dinsdag, november 27, 2012

Het plafond voor de N-VA

Zondagavond werden de resultaten bekendgemaakt van een nieuwe peiling van Le Soir. Opvallend: sommige partijen wijken in deze peiling tot acht procent af van hun recente resultaat bij de provincieraadsverkiezingen. En al even opvallend: op basis van een teruggang van zegge en schrijve een tiende van een procent besluit De Morgen dat de N-VA aan haar plafond zit.

«Regeringspartijen winnen lichtjes, N-VA zit aan plafond», zo kopt De Morgen. Het is natuurlijk maar hoe je het bekijkt, en waar je de uitslag van deze peiling mee vergelijkt. Tegenover de vorige peiling, uitgevoerd op 9 september ll. gaan de drie federale regeringspartijen er inderdaad op vooruit, maar alleen voor Open Vld kan men die vooruitgang met een beetje goede wil bijna significant gaan noemen. Vergeleken met de federale verkiezingen van 2010 gaan de federale regeringspartijen er echter op achteruit, maar opnieuw met dezelfde opmerking dat alleen voor Open Vld die achteruitgang significant genoemd kan worden. Maar met de provincieraadsverkiezingen van verleden maand lijken de resultaten van deze peiling amper overeen te komen. Voor CD&V bedraagt de afwijking bijna vijf procent, en voor N-VA zelfs acht.

Over de N-VA gesproken, die Vlaamse regeringspartij –in de ogen van kwaliteitskrant De Morgen blijkbaar geen échte regeringspartij– blijft status quo tegenover de vorige peiling, met als onmiddellijk besluit dat die partij dus wel aan haar plafond zal zitten. Zou het kunnen dat de wens de vader van de gedachte is? Laten we het maar zeggen zoals het is: als De Morgen de N-VA al een plafond zou willen gunnen, dan hoogstens eentje rond de 4,99%, net onder de kiesdrempel. Voor die kwaliteitskrant heeft de nationalistische onzin immers nu al lang genoeg geduurd, en wordt het stilaan tijd dat de Vlaamse, pardon, Noord-Belgische kiezer stilaan terugkeert naar de Belgische systeempartijen.

Dat neemt niet weg dat de N-VA de laatste maanden in de peilingen wel degelijk stagneert, maar de basis voor die observatie is iets groter dan de schamele achteruitgang van de N-VA van de ene peiling naar de andere. Anderzijds blijft de N-VA in de peilingen meer dan dubbel zo groot als de eerste volger, CD&V. Bovendien lijkt alvast deze peiling zich niet veel aan te trekken van de resultaten van de provincieraadsverkiezingen van een maand geleden, toen de N-VA nog afklokte onder de dertig procent. In dat verband dringt trouwens de vraag zich op of de resultaten van deze peiling herwogen werden naar die verkiezingen. De stelling dat bijna een kwart van de N-VA kiezers in oktober nog voor een andere partij koos zou ik toch op z'n minst gewaagd durven noemen. En tegelijkertijd sensationeel nieuws, zeker op een ogenblik dat heel België zich het hoofd breekt over hoe de N-VA-vloedgolf ingedamd kan worden. Als die stelling toch niet zou kloppen, dan ben ik toch eerder geneigd de provincieraadsverkiezingen te geloven dan de peilingen.

Hoewel we dus enkele vragen hebben bij de resultaten van deze peiling, hebben we toch een simulatie gemaakt voor de zetelverdeling voor het Vlaams Parlement. Dat levert opnieuw een zwaar overwicht op voor de N-VA met maar liefst vijftig zetels. De drie federale regeringspartijen CD&V, Open Vld en sp.a komen samen slechts aan 55 zetels, acht te weinig voor een meerderheid. Samen met Groen komen ze uit op 64 zetels, een toch wel krappe meerderheid verdeeld over vier partijen, maar misschien kan zo'n regering op cruciale ogenblikken ook rekenen op de gunst van de U.F.-zetel? De zogenaamde V-meerderheid van N-VA en Vlaams Belang bedraagt in ieder geval slechts 59 zetels, of vier te weinig voor een meerderheid.

Opmerkelijk is wel dat in de simulatie die de krant Le Soir zelf maakte voor de federale Kamer, de PVDA één zetel toegewezen krijgt net als hun Franstalige tegenhanger PTB. Het is echter onduidelijk hoe die simulatie uitgevoerd werd, en in welke kieskring de PVDA die zetel zou behalen. In onze simulatie, een extrapolatie vanuit de recente provincieraadsverkiezingen, haalt de categorie «Anderen» (dus niet alleen de PVDA maar ook alle andere kleine partijtjes) nergens de kiesdrempel, ook in de kieskring Antwerpen niet.

Kijken we tot slot nog eens naar de toestand ten zuiden van de taalgrens. Daar blijkt de PS te stagneren, maar dat wel na een achteruitgang sedert de laatste federale verkiezingen. De MR lijkt in de peilingen uit het dal gekropen te zijn, maar bevindt zich nu toch nog steeds maar op het niveau van 2010. Veel reden tot euforie is er bij de Franstalige liberalen dus nog niet. CdH en Ecolo liggen min of meer status quo, met een lichtjes negatieve tendens de laatste maanden. Op dit ogenblik behoudt cdH een kleine voorsprong op Ecolo, maar over meer dan één à twee procent gaat het niet. Verderop volgen dan nog een hele reeks kleinere partijtjes, zowel links als rechts, waaronder dus ook de reeds vermelde PTB.

Bijlage: Overzicht van alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 en Wallonië sedert 2006 (PDF).