maandag, juni 28, 2010

Het «schitterende» resultaat van Yves Leterme in West-Vlaanderen

Dat de CD&V op 13 juni in Vlaanderen een historisch slecht resultaat neerzette, daar twijfelt niemand aan. Maar onder de journalisten schijnt er wel een consensus te bestaan dat Yves Leterme in West-Vlaanderen een goed, ja zelfs een «schitterend» resultaat zou behaald hebben. Maar was dat resultaat dan werkelijk zo goed?

Bart Brinckman schreef afgelopen zaterdag nog in De Standaard het volgende ter verdediging van Yves Leterme: «Zijn West-Vlaamse uitslag was schitterend. Mocht elke christendemocraat het even goed hebben gedaan, CD&V keek niet aan tegen de grootste nederlaag uit de geschiedenis.» Voor zichzelf had Yves Leterme de dag vóór de verkiezingen de lat nog op 23% gelegd, met een eerste plaats voor de partij. Die lat kwam er overigens als reactie op de verwachtingen voor de CD&V op Vlaams niveau – niet het West-Vlaamse niveau dus. Daarmee hielp hij zelf, al dan niet bewust, de verwarring over het resultaat van zijn partij in zijn eigen kieskring in de wereld.

Vandaag weten we dat de CD&V op 13 juni 2010 in West-Vlaanderen 23,01% van de stemmen haalde. Op een totaal van 785.221 stemmen spreken we daarmee over een overschot van welgeteld 102 stemmen boven het eerste deel van de zelfopgelegde lat van Yves Leterme. Wat het tweede deel betreft, moeten we vaststellen dat de N-VA ook in West-Vlaanderen de grootste partij werd, met bijna één procent stemmen meer dan de CD&V. Als we dus naar de zelfopgelegde lat kijken, moet Yves Leterme al heel mild voor zichzelf zijn – en dat is hij natuurlijk ook – om tevreden te kunnen zijn over zijn resultaat van 13 juni. Maar misschien past het toch even het resultaat in een locale en historische context te plaatsen, kwestie van na te gaan of Yves Leterme de lat voor zichzelf überhaupt wel bóven de grond had gelegd…

Vergelijken we de score van deze maand immers eens met de verkiezingen van verleden jaar voor het Vlaams Parlement, dan betekent 23% in West-Vlaanderen voor CD&V wel degelijk een stevige… achteruitgang. De partij haalde er in 2009 nog meer dan 28%, een vijfde meer dus. Bovendien was ze toen tweemaal zo groot als haar eerste achtervolger, de sp.a. Zich kunnen handhaven als de grootste partij had in West-Vlaanderen dus eigenlijk een makkie moeten zijn, maar toch lukte het niet. Vergeleken met 2009 kan het resultaat van Yves Leterme in West-Vlaanderen dus moeilijk als «schitterend» omschreven worden. De achteruitgang is er misschien minder groot dan in de rest van Vlaanderen, maar het is en blijft een stevige aderlating. Over de invloed van Yves Leterme op de uitslag van de partij buiten West-Vlaanderen hebben we het dan nog niet eens gehad.

Maar gaan we nog verder terug in de tijd, dan blijkt dat CD&V en N-VA in kartel in 2007 voor de Kamerverkiezingen nog 34,2% haalden in West-Vlaanderen. In 2004 waren ze voor de Vlaamse verkiezingen nog goed voor 33% van de stemmen. In 2003 stemde iets minder dan 27% van de West-Vlamingen voor CD&V. In 1999 haalde de CVP in West-Vlaanderen nog 28% van de stemmen; vier jaar eerder zat ze nog boven de 31%. Bij elk van die verkiezingen was CVP/CD&V, al dan niet in kartel met de N-VA, met afstand de grootste partij in de provincie. Kijken we dus meer dan één jaartje terug in de geschiedenis, blijkt alweer dat het resultaat van 13 juni 2010 in West-Vlaanderen helemaal geen goed resultaat was voor de CD&V. Ook historisch gezien kan het resultaat niet anders dan slecht genoemd worden.

Blijft nog de vraag waarom zoveel journalisten denken dat Yves Leterme eerder deze maand in West-Vlaanderen een goed resultaat zou behaald hebben. Vergeleken met de Vlaamse uitslag – 17,58% – lijkt 23,01% misschien een relatief goede resultaat. Maar het West-Vlaamse resultaat dient niet vergeleken te worden met het Vlaamse resultaat, wel met de locale historische uitslagen van de partij in West-Vlaanderen. Appelen en citroenen, het blijft duidelijk een moeilijke oefening is voor onze Vlaamse journalisten…

Geen opmerkingen: