zondag, juni 26, 2011

Waarom niemand De Croos Coalition of the Willing wil

Alexander de Croo stelde verleden week voor dat de «hervormingsgezinde» partijen N-VA, CD&V, Open Vld en MR overleg zouden plegen, als een soort Belgische variante van de Coalition of the Willing. Zijn doel was enige vooruitgang te brengen in de federale regeringsonderhandelingen, maar het is maar de vraag of zijn voorstel veel indruk maakte. Ligt overleg tussen deze vier partijen al moeilijk, dan lijkt een federale regering bestaande uit deze vier partijen al helemaal uitgesloten.

Aan de analyse van Open Vld-voorzitter Alexander de Croo dat de federale regeringsonderhandelingen ondertussen al meer dan een jaar aanslepen omdat er een Franstalig-links front bestaat dat elke hervorming in de weg staat kan eigenlijk weinig toegevoegd worden. Dat front blokkeert niet alleen elke mogelijke institutionele hervorming, maar ook de broodnoodzakelijke hervormingen zowel op het vlak van het sociaal-economische, het juridische of de migratie. En het kan niet ontkend worden dat alleen bij de partijen die hij opsomt, aangevuld met Vlaams Belang en LDD en met een (institutionele) nuance voor de MR, bereidheid bestaat om de verschillende pijnpunten daadwerkelijk aan te pakken.

Tegelijkertijd is het voor iedereen zonneklaar dat zo'n coalitie van N-VA, CD&V, Open Vld en MR er nooit zal komen, ook al heeft ze een flinterdunne meerderheid in de Kamer. Daar bestaan verscheidene redenen voor, en het is interessant die redenen even te overlopen. Ze zijn immers vaak veelzeggend, en helpen de huidige politieke impasse mee te verklaren. Bovendien verklaren ze ook waarom de hoop op een federale regering zonder N-VA aan Franstalige en Belgische zijde wel blijft bestaan, terwijl niemand een voorstel tot een regering zonder de PS – nochtans de échte prop in het systeem – serieus wil overwegen.

Laten we misschien beginnen bij Alexander de Croos eigen partij, de Open Vld. Want stel dat er morgen, op magische wijze, een regeringsakkoord op tafel zou verschijnen dat de partijprogramma's van de N-VA, CD&V, Open Vld en MR op voldoende wijze zou verzoenen, zou de Open Vld dan werkelijk als één man bereid zijn om in zo'n federale regering te stappen? Het valt natuurlijk niet uit te sluiten dat een partijcongres haar fiat zou geven voor zo'n deelname, maar zonder slag of stoot zal dat waarschijnlijk niet mogelijk zijn. Het is immers duidelijk dat een aantal kopstukken in de partij – Guy Verhofstadt, Karel de Gucht en Patrick Dewael om ze niet te noemen – zich veel liever als voetveeg van de PS laten gebruiken dan in een regering met de N-VA te stappen die grote delen van haar partijprogramma zou kunnen uitvoeren.

Voor wie het zich niet meer herinnert: het was dit trio dat in 1999 paars-groen op de rails zette om «eindelijk» de toenmalige CVP van de macht te kunnen verdrijven. Het was dit trio dat vervolgens wel graag een deal met de toenmalige PSC afsloot om nog wat extra Vlaams geld naar het Franstalig onderwijs te sluizen, zodat de Franstaligen enkele jaren laten hun rol van demandeurs de rien konden opnemen. En het was ook dit trio dat de kiesdrempel invoerde, in de hoop de N-VA vroegtijdig dood te kunnen knijpen. Wie vandaag met de vinger wijst naar Yves Leterme als vader van het beruchte Vlaams Kartel dat Bart de Wever en de N-VA de noodzakelijke legitimiteit verschafte om uit te kunnen groeien tot de grootste partij van Vlaanderen, kent zijn geschiedenis niet. Zonder het verraad van de PSC, zonder de kiesdrempel, en zonder de financiering van het Franstalige onderwijs waardoor de Franstaligen demandeurs de rien konden worden zou de N-VA vandaag nooit een derde van de Vlaamse kiezers achter zich hebben kunnen scharen.

Ook bij de CD&V zou zo'n coalitie behoorlijk moeilijk liggen. Dat wat ooit doorging voor de Franstalige zusterpartij van de Vlaamse christen-democraten, de cdH, afwezig zou zijn in zo'n coalitie is daarbij slechts van ondergeschikt belang. Sedert Joëlle Milquet de partij omvormde tot een «humaan-democratische» partij die zich vooral gedraagt als een onderafdeling van de PS is er van nauwe banden tussen de twee nauwelijks nog sprake. Erger is misschien dat zo'n coalitie aan Franstalige zijde geen meerderheid zou hebben, en voor zo'n avontuur lijkt de CD&V mij nog niet klaar. Het is immers één zaak zelf in de federale regering te blijven zitten zonder een meerderheid aan Vlaamse zijde, maar een federale regering zonder meerderheid aan Franstalige zijde, dat is natuurlijk nog een ander pak mouwen. Wanneer de Vlaamse onderdanen op zulke grove wijze bij de bok gezet worden, levert dat natuurlijk wel enig mondeling protest op, maar uiteindelijk toch ook niet veel meer dan dat. Met de Franstalige burgers daarentegen haal je best zo geen toeren uit, tenzij je bereid bent het spel hard te spelen. Lees: de splitsing van België te riskeren. En men kan de Vlaamse christen-democraten veel verwijten, maar niet dat zij het spel ooit hard hebben durven spelen – of zullen spelen – tegenover de Franstaligen.

Dat laatste is overigens geen verwijt dat de CD&V alleen treft. Het was tenslotte toch de N-VA die zich in 2008 terugtrok uit de federale regering, en daarmee ook de Vlaamse regering, maar in 2009 wel bereid was om opnieuw tot de Vlaamse regering toe te treden. Netto resultaat voor de CD&V? Dat zij over de hele regeerperiode misschien een minister extra mocht benoemen in de federale regering, en dat was het dan. Als de partij vandaag niet van plan is zonder de N-VA in een nieuwe federale regering te stappen, of misschien correcter gezegd, dat standpunt blijft volhouden tot het in het «belang van het land en de bevolking» een ander standpunt inneemt, dan is dat niet omdat die partij de rechtstreekse reactie van de N-VA vreest. Het enige wat de partij doet aarzelen om opnieuw elke vorm van democratische welvoeglijkheid te overtreden is de mogelijke reactie van de kiezer bij de volgende verkiezingen. En dat dan nog in de eerste plaats omdat een verlies aan kiezers ook een verlies aan mandaten en inkomsten inhoudt. De mogelijkheid om aan de macht te blijven deelnemen, zeg maar de postjes, zal immers op zich ongeschonden blijven zolang men maar bereid blijft zich te onderwerpen aan de Franstaligen. Eens men bereid is een meerderheid aan Vlaamse zijde te laten varen, is uiteindelijk alles mogelijk.

De partij die misschien nog de beste redenen heeft om weigerachtig te staan tegenover een Coalition of the Willing, is de MR. Op het sociaal-economische vlak zijn er misschien wel veel raakpunten met de Vlaamse partijen, maar men kan zich anderzijds niet opwerpen als de kampioenen van de Franstaligheid en vervolgens als enige Franstalige partij in een federale regering stappen met nog niet een kwart van de Franstalige stemmen. De kans is trouwens reëel dat de «beweging» MR zelf niet eens ongeschonden uit zo'n regeringsdeelname zou terugkomen. FDF-voorzitter Olivier Maingain heeft immers een bloedhekel, op het ziekelijke af, aan de N-VA en Bart de Wever, en liet dat de afgelopen week ook goed merken. Met de recente uitbouw van FDF-afdelingen in Wallonië is een splitsing trouwens snel doorgevoerd, eventueel zelfs al vóór een regeringsdeelname van de MR.

Belangrijker nog is misschien dat de Franstalige media geen spaander heel zouden laten van de MR als ze het inderdaad zou aandurven toe te treden tot zo'n federale regering. (Kan men het zich aan Vlaamse zijde voorstellen?) En men kan speculeren wat het effect daarvan zou zijn op de Franstalige kiezer, maar uiteindelijk zou het wel eens kunnen dat dat niet eens relevant zou zijn. Het lijdt immers geen twijfel dat noch PS, noch cdH, noch Ecolo zoiets zomaar zouden laten gebeuren, en binnen de kortste keren voor voldongen feiten zouden zorgen via hun Fédération Wallonie-Bruxelles. (En opnieuw: kan men het zich aan Vlaamse zijde voorstellen?) En je zal dan maar de Franstalige partij zijn die toch nog geprobeerd heeft te collaboreren met de Vlamingen op het ogenblik dat de anderen de Belgische constructie finaal onderuit halen.

Dat laatste is ook de reden waarom er voor zo'n coalitie nooit een formateur aangesteld zal worden, laat staan dat ze de eed zou mogen afleggen bij de koning. Koning Albert II heeft het laatste jaar overtuigend bewezen dat hij weet met wie hij wel en met wie hij niet rekening hoeft te houden – en houdt. De PS behoort tot de eerste categorie, de N-VA tot de tweede. En men kan het de koning ook niet kwalijk nemen dat hij niet zomaar bereid is zijn eigen job op het spel te zetten. Waarom zou hij dat immers moeten doen? In de naam van de democratie? Alsof de Belgische monarchie, en trouwens België zelf ook, niet precies de negatie van de democratie zouden zijn.

zaterdag, juni 11, 2011

Twee peilingen die mekaar relativeren

Gisteren werden de resultaten van twee nieuwe peilingen bekend gemaakt. In de namiddag publiceerden De Standaard en de VRT de resultaten van hun peiling, om enkele uren later gevolgd te worden door La Libre Belgique. Voor sommige partijen bevestigden de twee peilingen mekaar, zoals bijvoorbeeld voor de N-VA, terwijl ze voor andere partijen duidelijk in tegenspraak waren. Het gevolg liet zich dan ook raden: sommige commentatoren, en niet in het minst sp.a-voorzitster Caroline Gennez, werden grondig in hun blootje gezet.

Maandag is het precies een jaar geleden sedert voor het laatst naar de stembus trokken, en het liet zich dan ook raden dat de twee belangrijkste peilers van dit land die verjaardag wouden vieren met een nieuwe peiling. Het enige min of meer verrassende daaraan was misschien dat La Libre Belgique al op vrijdagavond de resultaten van haar peiling bekend maakte. Traditioneel maken De Standaard en de VRT de resultaten van hun peilingen 's vrijdag bekend, zodat zij een heel week-end lang het politieke nieuws kunnen overheersen. La Libre Belgique kiest er gewoonlijk voor de resultaten pas 's zondags bekend te maken, waardoor zij het begin van de werkweek kunnen domineren. Pinksteren doorkruiste ongetwijfeld de plannen van La Libre Belgique, waardoor de publicatie deze keer op vrijdag gebeurde.

Wat leren deze peilingen ons? Aan Vlaamse zijde werd vooral ingezoomd op het resultaat van de N-VA, dat sterk blijft scoren. De partij is ongeveer twee keer zo groot als haar eerste achtervolger, de CD&V, en krijgt de steun van meer dan een derde van de Vlamingen. Vergeleken met haar uitslag voor de Kamer is er een duidelijke vooruitgang, met een winst van maar liefst zeven procent volgens La Libre Belgique. Vergeleken met de resultaten voor de Senaat is de winst minder uitgesproken, maar nog steeds duidelijk een winst.

Deze winst staat eigenlijk in schril contrast met de wind die door de meeste media in Vlaanderen waait. Daar wijst men immers graag met de vinger naar de N-VA als de schuldige voor de huidige politieke impasse. De gretigheid waarmee men N-VA-lid Vic van Aelst aanvalt en blijft aanvallen valt op, en staat niet in verhouding tot de behandeling die bijvoorbeeld sp.a-brombeer Louis Tobback te beurt valt, zoals Peter de Roover eerder deze week ook terecht opmerkte in De Morgen. Het moet echter zijn dat de gemene Vlaming zich daar niet veel van aantrekt, en de partij van Bart de Wever blijft steunen in haar (relatieve) onverzettelijkheid.

Even opvallend is hoe de media zich vervolgens openbaar het hoofd breken om die sterkte van de N-VA te kunnen verklaren, als ging het over onkruid waarvan men dacht dat men het nu toch echt onder controle had gekregen. De troost die men even kon halen uit het «wetenschappelijke» onderzoek dat moest aantonen dat de N-VA-kiezer echt niet wakker lag van het communautaire was slechts van de korte duur. Voor wanneer een onderzoek dat nagaat of echt wel alle kiezers van Groen! tegen kernenergie zijn? En bij de sp.a zit men zelfs geplaagd met voormannen die het partijprogramma niet helemaal willen volgen!

De verklaring voor de goede score van N-VA is echter eenvoudig – misschien iets te eenvoudig voor onze hoogopgeleide journalisten die van alle markten thuis. Zolang de impasse blijft duren, met aan Vlaamse zijde alle aandacht op de N-VA gericht, tot zelfs op de hoogdag van een andere partij toe, zonder ook al te veel flaters van de zijde van de N-VA, hoeft het niet te verbazen dat nogal wat Vlamingen spontaan aan de N-VA denken als hen gevraagd wordt voor welke partij zij vandaag zouden stemmen. Voeg daar nog bij dat de N-VA voorlopig nog steeds van twee walletjes tegelijk kan eten, omdat ze met één been in de regering zit en compromissen zoekt en aanreikt, terwijl ze het andere stijf in de oppositie houdt. Net zoals de kat van Schrödinger, zowel springlevend als morsdood zolang de doos maar niet geopend wordt, zal pas blijken hoeveel aanhang die partij werkelijk nog heeft, wanneer ze de ultieme keuze moet maken, of de ultieme keuze in haar plaats genomen zal worden: een nieuwe regering met of zonder de N-VA, of eventueel verkiezingen. In het ene geval zouden een aantal kiezers terug kunnen vloeien naar het Vlaams Belang, in het andere naar CD&V en Open Vld.

Hoe zit het met de andere partijen? De CD&V blijft zweven rond het resultaat van verleden jaar. Voor de drie achtervolgers sp.a, Open Vld en Vlaams Belang is de tendens lichtjes negatief, maar voor geen één van de partijen is er een echt significant verschil. De enige die zich op negatieve wijze liet opmerken, was sp.a-voorzitster Caroline Gennez, die, zoals we reeds opmerkten, grondig in haar blootje werd gezet. Zoals Carl Devos het deze morgen ook opmerkte in zijn opiniestuk: de opdeling van partijen die zij in een reactie op de peiling van De Standaard en de VRT maakte, slaat werkelijk nergens op. Haar partij staat immers wiskundig gezien dichter bij de Open Vld dan bij CD&V, maar toch meende zij een gat van maar liefst vijf procent te kunnen zien tussen haar partij (rond de vijftien procent) en die van Alexander de Croo (rond de tien procent). Om het compleet te maken volgden enkele uren later dan de resultaten van de peiling van La Libre Belgique, die haar partij zelfs nipt áchter de Open Vld plaatste. Caroline Gennez is politiek nooit een groot licht geweest, maar wiskundig en statistisch doet zij vooral aan een groot zwart gat denken.

Het was trouwens niet de enige flater van Caroline Gennez. Zo zag zij een verdere versnippering van het Vlaamse partijlandschap, en dat op een ogenblik dat één partij een recordscore haalt, en een andere – de LDD – virtueel uit het terrein verdwijnt. In mijn woordenboek is dat eerder een consolidatie dan een versnippering, maar het valt natuurlijk niet uit te sluiten dat de blik van de sp.a-voorzitster enigszins vertroebeld wordt door de recente afscheuring van Rood!. En de positieve tendens van Groen!, al was dat laatste ook al maar in één van de twee peilingen. Wie echter de sp.a-voorzitster zoveel klinkklare nonsens hoort uitbraken op zo korte tijd, kan zich afvragen wat haar mening dan wel waard zou zijn over, ik zeg maar wat, de financieringswet, de indexatie, de pensioenleeftijd, of wat dan ook waar getalletjes met meer dan één cijfertje aan te pas komen.

De eerlijkheid gebiedt ons wel te vermelden dat Caroline Gennez de enige niet was die gisterenavond flaterde. De VRT pakte immers uit met de titel «N-VA geniet meer steun dan ooit in VRT-peiling», terwijl journalist Ivan de Vadder een gelijkaardige opmerking maakte op Twitter. Nochtans scoorde de partij zes maanden geleden even hoog, of voor wie er de details wil bijhalen, zelfs 0,1% hoger dan vandaag. Wie de grafiek van de VRT vergelijkt met het artikel van De Standaard zes maanden geleden, zal onmiddellijk dat ene, kleine verschilletje opmerken… Correctie: Het was De Standaard die er zes maanden geleden in slaagde de resultaten van haar eigen peiling fout weer te geven.

Het is echter goed even stil te staan bij de resultaten van de Open Vld. Wie de resultaten van deze twee peilingen vergelijkt met de resultaten van drie maanden geleden, ziet hoe de partij haasje-over speelt met zichzelf, zowel in de tijd als tussen de twee peilers door. Qua relativering van de waarde van beide peilingen kan dit wel tellen. Misschien kan Caroline Gennez er ook lering uit trekken dat het gevaarlijk is al te straffe uitspraken te doen over de resultaten van één enkele peiling.

Ook over de uitslag van Groen! kunnen enkele interessante opmerkingen gemaakt worden. In de ene peiling zet de partij een topscore neer, terwijl de andere haar opnieuw richting de kiesdrempel stuurt. De vraag is dan ook: waait er ook door Vlaanderen een groen briesje dankzij Fukushima, want van een superwinst is er voorlopig nog geen sprake? Of blijft de partij niet meer dan een drukkingsgroep aan de linkerzijde, met een harde maar stabiele kern van kiezers?

Ondergetekende voerde voor beide peilingen een simulatie voor de zetelverdeling in het Vlaams Parlement uit. (Waarom doen de peilers dat nooit zelf?) Echt veel verschillen de resultaten niet van mekaar, maar de peiling van La Libre Belgique levert misschien wel het interessantste resultaat op. Volgens die simulatie hebben nu niet alleen N-VA en CD&V en N-VA en sp.a virtueel een meerderheid in het Vlaams Parlement, maar ook N-VA en Open Vld. Bovendien komen N-VA en Vlaams Belang maar een zetel te kort om net de helft van de zeteltjes te kunnen bezetten. De dominantie van de N-VA in Vlaanderen wordt hiermee duidelijk geïllustreerd. Merk trouwens ook op dat LDD volledig uit het Vlaams Parlement zou verdwijnen, en dus ook in West-Vlaanderen geen zetel meer zou halen.

Over naar de Franstalige partijen, waar veel aandacht ging naar het resultaat van de PS. Die partij herstelt zich lichtjes vergeleken met de vorige peiling van La Libre Belgique, maar vergeleken met de vorige verkiezingen is er alleen maar sprake van een status quo. Het is daarmee duidelijk Elio di Rupo minder kan profiteren van de politieke stilstand dan zijn tegenhanger Bart de Wever. Benieuwd of dit ook gevolgen zal hebben voor de regeringsonderhandelingen.

Grote concurrent MR gaat in deze peiling lichtjes achteruit, zowel tegenover de vorige peiling als de vorige verkiezingen. Van enig Charles Michel-effect is er voorlopig dan ook geen sprake. De cdH herstelt zich tegenover de vorige peiling, maar blijft onder haar resultaat van verleden jaar, terwijl Ecolo nagenoeg status quo blijft.

Bij het resultaat van het Front National stonden we verleden keer al even stil, en de partij bevestigt haar uitslag van verleden keer. Het meest merkwaardige is misschien nog wel dat hierover in de media nog steeds geen woord te lezen viel – zelfs nog geen verontruste echo.

Bijlage: Overzicht van alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 en Wallonië sedert 2006 (PDF).