maandag, april 08, 2013

Pleiten Tobback en De Grauwe voor oneindige staatsgarantie?

Enkele dagen geleden stelde eurocommissaris Olli Rehn in een interview met de Finse openbare omroep Yle voor dat ook grote spaarders voortaan een deel van hun geld zouden verliezen wanneer een bank in de problemen raakt. Met andere woorden: het «unieke» Cyprus zal voortaan als voorbeeld dienen voor andere probleembanken en -landen. Hoewel het voorstel niet meer dan de logica zelve is en bovendien een noodzakelijke voorwaarde om tot een gezonde banksector te komen, werd het onmiddellijk afgekraakt door sp.a-voorzitter Bruno Tobback en «econoom» Paul de Grauwe.

Wat heeft eurocommissaris Olli Rehn precies voorgesteld? Wanneer een bank in de problemen raakt, zouden voortaan, zoals bij elke andere onderneming, eerst de aandeelhouders aangesproken worden, en vervolgens al degenen die onbeschermde beleggingen en spaartegoeden bij de banken hebben uitstaan. Dat betekent dus dat als een bank over kop gaat, in de eerste plaats de aandeelhouders riskeren hun geld te verliezen, en als zij het verlies niet helemaal kunnen dekken, vervolgens ook de spaarders. Hij stelt wel uitdrukkelijk dat de staatsgarantie van 100.000 euro zou blijven gelden, en inderdaad, zijn voorstel is eigenlijk niet meer dan een gevolg van die staatsgarantie. Immers, als de staatsgarantie geldt tot 100.000 euro, dan moet daar ook uit volgen dat die staatsgarantie voor bedragen boven de 100.000 euro niet geldt, of toch niet volledig.

Zowel sp.a-voorzitter Bruno Tobback als «econoom» Paul de Grauwe waren er als de kippen bij om dit voorstel af te kraken, en bestempelden het als gevaarlijk en dom. Het zal de lezer waarschijnlijk niet verbazen dat ik eerder de reactie en het gedrag van Bruno Tobback en Paul de Grauwe als gevaarlijk en dom zou willen omschrijven. Want de consequentie van hun pleidooi, namelijk dat de spaarders nooit aangesproken zouden mogen worden, is niets anders dan dat de staatsgarantie tot in het oneindige door zou moeten lopen. Een staat heeft daardoor geen enkele bescherming meer tegenover spaarders, waardoor het failliet van een bank veel sneller zal leiden tot het failliet van een staat. Bovendien zorgt zulke oneindige staatsgarantie voor een moral hazard, want het moedigt spaarders ertoe aan hun geld bij roekeloze banken te plaatsen.

Een voorbeeld van dit effect zou nochtans nog redelijk vers het geheugen van Bruno Tobback en Paul de Grauwe moeten liggen. Of zouden zij werkelijk al vergeten zijn hoe IJslandse banken niet zo heel lang geleden de markten binnendrongen met lage tarieven en hoge renten, om vervolgens bij de eerste de beste tegenslag volledig over kop te gaan? Degenen die eerst tegenover hun buren en in hun familie snoefden hoe slim ze toch niet waren om hun geld bij zo'n goedkope IJslandse bank te plaatsen, waren meteen ook de eersten die hard riepen hoe vreselijk het wel niet was dat hun geld plots geblokkeerd stond. Tja. Dat er niet zoiets bestaat als een gratis lunch, en dat een hoger rendement gewoonlijk ook een hoger risico inhoudt was een les die ze toen pas geleerd hebben. Wanneer ik echter Bruno Tobback op de radio hoor verklaren dat het toch niet de taak van de spaarder kan zijn om na te gaan of zijn bank wel solide genoeg is, is mijn conclusie dat hij die les blijkbaar nog steeds niet geleerd heeft.

Het effect van zo'n oneindige staatsgarantie is immers dat spaarders bij zulke roekeloze banken eerst een lager tarief betalen, vervolgens systematisch hogere renten opstrijken, en dan wanneer het fout gaat de rekening doorschuiven naar de voorzichtige spaarder/belastingbetaler die zo idioot was zijn geld bij een «dure» bank te plaatsen. Of hoe Bruno Tobback en Paul de Grauwe de voorzichtige spaarder/belastingbetaler twee keer willen laten betalen. Wie genoeg verdient om belastingen te betalen maar niet genoeg om elke maand wat geld opzij te zetten is trouwens helemaal de klos.

Meer zelfs, als sp.a-coryfee Johan vande Lanotte zich de laatste tijd op één vlak geprofileerd heeft, dan wel dat van de shoppende verbruiker. Onder meer met een spaarsimulator, die de spaarders precies van conservatieve naar roekeloze banken drijft. Of moeten we nu echt denken dat die spaarsimulator in september 2008 de verbruiker voor de problemen bij Icesave zou gewaarschuwd hebben, dan wel hem er precies in groten getale heen zou gestuurd hebben? (A propos, geen enkele kwaliteitsjournalist die ook maar één kritische vraag plaatste bij die spaarsimulator van de leerling-tovenaar uit Oostende, maar misschien hadden die het al moeilijk genoeg met het procentrekenen dat al snel om de hoek komt kijken als we het over spaartegoeden en renten hebben…)

Er is nochtans één puntje waarop Bruno Tobback wel een klein beetje gelijk heeft, namelijk dat 100.000 euro niet bepaald een fenomenaal groot bedrag is. En je bank zal maar net failliet gaan de dag voor je een huis koopt. Het zou dan ook best kunnen dat de staatsgarantie iets hoger mag, al stellen we dan ook weer vragen bij het bedrag van 500.000 euro dat hij op de radio vermeldde – en dan nog als een bedrag dat toch ook nog zeker gedekt diende te worden door de staat. Blijkbaar verdient het niet slecht om voorzitter van de sp.a te mogen spelen. Bovendien stel ik me de vraag wie vandaag de dag nog 100.000 euro op zijn spaarrekening heeft staan, zonder enige andere vorm van belegging. Mag ik er enig darwinisme in zien als iemand op die manier bijna zijn hele fortuin verliest?

Overigens stel ik mij bij het gedrag van Bruno Tobback verder weinig vragen. De man is socialist, en wat mij betreft volstaat dat al ruimschoots als brevet van onkunde in de economie. Bovendien is een discours waarbij de staat maar garant moet staan voor al het spaargeld lekker gemakkelijk (populistisch?), ook al gaat het regelrecht in tegen de belangen van de kleine spaarder die moet gaan werken voor zijn kostje, en dus ook belastingen moet betalen. Dat segment van de bevolking dus waar men ooit de kernkiezers van de SP aantrof, vóór het vervangen werd door de combinatie loftsocialisten en allochtonen.

Wat me wel verbaast is de reactie van Paul de Grauwe, die toch beter zou moeten weten. Hij wordt nog steeds omschreven als «econoom», maar het is maar de vraag hoe lang dat nog ethisch verantwoord kan worden. De man heeft niet alleen een cursus basiseconomie gekregen, hij heeft ze zelfs zélf gehouden. (Onder meer aan ondergetekende, die overigens niet bepaald zwaar onder de indruk was van de manier waarop hij aan studenten burgerlijk ingenieurs het begrip «afgeleide» trachtte bij te brengen, en dat nota bene vlak na een uurtje differentiaalvergelijkingen.) Heeft de man last van vroegtijdige dementie, en wordt het stilaan tijd dat enkele heren in witte jassen zijn bovenkamer eens grondig komen nakijken? Of is hij gewoonweg onlangs opgekocht door de PS, zoals men ook zou kunnen vermoeden wanneer men zijn waarschuwingen tegen besparingen leest? Het begint in ieder geval erg op te vallen dat over zo ongeveer elk economisch vraagstuk zijn betoog naadloos gelijkloopt met de agenda van de sp.a en de PS. Het meest problematisch daarbij is vooral dat sp.a en PS vervolgens Paul de Grauwe gebruiken als gezagsargument, want zelfs «liberale economen» geven hen zogezegd gelijk. En op enige nuance daarover hoeft men dan uiteraard niet te rekenen in onze kwaliteitsmedia.

Geen opmerkingen: