeten hebben? Ik heb namelijk zo een vermoeden dat Groen! in dat geval vooral zou wedijveren met de sp.a om haar gruwel over zoveel onfatsoenlijke praat zo hard mogelijk uit te schruwelen. En zich het vuur vanonder de sloffen zou lopen om de twee brieven nog te kunnen toevoegen aan het dossier tegen de partij in verband met de procedure die voor de Raad van State loopt om de overheidsfinanciering van de partij te stoppen. Luckas vander Taelen mag het me altijd komen vertellen als hij zich van die procedure zou willen distantiëren, maar tot nader order zou ik toch durven stellen dat enige hypocrisie hem niet vreemd lijkt te zijn bij de slachtofferrol die hij zich vandaag aanmeet.

Olifant 5: Ik had het eerder al over de verpletterende verantwoordelijkheid van Philippe Moureaux voor de huidige problemen. Wie het hierboven vermelde interview eens herleest, zal misschien volgende passage in de inleidende tekst opmerken: «En spreken van een verloren generatie van jongeren vindt [Philippe Moureaux] al helemaal overdreven.» Vergelijk dat maar eens met het interview met Jan Schonkeren vandaag in diezelfde krant, onder de titel «‘Haal het uitschot van straat’» en met uitspraken als «het is “uitschot”, een verloren generatie met wie niets meer aan te vangen is» en «ze moeten dringend van de straat geveegd worden.» Ja, toch niet met een Kärcher zoals een Frans politicus ooit eens voorstelde? Nog goed dat de man voorzitter van de liberale politievakbond VSOA is (en bijvoorbeeld geen ex-lid van het Front de la Jeunesse zoals een bepaald gewezen politiecommissaris in Schaarbeek), want anders had hij waarschijnlijk al lang een klacht wegens racisme aan zijn broek gehad!

Olifant 6: Als Yves Leterme dan toch wil dat de «hele keten van de beveiliging» doorgelicht wordt, kunnen we dan werkelijk nog langer rond de pot blijven draaien in plaats van vast te stellen dat het fundamentele probleem in Brussel zich toch vooral situeert rond het ingebakken racisme van de Vlamingen? Of niet soms? Als men bijvoorbeeld in Beringen eens zou ophouden zo flauw te doen over enkele luidsprekers aan een minaret, zou men in Brussel al meteen een reden minder hebben om agenten neer te schieten. Zouden dat trouwens die moslima's zijn die in Antwerpen de toegang tot hun school ontzegd worden omdat ze ocharme een hoofddoek – een stuk stof! – zouden willen dragen, die de straten rond de industriële hogeschool ISIB in Anderlecht onveilig maakten en nog steeds maken? Of heeft dat allemaal niets, maar dan ook werkelijk niets, rien, nichts, nothing, nada met mekaar te maken?

Om af te sluiten: wat die kalasjnikovs betreft, als die bomspotters in Kleine Brogel eens een wat spannender alternatief willen, weten ze waar ze terecht kunnen. Het zou namelijk zeer interessant zijn te weten te komen of hun «andere visie» om conflicten op te lossen met trainingen in geweldloos handelen en burgerlijke ongehoorzaamheid in Brussel veel verf zou pakken. Verder stel ik voor dat cdH en PS een eenmalig regularisatievoorstel voor die kalasjnikovs uitwerken om ook dat probleem eens ten gronde te kunnen aanpakken.

1 Letterlijke transcriptie van de uitval van journaliste Annemie Struyf naar de redactie van De Standaard:
Er was een heel lelijke mail gekomen. (…) En dan verscheen die mail als lezersbrief in De Standaard. (…) Dat was een mail die vol stond met scheldtirades. En ik herkende die mail in De Standaard en al die scheldtirades die waren daar uitgehaald.

Daar was eindredactie op gebeurd. De briefschrijver was anoniem gemaakt. Dat betekent eigenlijk dat een dorpsgek de meeste foute dingen over je kan zeggen, in de meest vreselijke taal. Een redactie pikt dat op. Die haalt al die scheldtirades daaruit. Die laat die argumenten staan, maar die formuleert die nog een beetje beter.

Ik bedoel, dan wordt je wel heel kwetsbaar.

Ik had veel liever gehad dat die brief verschenen was met al die scheldtirades. Omdat dat aangeeft van welk niveau de tegenreactie is. En, ik had vooral heel graag gehad dat de briefschrijver met naam en toenaam was vermeld. Zij had aan de redactie van de krant laten weten dat haar werkgever nog niet wist dat zij tot de islam was bekeerd, dat haar ouders dat niet wisten. Ik wist zeer goed om wie het ging. Haar werkgever en haar ouders weten dat zeer goed.

Annemie Struyf in De Zevende Dag, 31 januari 2010