donderdag, oktober 21, 2010

De regering-Filip I, een familiekabinet

Op dit ogenblik circuleren er in de media enkele verhalen over een hervorming van de monarchie in België. In het bijzonder zou er een wens bestaan om te evolueren naar een meer protocollaire monarchie, om te verhinderen dat prins Filip, wanneer hij koning zal zijn, zich ooit politiek in de nesten zou werken. Die wens wordt bovendien gekoppeld aan een wens van huidig koning Albert II om op relatief korte termijn te kunnen aftreden. Uit doorgaans slecht ingelichte bronnen werd echter vernomen dat er in Laken aan een heel ander plan gewerkt wordt om het land uit de huidige politieke impasse te krijgen: een plan F met de F van familie en Filip.

Wie zijn eigenlijk de politici dat ze van prins Filip durven te stellen dat hij het niet zou kunnen? Ze leveren immers zelf elke dag het bewijs dat zij het in ieder geval niet kunnen. De politieke toestand van het land is vandaag zelfs zo ernstig, dat de koning de laatste vier maanden niet één keer de kans heeft gezien meer dan een week door te brengen op zijn buitenverblijf. De koning en zijn entourage zijn daarom tot het besluit gekomen dat het stilaan tijd wordt om het over een andere boeg te gooien. Het plan zou inhouden dat prins Filip over enkele weken al aan de macht zou kunnen komen, maar niet, zoals menigeen vermoedt, door het aftreden van koning Albert II.

Concreet zou het plan, in de omgang gewoonlijk omschreven als «plan F», eruit bestaan dat de politici nog tot 15 november, de dag van de dynastie, zouden krijgen om een oplossing voor de politieke impasse te vinden. Is er tegen dan geen oplossing, dan zou koning Albert II van zijn jaarlijkse toespraak gebruik maken om een familiekabinet aan te kondigen, met aan het hoofd ervan prins Filip. Hij zou de post van eerste minister waarnemen, en als straaljagerpiloot en ervaren helicopterbestuurder ook het departement Defensie voor zijn rekening kunnen nemen. Van geschut heeft hij wel niet zoveel verstand, maar kamervoorzitter André Flahaut zou al toegezegd hebben om hem met raad bij te staan wanneer er nog eens munitie aangekocht moet worden. Prinses Mathilde neemt Sociale Zaken en Volksgezondheid over, en toonde ook grote interesse voor Ontwikkelingssamenwerking. Tot deze morgen was zij nog in het door AIDS geteisterde Liberia, en een beter bewijs van haar engagement voor deze verantwoordelijkheden is nauwelijks denkbaar.

Het departement van Justitie zou naar prinses Astrid gaan. Als jarenlange voorzitster van het Rode Kruis heeft zij een groot gevoel voor rechtvaardigheid ontwikkeld, en is zij dus de geknipte vrouw voor de baan. Aangezien zij getrouwd is met een buitenlander, zou zij ook Buitenlandse Zaken overnemen. Dat zij naast Frans ook een paar woorden Duits en zelfs wat Engels spreekt versterkt alleen maar haar kandidatuur. Financiën zou overigens naar haar man, prins Lorenz, gaan. Zelfs Didier Reynders was het met de koning eens dat het eindelijk tijd werd voor een competent persoon op die post. De prins heeft zich ook bereid verklaard de portefeuille van Werk en Gelijke Kansen over te nemen. Hij is immers de enige in de familie die ooit nog echt gewerkt heeft, en als buitenlander is hij ervaringsdeskundige wat Gelijke Kansen betreft. Ook Migratie- en Asielbeleid zullen daarom onder zijn bevoegdheid vallen.

Het spreekt voor zich dat prins Laurent minister van Klimaat en Energie wordt. Ook Binnenlandse Zaken is voor hem, want met zijn moto kan hij zich snel en behendig in het binnenland bewegen. Als rebel van de familie is ook de post van KMO, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid een kolfje naar zijn hand. Zijn vrouw prinses Claire zou Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven overnemen – als Inge Vervotte dat kan, dan kan zij dat zeker. Dé verrassing is de post Ondernemen en Vereenvoudigen: prins Amadeo zou hiermee zijn kans krijgen te laten zien wat hij kan, en met zijn jeugdig enthousiasme is hij de geknipte man om te ondernemen, en de dingen te vereenvoudigen.

Zoals reeds geschreven is het de bedoeling dit familiekabinet aan te kondigen tijdens de traditionele toespraak aan de vooravond van de dag van de dynastie. Nadien zou de regering dan in de besloten huiskring de eed kunnen afleggen.

Uiteraard is dit plan F omstreden, en in het bijzonder Bart de Wever zou het helemaal niet genegen zijn. Kwatongen beweren dat hij precies omwille van dit plan en de deadline zijn nota geschreven heeft, in de hoop het nog te kunnen afwenden. De andere politieke partijen kijken veel positiever tegen het plan aan. De PS bijvoorbeeld had dan wel haar zinnen gezet op de post van eerste minister, maar nog belangrijker is het voor haar dat er een oplossing voor de huidige crisis komt, België één blijft, een staatshervorming voor minstens vier jaar in de koelkast wordt gestopt, en ondertussen de geldstromen van Noord naar Zuid intact blijven. Om diezelfde redenen sloten ook Ecolo en cdH zich aan bij het voorstel van koning Albert II, en zelfs MR was te vinden voor het voorstel.

Aan Vlaamse kant was er vooral bij Groen! enthousiasme voor het «plan F» van de koning. Toen partijvoorzitter Wouter van Besien het voorstelde op de partijraad, werd zelfs spontaan de Brabançonne gezongen. Bij de sp.a kwam veel kritiek uit de hoek van Frank Vandenbroucke, en de geruchten willen dat hij zou werken aan een scriptie die de nefasten effecten van een familiekabinet op de Sociale Zekerheid zou uitdiepen. In sommige formules zouden zelfs Griekse symbolen voorkomen! Open Vld zou het familiekabinet steunen omdat via prins Laurent ook de vrijzinnigheid vertegenwoordigd zou zijn in de regering. Bovendien heeft men het aan de top van de Open Vld moeilijk om erfopvolging principieel af te wijzen.

Bij CD&V was men eerder sceptisch omdat men vermoedde dat N-VA tegen zou zijn, en bovendien zelf geen ministers zou kunnen leveren. Een vurig pleidooi uit de hoek van Mark Eyskens zou echter de laatste twijfelaars er toch van overtuigd hebben toe te stemmen. Het besef dat de regering hoe dan ook al een parlementaire meerderheid – om over de populaire meerderheid nog maar te zwijgen! – achter zich zou hebben, speelde daarbij ook een rol.

Geen opmerkingen: