maandag, juni 28, 2010

Het «schitterende» resultaat van Yves Leterme in West-Vlaanderen

Dat de CD&V op 13 juni in Vlaanderen een historisch slecht resultaat neerzette, daar twijfelt niemand aan. Maar onder de journalisten schijnt er wel een consensus te bestaan dat Yves Leterme in West-Vlaanderen een goed, ja zelfs een «schitterend» resultaat zou behaald hebben. Maar was dat resultaat dan werkelijk zo goed?

Bart Brinckman schreef afgelopen zaterdag nog in De Standaard het volgende ter verdediging van Yves Leterme: «Zijn West-Vlaamse uitslag was schitterend. Mocht elke christendemocraat het even goed hebben gedaan, CD&V keek niet aan tegen de grootste nederlaag uit de geschiedenis.» Voor zichzelf had Yves Leterme de dag vóór de verkiezingen de lat nog op 23% gelegd, met een eerste plaats voor de partij. Die lat kwam er overigens als reactie op de verwachtingen voor de CD&V op Vlaams niveau – niet het West-Vlaamse niveau dus. Daarmee hielp hij zelf, al dan niet bewust, de verwarring over het resultaat van zijn partij in zijn eigen kieskring in de wereld.

Vandaag weten we dat de CD&V op 13 juni 2010 in West-Vlaanderen 23,01% van de stemmen haalde. Op een totaal van 785.221 stemmen spreken we daarmee over een overschot van welgeteld 102 stemmen boven het eerste deel van de zelfopgelegde lat van Yves Leterme. Wat het tweede deel betreft, moeten we vaststellen dat de N-VA ook in West-Vlaanderen de grootste partij werd, met bijna één procent stemmen meer dan de CD&V. Als we dus naar de zelfopgelegde lat kijken, moet Yves Leterme al heel mild voor zichzelf zijn – en dat is hij natuurlijk ook – om tevreden te kunnen zijn over zijn resultaat van 13 juni. Maar misschien past het toch even het resultaat in een locale en historische context te plaatsen, kwestie van na te gaan of Yves Leterme de lat voor zichzelf überhaupt wel bóven de grond had gelegd…

Vergelijken we de score van deze maand immers eens met de verkiezingen van verleden jaar voor het Vlaams Parlement, dan betekent 23% in West-Vlaanderen voor CD&V wel degelijk een stevige… achteruitgang. De partij haalde er in 2009 nog meer dan 28%, een vijfde meer dus. Bovendien was ze toen tweemaal zo groot als haar eerste achtervolger, de sp.a. Zich kunnen handhaven als de grootste partij had in West-Vlaanderen dus eigenlijk een makkie moeten zijn, maar toch lukte het niet. Vergeleken met 2009 kan het resultaat van Yves Leterme in West-Vlaanderen dus moeilijk als «schitterend» omschreven worden. De achteruitgang is er misschien minder groot dan in de rest van Vlaanderen, maar het is en blijft een stevige aderlating. Over de invloed van Yves Leterme op de uitslag van de partij buiten West-Vlaanderen hebben we het dan nog niet eens gehad.

Maar gaan we nog verder terug in de tijd, dan blijkt dat CD&V en N-VA in kartel in 2007 voor de Kamerverkiezingen nog 34,2% haalden in West-Vlaanderen. In 2004 waren ze voor de Vlaamse verkiezingen nog goed voor 33% van de stemmen. In 2003 stemde iets minder dan 27% van de West-Vlamingen voor CD&V. In 1999 haalde de CVP in West-Vlaanderen nog 28% van de stemmen; vier jaar eerder zat ze nog boven de 31%. Bij elk van die verkiezingen was CVP/CD&V, al dan niet in kartel met de N-VA, met afstand de grootste partij in de provincie. Kijken we dus meer dan één jaartje terug in de geschiedenis, blijkt alweer dat het resultaat van 13 juni 2010 in West-Vlaanderen helemaal geen goed resultaat was voor de CD&V. Ook historisch gezien kan het resultaat niet anders dan slecht genoemd worden.

Blijft nog de vraag waarom zoveel journalisten denken dat Yves Leterme eerder deze maand in West-Vlaanderen een goed resultaat zou behaald hebben. Vergeleken met de Vlaamse uitslag – 17,58% – lijkt 23,01% misschien een relatief goede resultaat. Maar het West-Vlaamse resultaat dient niet vergeleken te worden met het Vlaamse resultaat, wel met de locale historische uitslagen van de partij in West-Vlaanderen. Appelen en citroenen, het blijft duidelijk een moeilijke oefening is voor onze Vlaamse journalisten…

zondag, juni 20, 2010

Wat zal er eerst veranderen: België, of de N-VA?

De N-VA van Bart de Wever won overtuigend de verkiezingen van verleden week. De vraag die de komende dagen en weken opgelost dient te worden is echter wat Bart de Wever voor die overwinning koopt: zal hij Vlaanderen na jarenlange stilstand vooruit kunnen helpen, of zal blijken dat zijn ergste vijand – het Vlaams Belang – toch gelijk heeft en dat met de Franstaligen in België eenvoudigweg niet meer samen te werken valt?

Dat de overwinning van N-VA verleden week enorm was, staat buiten kijf. De partij werd de grootste in de federale Kamer, waardoor koning Albert II genoodzaakt was Bart de Wever uit te nodigen voor een gesprek over hoe het nu verder moest. Sindsdien werd Bart de Wever aangesteld tot informateur om een regering op te bouwen rond de as N-VAPS, vermoedelijk onder leiding van huidig PS-voorzitter Elio di Rupo. Wie zou het enkele jaren geleden hebben durven voorspellen? Noch Bart de Wever, noch Elio di Rupo zouden zulke voorspelling ernstig hebben willen nemen.

Ondertussen wordt met de dag duidelijker hoezeer de N-VA met haar eigen succes worstelt. De problemen begonnen eigenlijk verleden jaar al, toen de partij onverhoopt goed scoorde in de regionale verkiezingen, en warempel op eigen kracht in de Vlaamse regering verzeild raakte. Vóór de verkiezingen klonk het nog dat de partij voorstander was van het toepassen van de Maddens-doctrine in de Vlaamse regering, maar eenmaal de partij deel uitmaakte van die regering, kwam er van die Maddens-doctrine niet veel meer in huis. Blijkbaar was de partij te groot geworden en had ze door haar toetreding tot de Vlaamse regering teveel verantwoordelijkheid op zich genomen om op die harde Vlaamse lijn te blijven staan. Van belangenconflicten was er bijvoorbeeld geen sprake meer – op die enkele dreiging na – ook al trad de federale regering naar slechte oude gewoonte meermaals buiten haar bevoegdheden. Merkwaardig genoeg werd dit kiezersbedrog tijdens de recente verkiezingscampagne de partij niet één keer voor de voeten geworpen, noch door haar politieke tegenstanders, noch door de pers. Men kan zich afvragen hoe dat toch zou komen…

Tijdens die verkiezingscampagne kwam de partij trouwens opnieuw in de problemen. Hoewel het partijprogramma van de N-VA weinig ruimte voor twijfel overlaat, ontkende boegbeeld en nieuwkomer Siegfried Bracke herhaaldelijk en nadrukkelijk dat de partij separatistisch zou zijn. Door de partijleiding werd hij daarover overigens niet één keer teruggefloten. Meer zelfs, hoe verder de peilingen de partij omhoog stuwden, hoe minder ze nog vandoen wou hebben met welk separatistisch discours dan ook, uit schrik middenkiezers af te stoten. Na de Maddens-doctrine moest door het succes van de partij ook het separatisme eraan geloven ten voordele van het confederalisme en de zelfverdamping van België in de Europese Unie.

Toen vervolgens op de verkiezingsavond zelf tot ieders verbazing bleek dat de peilingen het succes van de N-VA niet over- maar onderschat hadden, kwam de partij voor een derde keer met zichzelf in de problemen. Dat partijvoorzitter Bart de Wever inging op de uitnodiging van het Paleis hoefde niet te verbazen, maar dat hij zich als republikein hield aan het zogenaamde colloque singulier was toch wel opmerkelijk. Als er in België één ding in aanmerking komt voor wat verandering – «Nu durven veranderen», nietwaar? – dan toch wel de koninklijke poppenkast in Laken en de manier waarop de politici daarin meespelen. Dat Bart de Wever zich vervolgens laat benoemen tot informateur hoefde ook niet te verbazen, maar ik zal wel niet de enige zijn die toch wat gemengde gevoelens heeft rond het feit dat hij voor rekening van Elio di Rupo rijdt. En dus ook Joëlle Milquet, want de enige andere partij naast de N-VA en de PS die al zeker lijkt te zijn van een toegangsticketje tot de volgende federale regering is inderdaad… de cdH.

In dat verband is de reactie van de Franstalige pers op het eentalige «schoonheidsfoutje» van Bart de Wever best wel interessant. Niet alleen vergat hij op zijn eerste persconferentie als informateur een hele reeks Franstalige journalisten uit te nodigen, bovendien was er van zijn mededeling geen Franse tekst beschikbaar. Je zou verwachten dat de voltallige Franstalige pers moord en brand zouden schreeuwen, maar blijkbaar beseft men ten Zuiden van de taalgrens maar al te goed hoe de zaken in mekaar zitten, en was men bereid het zaakje door de vingers te zien. Want inderdaad, het is niet in Wallonië of Bruxelles dat Bart de Wever zijn taaiste klanten zal vinden om de regering-Di Rupo I aan te verkopen. En kan men dan Bart de Wever afkraken omwille van een taalformaliteit, op hetzelfde moment dat hij in Vlaanderen het bedje probeert te spreiden voor een zo goed als Nederlandsonkundig Franstalig politicus? Wanneer de Franstalige pers mild of vergevingsgezind is tegenover een Vlaams politicus, is het altijd opletten geblazen. Wanneer het over een Vlaams-nationalist gaat, kan dat alleen maar a fortiori gelden.

Want het lijkt er inderdaad sterk op dat na de Maddens-doctrine en het separatisme, nu ook het confederalisme en de verandering in de vuilnisbak van de N-VA zijn beland. De partij kende een te groot succes, en van zodra bleek dat meer dan een kwart van het Vlaamse kiezerskorps wel pap lustte van de verandering die de N-VA beloofd had, werd de verandering onmogelijk. Nederlandsonkundige Franstaligen in de federale regering – ziet iemand daar een grote verandering in? De enige verandering die daar te noteren valt, is dat men tot voor kort aan Franstalige zijde toch nog de schroom had om te willen begrijpen dat op z'n minst de eerste minister een woordje Nederlands zou moeten kennen, maar voor Bart de Wever hoeft dat dus blijkbaar niet. Vermoedelijk vraagt meer dan één N-VA-kiezer zich af of dat nu werkelijk de verandering was waar hij of zij voor gestemd heeft. Als de partij op die ingeslagen weg verder blijft rijden, zou het wel eens kunnen dat de volgende verkiezingscampagne voor het Vlaams Belang net iets gemakkelijker zal lopen dan de vorige.

donderdag, juni 10, 2010

Verkiezingswedstrijd: scepsis tegenover peilingen

Als de verkiezingswedstrijd van Politiek.Net maar één ding duidelijk aantoont, dan wel dat er onder de deelnemers een gezonde scepsis bestaat tegenover de peilingen. Zo blijkt dat minder dan de helft gelooft dat N-VA komende zondag meer dan twintig procent zal halen, terwijl de laatste peilingen die partij nog minstens vijf procent hoger plaatsen. Kijken we meer in detail naar de resultaten van de verkiezingswedstrijd, dan valt op dat voor sommige partijen de verwachtingen toch wel bijzonder ver uit mekaar liggen.

De traditionele verkiezingswedstrijd van Politiek.Net peilt niet naar de partijpolitieke voorkeuren van de deelnemers, maar wel naar hun verwachtingen over de uitslag van de verkiezingen. Bijkomend wordt er ook gevraagd naar de verwachtingen rond de nieuwe coalitie, welke partij de eerste minister zal mogen leveren, en welke peiler het dichtst bij de uiteindelijke uitslag zal zitten.

Er zijn gevallen bekend waarbij zulke wedstrijden de uitslag van de verkiezingen nauwkeuriger konden voorspellen dan de peilingen. Dit is bijvoorbeeld mogelijk wanneer kiezers van een bepaalde partij om één of andere reden systematisch ondervertegenwoordigd zijn in de peilingen, en als het ware «onpeilbaar» worden. Een verkiezingswedstrijd kan zo'n probleem opvangen als – áls – de deelnemers erin slagen beter aan te voelen wat er werkelijk leeft in de bevolking. Onder meer het bekende boek The Wisdom of Crowds van James Surowiecki beschrijft dit fenomeen en de mechanismen erachter uitvoeriger. Of er veel wisdom te verzamelen valt onder de deelnemers van de verkiezingswedstrijd valt natuurlijk moeilijk in te schatten, en omwille van de voorgeschiedenis van Politiek.Net kan aangenomen worden dat de ene strekking al wat beter vertegenwoordigd is dan de andere. Met de meer dan zeshonderd deelnemers kan er anderzijds wel al gesproken worden van een aanzienlijke crowd.

Laten we die analyse beginnen met een blik op de prognoses voor de scores van de politieke partijen in Vlaanderen. Gemiddeld zien de deelnemers CD&V dalen tot net onder de twintig procent. Vrijwel niemand ziet de partij winst boeken tegenover verleden jaar, maar slechts enkelen durven zo diep te gaan dat ze partij onder de vijftien procent plaatsen. De meesten zien de partij eindigen tussen de 18% en 21%.

Slechts een kwart van de deelnemers meent dat Vlaams Belang zal stijgen tegenover verleden jaar. Sommigen geven de partij echter een winst van zes procent! De meesten houden het op een resultaat tussen 13% en 15%, maar sommigen zien de partij toch wegzakken tot onder de tien procent. Voor sp.a geldt nagenoeg hetzelfde, al denkt niemand dat die partij boven de 17% zal uitstijgen. Van Open Vld denkt de helft dat de partij winst zal maken, terwijl de andere helft denkt dat ze verlies zal lijden. Niemand denkt echter dat de partij een erg grote winst of een erg groot verlies zal opstrijken, want in beide richtingen gaat het over niet meer dan vier procent totaal.

Over de N-VA zijn de meningen duidelijk het meest verdeeld. Weliswaar ziet niemand de partij verlies lijden, maar op dé vraag van deze verkiezingscampagne – hoeveel winst zal de N-VA maken – is ook bij onze deelnemers de onzekerheid groot. Slechts een kwart denkt dat het minder dan vier procent zal worden. De meesten houden het bij een resultaat tussen 16% en 21%, met een gemiddelde van 19,3%. Sommigen zien de partij echter stijgen tot maar liefst 28%!

Vergelijken we de prognoses voor N-VA met die van CD&V, dan blijkt dat de meeste deelnemers nog steeds denken dat CD&V de grootste partij van Vlaanderen zal blijven. Opmerkelijk is wel dat het verschil tussen de gemiddelden voor de twee partijen veertien dagen geleden nog bijna twee procent bedroeg: bijna 20% voor CD&V tegen ongeveer 18% voor N-VA. Op een paar dagen van de verkiezingen staan de twee partijen echter virtueel gelijk, maar met een flinterdunne voorsprong voor CD&V.

De meeste deelnemers denken dat Lijst Dedecker terrein prijs zal moeten geven, en ergens tussen 5% en 7% zal uitkomen. Sommigen zien de partij stijgen tot bijna 10%; een fractie denkt dan weer dat de partij onder de kiesdrempel zal eindigen. Ook Groen! haalt volgens sommigen de kiesdrempel niet, maar drie kwart van de deelnemers denkt toch dat de partij meer dan 6% zal halen. Niemand denkt echter dat Groen! de psychologische drempel van 10% zal kunnen halen.

Welke partij zal de volgende eerste minister mogen leveren? Eerste opmerkelijke vaststelling: bijna de helft van de deelnemers denkt dat er vóór 1 september geen nieuwe coalitie met een nieuwe eerste minister op de been gebracht zal kunnen. Degenen die denken dat er vóór 1 september wel een nieuwe eerste minister zal zijn, lijken het dan weer eens te zijn met de bookmakers van Unibet: iets meer dan de helft van hen gokt op de PSElio di Rupo dus. Een vijfde denkt dat CD&V opnieuw de eerste minister zal mogen leveren, en iets minder dan een tiende kruiste N-VA aan. Elk van de andere partijen haalde minder dan 5%.

Wat de coalitie betreft, gokte ongeveer een kwart van diegenen die denken dat er vóór 1 september een nieuwe coalitie de eed zal kunnen afleggen, op een olijfboomcoalitie, al dan niet aangevuld met N-VA. Dat zovelen een olijfboomcoalitie zonder N-VA verwachten is echter opmerkelijk. Zo'n regering zou immers aan Vlaamse zijde hoogstwaarschijnlijk niet over een meerderheid kunnen beschikken. Slechts veel verderop volgen een tripartite met of zonder N-VA, een regering van Nationale Eenheid of rooms-rood met of zonder N-VA.

Kijken we hoe vaak de verschillende partijen aangekruist werden, dan zien we dat CD&V en PS duidelijk op kop liggen, op de voet gevolgd door cdH en sp.a. Daarna volgen Ecolo en Groen!, vervolgens N-VA, en dan pas Open Vld. Slechts een kwart denkt dat MR zitting zal hebben in de volgende regering. Voor de deelnemers lijkt het dus een uitgemaakte zaak dat de christen-democratische en de socialistische partijen deel zullen uitmaken van de volgende regering, en dat de ecologische partijen vervolgens de grootste kans maken om mee aan het roer van het land te mogen staan. Over de deelname van de N-VA heerst enige onzekerheid, en ook Open Vld lijkt een twijfelgeval. Het verschil tussen Open Vld en MR is wel opvallend, en blijkbaar vermoeden een aantal deelnemers dat de regeringsonderhandelingen wel eens zouden kunnen uitmonden in een nieuwe asymmetrische regering, namelijk met Open Vld maar zonder MR.

Hoe zit het tot slot met het vertrouwen in de peilers en de peilingen van de afgelopen weken? De deelnemers van de verkiezingswedstrijd schijnen als crowd duidelijk te geloven in hun eigen wisdom, want meer dan een derde denkt dat de gemiddelde prognose het dichtst de uiteindelijke verkiezingsuitslag zal benaderen. Minder dan een vijfde denken dat de laatste peilingen van De Standaard en VRT of La Libre Belgique er het dichtst bij zal zitten, op enige afstand gevolgd door de peiling van Vers l'Avenir. Slechts weinigen geloven in de peiling van Le Soir en RTBf, of de uitgelekte geheime peiling van TNS Dimarso. Zo goed als niemand denkt dat de verkiezingsuitslagen van 2009 de peilers zullen weten te verslaan.

Wie dat wil kan nog tot de dag vóór de verkiezingen meedoen aan de verkiezingswedstrijd van Politiek.Net en er zijn eigen prognoses registreren.

zondag, juni 06, 2010

Peiling: N-VA op hoogtepunt, CD&V op dieptepunt

Vanavond maakte de krant La Libre Belgique de resultaten bekend van haar partijpolitieke barometer voor zowel Vlaanderen als Wallonië en Brussel. Ook deze peiling geeft N-VA ongeveer kwart van de stemmen, maar deze keer haalt de partij die winst op de kap van de CD&V, niet Vlaams Belang. Samen zouden de zogenaamde V-partijen trouwens meer dan 45% van de stemmen halen.

La Libre Belgique lijkt het dus eens te zijn met de peiling van De Standaard en VRT die eergisteren gepubliceerd werd, en de fameuze «geheime» peiling van TNS Dimarso van ondertussen al een maand geleden – toch wat het stemmenaandeel van de N-VA betreft. Voegen we daar nog de peiling van Vers l'Avenir aan toe, dan hebben we vier peilingen die de partij een stuk boven de twintig procent plaatsen, amper een jaar nadat de partij maar goed de helft van die score haalde in de regionale verkiezingen. De verwachtingen voor de N-VA zijn daarmee bijzonder hoog gespannen.

Hét grote verschil tussen deze peiling en de drie anderen is dat CD&V bij La Libre Belgique een enorme klap krijgt, terwijl Vlaams Belang redelijk stand weet te houden. Indien CD&V volgende zondag werkelijk niet meer dan 16 à 17 procent zal weten te houden, hoeft Marianne Thyssen niet bang te zijn dat ze – zucht – eerste minister zou moeten worden. Niet alleen Elio di Rupo en Bart de Wever steken haar dan voorbij in de rangorde, maar ook Caroline Gennez. Een oppositiekuur overwegen zou waarschijnlijk beter passen bij zo'n uitslag dan het opeisen van de 16.

Over de sp.a gesproken, die partij doet het eigenlijk opmerkelijk goed in de laatste peilingen, en de trend is duidelijk stijgend. Dat kan niet gezegd worden van de Open Vld, die nu in alle peilingen onder haar score van verleden jaar afklokt. Bij Vlaams Belang is onzekerheid troef: sommige peilingen plaatsen haar in de buurt van de tien procent, terwijl ze volgens de peiling van vanavond misschien wel stand zou houden. Groen! blijft stabiel rond de zeven à acht procent hangen, op een comfortabele afstand van de kiesdrempel.

Een partij waar het echt niet lekker loopt is Lijst Dedecker. Kopstuk (nou, ja) Anne de Baetzelier mag dan al terug van vakantie zijn, goed nieuws bracht deze peiling niet voor deze partij. Ze plaatst de lijst onder de kiesdrempel, maar zelfs al tel je er een ruime foutenmarge bij, dan nog staat de partij op verlies en riskeert ze alleen in West-Vlaanderen nog een zetel te kunnen halen. Misschien moet Jean-Marie Dedecker maar eens overwegen in kartel te gaan met de N-VA?

Over naar de Franstalige partijen, waar, vergeleken met Vlaanderen, eigenlijk weinig nieuws te rapen valt. Zowel PS, Ecolo als cdH lijken op een status quo af te stevenen, terwijl MR op licht verlies staat. Naar een reden voor dat verlies is het overigens niet lang zoeken: dat is ongetwijfeld te wijten aan de nieuwkomer PP. Die partij lijkt weinig kans te maken om boven de kiesdrempel uit te komen, maar snoep wel belangrijke procenten van de MR af.

Werpen we tot slot nog een blik op een extrapolatie van de uitslag van deze peiling naar een zetelverdeling in het Vlaams Parlement, dan blijkt opnieuw dat een olijfboomcoalitie aan Vlaamse zijde geen schijn van kans maakt om een meerderheid te halen. Het is dan ook duidelijk hoe de oproep van Bart de Wever aan alle («democratische») Vlaamse partijen om niet in een federale regering te stappen zonder een Vlaamse meerderheid begrepen moet worden: hij wil er bij zijn. Voeg daar nog aan toe dat ook een klassieke tripartite met sp.a, CD&V en Open Vld niet zeker is van een meerderheid aan Vlaamse zijde, en het is duidelijk dat hij hoopt op die manier op 14 juni incontournable te zullen zijn.

Vermoedelijk is dit de laatste peiling vóór de verkiezingen, tenzij Het Laatste Nieuws, Knack of Gazet van Antwerpen nog iets in petto zouden hebben. De verkiezingswedstrijd van Politiek.Net blijft echter lopen tot de avond van de verkiezingen, en de lezer heeft uiteraard nog een analyse van de resultaten ervan te goed. In de loop van de komende week, wanneer alle deelnemers de resultaten van de peiling van La Libre Belgique verwerkt hebben en eventueel ook hun prognose aangepast, zal die analyse dan ook nog volgen.

Bijlage: Overzicht alle peilingen in Vlaanderen en Wallonië sedert 2009 (PDF).

Peiling: alweer een kwart van de kiezers voor N-VA

Gisteren maakten De Standaard en de VRT de resultaten van alweer een nieuwe peiling bekend. De resultaten ervan weken al bij al niet zoveel af van de «geheime» peiling van TNS Dimarso die onlangs uitlekte: ongeveer een kwart van de Vlamingen zou volgende zondag een stem voor de N-VA uitbrengen, terwijl Vlaams Belang en CD&V een stevig verlies zouden moeten incasseren.

De klim van de N-VA in de peilingen begint stilaan fenomenaal te worden. Twee jaar geleden vocht de partij nog met de kiesdrempel, terwijl ze vandaag afgetekend aan de leiding staat met een kwart van de stemmen. En het is al zo vaak gezegd: met al deze peilingen loopt de partij het risico psychologisch een nederlaag aangesmeerd te krijgen, ook al boekt ze een stevige winst.

Voor zo ongeveer elke andere Vlaamse partij geldt ondertussen het omgekeerde. Noch CD&V, Vlaams Belang, sp.a of Open Vld doen het op dit ogenblik goed, en zullen een status quo al ervaren als een enorme overwinning. Voor CD&V lonkt ondertussen de psychologische grens van twintig procent, terwijl Vlaams Belang met de tien procent worstelt. Waar is de tijd dat Vlaams Belang volgens de peilingen een kwart van de kiezers achter zich had?

Een toch wel interessant resultaat in deze peiling is dat van Open Vld. De vorige peiling van De Standaard en VRT gaf de partij bijna achttien procent, terwijl ze nu bijna vier procent lager zou zitten. Het lijkt erop dat de eerste grote daad van partijvoorzitter Alexander de Croo door de kiezer maar matig gesmaakt kan worden, om het nog zacht uit te drukken. Leek het doel van Alexander de Croo oorspronkelijk de partij op «nul» te kunnen zetten zodat hij in 2014 zou kunnen uitpakken met een herstel, dan riskeert hij nu het verwijt toegeslingerd te krijgen dat hij de N-VA mee groot heeft helpen maken, ten koste van zijn eigen partij. Als de partij daar bovenop ook federaal uit de regering zou verdwijnen (in plaats van eventueel op Vlaams niveau in te breken), zou het wel eens een bijzonder stormachtige herfst voor hem kunnen worden.

Een andere partij waar er gevreesd moet worden voor een stormachtige herfst, is Lijst Dedecker. De partij blijft voorlopig in de buurt van de kiesdrempel zweven, en zal waarschijnlijk al dik tevreden moeten als meer dan alleen maar de West-Vlaamse zetel kan binnenrijven. Het is echter duidelijk dat partijvoorzitter Jean-Marie Dedecker de bui zelf al ziet hangen, en het feit dat de lijsttrekker voor de Senaat Anne de Baetzelier op vakantie is vertrokken is in het heetst van de verkiezingscampagne is toch wel bijzonder symptomatisch voor de sfeer die op dit ogenblik rond de partij hangt.

Groen! doet het eigenlijk noch slecht noch goed. De partij heeft zich de laatste tijd meer en meer van de kiesdrempel kunnen verwijderen, en mag dus verwachten dat ze in elke kieskring minstens een zetel in de wacht zal kunnen slepen. Van een grote winst is er eigenlijk lang geen sprake, en de kaap van de tien procent lijkt voorlopig veraf.

Een prognose voor de zetelverdeling in het Vlaams Parlement leert dat een olijfboomcoalitie aan Vlaamse zijde nog steeds ver verwijderd staat van een meerderheid. Een klassieke tripartite haalt ongeveer de helft van de zetels binnen, en zou dus tot de mogelijkheden kunnen behoren – voor zover het voor de federale regeringspartijen van belang zou zijn ook over een Vlaamse meerderheid te beschikken. Als men N-VA (samen met Vlaams Belang en Lijst Dedecker) federaal aan de kant wil houden, beschikt alleen een zogenaamde regering van nationale eenheid – of is eerder een regering van Franstalige eenheid? – aan Vlaamse zijde nog over een comfortabele meerderheid waarmee een staatshervorming goedgekeurd zou kunnen worden. De stelling van de partijvoorzitter van Groen!, Wouter van Besien, als zou Groen! een alternatief voor de N-VA zijn, gaat alvast niet op wanneer we ze zitjes in het parlement natellen. Meer zelfs, de partijen die in het Vlaams Parlement de regering-Peeters II vormen gaan er in deze peiling gezamenlijk sterk op vooruit!

Bijlage: Overzicht alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 (PDF).