zaterdag, augustus 21, 2010

Vlamingen mogen straks niet meer buiten de Franstalige omheining blaffen

De Franstalige strategie van de omheining (perimeter) kan niet anders dan meesterlijk genoemd worden. Enerzijds moeten de Vlamingen vandaag, nog voor de échte onderhandelingen over de volgende staatshervorming van start zijn gegaan, al plechtig beloven dat ze geen nieuwe eisen meer zullen stellen buiten het lijstje dat de komende dagen opgesteld zal worden. De Franstaligen hoeven echter nergens te beloven dat in elk van de domeinen bínnen de omheining uiteindelijk aan de Vlaamse eisen voldaan zal worden.

De gretigheid waarmee de media het woord «perimeter» van de Franstalige partijen hebben overgenomen is opvallend. Niet dat ik rouwig ben om het einde van de discussies over de menu's, borrelnootjes, lepels suiker en vette vissen, maar een «perimeter», wat is dat eigenlijk? Net zoals een menu is het niet meer dan een beperking, een afbakening van welke eisen de Vlaamse partijen tijdens de echte onderhandelingen nog op tafel zullen mogen leggen. Maar net zoals de menu nergens garandeerde dat er uiteindelijk een akkoord uit de bus zou komen, doet ook een perimeter dat niet. Wanneer een domein toegevoegd wordt aan de perimeter, kan dat in tegenstelling tot de indruk die men in Vlaamse media probeert te wekken dan ook geen toegeving inhouden van Franstalige kant, enkel een niet-toegeving van Vlaamse kant.

Het is daarbij belangrijk te onthouden wat voor vlees men in de Franstalige kuipen heeft wanneer de echte onderhandelingen van start zullen gaan. In het bijzonder de cdH-kuip, met daarin Joëlle Milquet, wekt wantrouwen op. Als de laatste drie jaar als referentie mogen genomen worden, is het duidelijk wat haar strategie de komende weken en maanden zal zijn, eens er een akkoord over die omheining gemaakt is. Voor zover ze de onderhandelingen al niet met de regelmaat van de klok volledig zal blokkeren, zal ze telkens weer proberen die omheining naar binnenin te verplaatsen. Tot de Vlamingen alleen nog maar kunnen blaffen waar ze volgens haar ook thuishoren: veilig in hun hok, waar ze hen zelfs niet hoeft te zien.

Aanleidingen zullen er trouwens genoeg zijn: hier een kaartje dat niet duidelijk genoeg onderstreept dat Brussel geen deel van Vlaanderen uitmaakt, nooit uitgemaakt heeft en ook nooit zal uitmaken, daar een Franstalige burgemeester die niet benoemd raakt, of desnoods een Franstalige die in Herentals of Eeklo in de verkeerde richting gestuurd werd omdat hij de weg vroeg in het Frans. Dan zal het vertrouwen van de Franstaligen – mag ik hen «kaakslagfranstaligen» noemen? – immers weer hersteld moeten worden met een Vlaamse geste. De Franstaligen zullen daarbij zelfs zo vriendelijk zijn de Vlamingen zelf de keuze te laten welke toegeving ze elke keer zullen doen.

Over kaakslagfranstaligen gesproken: vandaag lopen zij er naar het schijnt «getraumatiseerd» bij omdat Bart de Wever eerder deze week de financieringswet op tafel had gegooid. Benieuwd welke compensatie zij zullen eisen om over hun trauma heen te raken. De Vlamingen hebben nochtans oneindig veel meer redenen om er «getraumatiseerd» bij te lopen, want het voorstel tot wijziging van de financieringswet dat Elio di Rupo op tafel legde, was niet bepaald van de poes. Terwijl de Vlamingen heel voorzichtig een inperking van de enorme geldstromen van Noord naar Zuid vroegen, probeerde hij en stoemelings die geldstromen nog wat te vergroten. Niemand mag armer worden van een herziening van de financieringswet, is het mantra van de Franstaligen, terwijl ze net een hold-up op de Vlaamse Gemeenschap hebben proberen uit te voeren. Kers op de taart was de herziening van de Brusselse verdeelsleutel, van 80/20 naar 93/7, een regelrechte provocatie aan het adres van de Vlamingen.

Want laten we het eens hebben over die Brusselse verdeelsleutel. In de Noord-Belgische pers bleef het daarover immers opvallend stil. Wou men geen olie op het communautaire vuur gooien? Of heeft men zoveel schroom over de Brusselse realiteit dat men het potje liever gedekt houdt voor de lezers? De Franstaligen zijn in ieder geval niet te beroerd om die realiteit te misbruiken en een verdoken talentelling uit te voeren aan de hand van de belastingbrieven. Laten we een kat echter een kat noemen: zou een verdeelsleutel 43/7/50 al niet veel dichter bij de Brusselse waarheid zitten dan 80/20 of 93/7? Ik laat het aan de lezer over te raden welke gemeenschap ongeveer 50% van de Brusselse bevolking uitmaakt, maar de Vlaamse schroom hierover laat de Franstaligen toe nog eens te proberen stevig in de Vlaamse geldbuidel te tasten. Een kleine kanttekening hierover had mijns inziens niet misstaan in de Vlaamse pers, maar hoe gebeten om te weten zij ook beweren te zijn, gebeten om te informeren zijn ze in ieder geval niet. Zij kozen liever voor het schuldig verzuim, kwestie van geen slapende honden wakker te maken.

Geen opmerkingen: