donderdag, september 16, 2010

Jan Peumans oogstte wat Béatrice Delvaux iedere dag zaait

Voorzitter van het Vlaams Parlement Jan Peumans werd zondagavond het slachtoffer van fysiek geweld bij het verlaten van een ijssalon in Wezet (Visé). In de Vlaamse media wil men daar opvallend SEREEN over doen, maar het voorval roept toch enkele vragen op. Hoe zit het bijvoorbeeld met de morele schuld van Béatrice Delvaux, die in het verleden in haar krant Le Soir oproepen tot fysiek geweld tegen de N-VA liet publiceren? En waar is het CGKR om zich «voor alle zekerheid» al burgerlijke partij te stellen in dit overduidelijke geval van racistisch geweld?

Jan Peumans werd samen met zijn vrouw achtervolgd door een «opgehitste Waal» – het zou gaan om Robert Liebens, overigens een militant van de beruchte Action Fouronnaise (AF) – toen hij zondagavond een ijssalon verliet in het Waalse Wezet. De belager schold de voorzitter van het Vlaams Parlement uit voor het vuil van de straat, en deelde uiteindelijk ook een paar rake klappen uit. Resultaat was een scheve kaak en een interne bloeding aan het hoofd, maar het had ook veel erger kunnen zijn als er niet toevallig een politiecombi voorbij reed. Opmerkelijk aan de zaak is echter dat de agenten niet bepaald vriendelijk waren voor Jan Peumans, en de zaak liever blauwblauw hadden gelaten wegens «geen tijd». Uiteindelijk werd er toch een proces verbaal opgesteld, maar daar moest Jan Peumans eerst wel lang op aandringen.

In de Vlaamse media wil men duidelijk niet al te veel woorden vuil maken aan deze zaak. Er wordt wel degelijk over bericht, maar meer dan dat is het ook niet. Stel je echter voor dat Jan Peumans' Waalse collega Emily Hoyos ergens in Vlaanderen een paar rake klappen zou krijgen, de toon zou al helemaal anders zijn. Als dan bovendien zou blijken dat toevallig voorbijrijdende agenten de zaak eigenlijk de moeite niet waard vinden om er een proces verbaal van op te stellen, zou het hek helemaal van de dam zijn. En dan hebben we het nog niet gehad over de taal waarin dat proces verbaal opgesteld zou moeten worden – faciliteitengemeente of niet.

Spijkers op laag water? We hoeven maar een jaar terug te spoelen, meer bepaald naar februari 2009, om de proef even op de som te nemen. Supporters van Genk zongen tijdens een wedstrijd tegen Tubeke «Les Wallons, c'est du caca», en meteen stond het land in rep en roer. Aan Franstalige zijde vond men dat de KBVB niet streng genoeg kon optreden tegen de Vlaamse clubs, terwijl de commentatoren aan Vlaamse zijde niet diep genoeg in het stof konden kruipen om een mea culpa uit te schreeuw. Let wel, in die voetbalstadions ging het om niet meer dan verbaal geweld, en dus niet om fysiek geweld. En er is nog altijd een wezenlijk verschil tussen iets kwetsend vinden, en letterlijk gekwetst worden.

Mogen we verder ook even herinneren aan wat nog niet zo heel lang geleden zwart op wit gedrukt stond in Le Soir, en wat die krant de bijnaam Gazette Mille Collines opleverde? Op zaterdag 22 maart 2008 bijvoorbeeld mocht Pierre Bouillon uit de doeken doen hoe hij de «regering-Leterme ¾» wou redden:
Petit a : convoquer la N-VA au port d’Ostende. Et quand on dit N-VA, c’est toute la N-VA : président, vice-présidents, secrétaire général, trésorier, sénateurs, députés, élus régionaux, élus communaux, élus provinciaux, présidents des sections locales, militants, sympathisants, électeurs. Petit b : embarquer tout ça dans un cargo et l’emmener au milieu de l’Atlantique. Petit c : couler le rafiot.
De N-VA diende klacht in wegens racisme, maar het CGKR verklaarde zich onbevoegd. Begin dit jaar was het echter weer prijs, toen de krant een foto van een massagraf afdrukte naast een vrije tribune van Jean-Paul Marthoz over de Vlaamse wooncode. Opnieuw diende de N-VA klacht in, alweer zonder resultaat. Of toch: politiek-correct Vlaanderen vond het nodig Bart de Wever door de mangel te halen.

Hoofdredactrice Béatrice Delvaux was zich hardnekkig van geen kwaad bewust, noch bij het eerste noch bij het tweede artikel. Meer zelfs, volgens haar was het tweede artikel een oproep tot meer democratie en samenhorigheid. Ze mocht daarbij haar standpunt uitgebreid verdedigen in de Nederlandstalige en in Noord-België verschijnende krant De Standaard, en krijgt daar tot op de dag van vandaag trouwens nog regelmatig ruimte om haar mening te ventileren. Het is een voorrecht waar niet iedereen van kan genieten. Mandatarissen van een bepaalde partij bijvoorbeeld moeten al minstens een aura van dissidentie binnen de partij rond zich hangen hebben om nog maar in aanmerking te kunnen komen voor één enkel opiniestuk. Die partij werd dan ook in tweede herkansing veroordeeld wegens racisme, in tegenstelling tot de in de ogen van de redactie van De Standaard eerbiedwaardige krant Le Soir.

Maar zoals de kogels in Nederland niet van rechts kwamen, of de messteken uit islamofobe hoek, zo werden ook de rake klappen zondagavond niet uitgedeeld door een extreem-rechtse Vlaming. Toen Hans van Themsche het vier jaar geleden in zijn zieke hoofd kreeg twee mensen op klaarlichte dag neer te schieten, werd onmiddellijk het concept «morele schuld» gecreëerd om te bewijzen dat het Vlaams Belang achter de moord zat. Noch het Vlaams Belang, noch het Vlaams Blok hebben ooit opgeroepen tot het gebruik van fysiek geweld tegenover buitenlanders, maar toch had de partij met haar discours een atmosfeer gecreëerd waarin de moorden mogelijk geworden waren. Of zo ging toch de redenering. Hoeveel zwaarder moet dan niet de «morele schuld» van Béatrice Delvaux en Le Soir vandaag wegen, wanneer men de gebeurtenissen van zondagavond naast de twee hierbovenvermelde artikels plaatst? Moest een idioot het ooit eens in zijn hoofd halen de hoofdredactrice van Le Soir te «komen vinden» in Dilbeek, moet men er niet aan twijfelen dat de morele schuld binnen de kortste keren in de schoenen van Bart de Wever en de N-VA zou geschoven zijn. Ook door Vlaamse commentatoren overigens.

De Waalse minister-president Rudy Demotte raakte vandaag trouwens niet veel verder dan Jan Peumans obligaat beterschap te wensen, en iets te wauwelen over «Waalse waarden», namelijk openheid en goede ontvangst. Maar wat zou hij met die «Waalse waarden» eigenlijk bedoeld hebben? Ik neem aan dat hij het eigenlijk over «Belgische» waarden had, ja toch? Of nam hij de gelegenheid te baat om de Vlamingen nog eens impliciet diets te maken dat zij die waarden van openheid en goede ontvangst niet zouden kennen? En wat te denken van de voorzitster van het Waals Parlement Emily Hoyos, die het had over de «natuurlijke gastvrijheid en vreedzaamheid van de mannen en vrouwen in Wallonië», en dat de Walen «des gens de dialogue» zouden zijn. Ik hoop maar dat ook dat niet impliciet «in tegenstelling tot» stond. Bij geen van de twee kon er trouwens een opmerking over het gedrag van die politieagenten af. Misschien waren het wel toevallig allochtone politieagenten, die ondanks alles nog niet zo goed geïntegreerd waren in de Waalse maatschappij?

Heeft iemand trouwens al een reactie van het CGKR opgevangen? Het centrum is er anders als de kippen bij om elk voorval waar van ver of dichtbij racisme bijgesleurd kan worden te veroordelen in de media, maar vandaag heb ik hen nog niet gehoord. Bij Gazet van Antwerpen luidt het nochtans dat de Waal onder meer «sale Flamand» zou geroepen hebben, wat weinig twijfels overlaat wat betreft het motief van de dader. Stel je voor dat de dader geen Waal, maar een Vlaming was geweest, het slachtoffer een Marokkaan, het voorval niet in Wezet maar in Antwerpen had plaatsgevonden, en de dader onder meer «vuile Marokkaan» of «vuile moslim» had geroepen. De vraag zou dan niet geweest zijn óf het CGKR daarover een persmededeling met veel grote letters de wereld zou insturen, maar wel hoeveel minuten, geen uren het centrum daarvoor nodig zou gehad hebben. Maar ja, het slachtoffer was maar een flamin, en Franstaligen kunnen hoe dan ook en principieel niet van racisme verdacht worden. Zelfs al zouden er ooit doden vallen, dan nog zal het CGKR nadrukkelijk de handen in onschuld blijven wassen.

Reeds 180 jaar spreken de Franstaligen Frans wanneer ze met Vlamingen aan tafel zitten, en vinden dat niet meer dan normaal. Wanneer een Bart de Wever het na meer dan zestig dagen Franstalig onderhandelen in zijn hoofd haalt eventjes Nederlands te spreken, wordt dat al opgevat als een provocatie. Aan Franstalige zijde heeft men de mond vol over het principe dat geen enkel gewest of gemeenschap mag verarmen door een herziening van de financieringswet, om vervolgens een blanco cheque van 500 miljoen euro voor Brussel te vragen, neen, te eisen. Alsof dat geen verarming voor Vlaanderen zou inhouden. Wanneer Genkse voetbalsupporters idiote slogans scanderen, staat het land in rep en roer, maar wanneer de voorzitter van het Vlaams Parlement een pak slaag krijg, probeert men aan Franstalige zijde, bewust of onbewust, de Vlamingen nog eens in te peperen dat zíj, en zij alleen, de echte racisten en agressoren in België zijn. Een mens kan zich dan alleen maar afvragen wat Bart de Wever eigenlijk bezielt om met dit soort volk nog steeds aan de onderhandelingstafel te willen blijven zitten.

Geen opmerkingen: