zondag, mei 26, 2013

«Peilingen hebben nooit voorspellende waarde»

«Peilingen hebben nooit voorspellende waarde», zo verkondigde VRT-journalist Ivan de Vadder nog eens voor alle zekerheid verleden week op Twitter. Het is waarschijnlijk daarom dat niet alleen De StandaardVRT maar ook La Libre Belgique 24 mei uitkozen om nog eens de resultaten van een peiling te publiceren, precies één jaar en één dag voor de volgende Europese verkiezingen.

Het begint stilaan een gewoonte te worden dat aan Vlaamse zijde vooral ingezoomd wordt op het resultaat van de N-VA. Dat heeft natuurlijk zijn verklaring: de partij domineert op dit ogenblik het politieke landschap. Naargelang de eigen politieke voorkeur hoopt/vreest men dan ook in 2014 een verderzetting van de gele vloedgolf van 2010 in Vlaanderen.

Wat die vloedgolf betreft lijkt het erop dat de N-VA-motor op dit ogenblik een beetje sputtert, of toch in de peilingen. De partij blijft afgetekend de grootste –ongeveer tweemaal zo groot als eerste achtervolger CD&V– maar de neergang tegenover eerdere peilingen valt niet meer te ontkennen. Partijvoorzitter Bart de Wever heeft dan ook gelijk dat de resultaten van deze peilingen de partij eindelijk terug met de voeten op de grond zet, want we herinneren ons nog de beruchte veertig procent van Geert Bourgeois. Maar we kunnen anderzijds een vergelijking met LDD moeilijk van ons afslaan. Die partij piekte ook in de peilingen tussen twee verkiezingen door, om vervolgens in mekaar te zakken en vandaag op sterven na dood verklaard te zijn. De komende maanden is het voor de partij dan ook van cruciaal belang te stabiliseren op een voldoende hoog niveau. Anders dreigt het gevaar de stempel van verliezer opgedrukt te krijgen, en dat is zelden een goed uitgangspunt om de verkiezingen tegemoet te gaan.

Doen de concurrenten het dan zoveel beter? Bij CD&V vindt men van zichzelf dat men goed bezig is dankzij Operatie Innesto. Het is echter twijfelachtig of die operatie ook echt aanslaat bij het bredere publiek. Neem nu het beruchte voorstel over de inkorting van de zomervakantie: die ging eerst gereduceerd worden van negen naar zes weken, maar anderzijds gecompenseerd door meer vakantiedagen tijdens het schooljaar, om uiteindelijk misschien alleen maar te gelden voor de lagere school. We willen niet zeggen dat men hier vliegen probeert te vangen met azijn, maar met wat flauw suikerwater dat dan nog eens homeopathisch verdund werd zal men er niet geraken. De partij blijft dan ook hangen op haar resultaat van 2010, rond de 16%. Dat is een pak onder het resultaat van de provincieraadsverkiezingen van verleden jaar, een resultaat waar ze zelf zo graag naar verwijst om haar «heropstanding» te bewijzen.

Ook bij de sp.a loopt het niet lekker. De partij blijft op een historisch laag resultaat, wat dus een verdere verzwakking ten opzichte van 2010 inhoudt. De nieuwe beginselverklaring, nochtans in de media druk besproken (en bewierookt), helpt daar ook al niet veel. Of is het misschien net dat: druk besproken in de media, maar voor de modale Vlaming eigenlijk niet eens half relevant? En het is maar de vraag of bijvoorbeeld de hardnekkige verdediging van de garantie van spaarboekjes boven de 100.000 euro door partijvoorzitter Bruno Tobback al veel relevanter is voor diezelfde modale Vlaming…

Nog een partij op de sukkel: de Open Vld, al veert de partij deze keer gemiddeld gezien een beetje op tegenover de desastreuze resultaten van pakweg een jaar geleden. Maar de partij blijft flirten met de psychologische drempel van de tien procent, en vooral: de partij eindigde ex æquo met Vlaams Belang bij La Libre Belgique en virtueel ex æquo bij De StandaardVRT. Je vraagt je af hoe partijvoorzitster Gwendolyn Rutten vervolgens zo zelfzeker kan komen verklaren dat de Vlaming duidelijk nog niet met de verkiezingen bezig is, terwijl haar resultaat aantoont dat zij eigenlijk geen flauw vermoeden heeft van wat er zich werkelijk in het hoofd van diezelfde Vlaming afspeelt. Ik voorzie hoe dan ook niet veel verbetering voor de Open Vld zolang Gwendolyn Rutten daar de dienst blijft uitmaken.

Ook Vlaams Belang blijft zwalpen rond of nu net boven de tien procent. Net zoals Open Vld is de partij bezig aan een voorzichtige remonte. De partij kan zich vooral optrekken aan de 12,9% bij La Libre Belgique, het beste resultaat in meer dan twee jaar en zelfs een lichte verbetering tegenover 2010. Maar ook bij het Vlaams Belang maakt één goede peiling de heropstanding nog niet, net zoals één zwaluw de lente niet maakt.

Bij Groen werd enthousiast gereageerd op het resultaat in de peiling van De StandaardVRT: 9,5% en dus virtueel op dezelfde hoogte als Open Vld en Vlaams Belang. Dat was echter vóór La Libre Belgique haar resultaten publiceerde en de partij met 6,5% opnieuw richting kiesdrempel duwde. Of zou men eigenlijk wel Franstalige kranten lezen bij het belgicistische Groen? Op zondag had men het op de ledendag in Kessel-Lo immers nog steeds over «schitterende peilingen». Ik vraag me trouwens af hoeveel mensen het verhaaltje van partijvoorzitter Wouter van Besien geloven dat de gure lente een gevolg zou zijn van de globale opwarming. Amper vijf jaar geleden klonk het nog dat diezelfde globale opwarming de oorzaak was van terrasjesweer in februari.

LDD zou op sterven na dood zijn. Of misschien toch niet. De ene peiling geeft de partij nog slechts een halve procent, de andere 3,3%. PVDA zou dan weer springlevend zijn, hoewel ze toch ook niet meer dan 2,5% haalt. Het is me dan ook niet helemaal duidelijk wat precies de journalistieke criteria zijn om een partij steendood of springlevend te verklaren. Vlaams Belang wordt trouwens ook al jarenlang zo goed als dood verklaard, ook al haalt de partij nog steeds een hogere score dan het «frisse» Groen. Ik zou onze kwaliteitsjournalisten er echter niet van willen verdenken dat ze hun persoonlijk partijpolitieke voorkeuren en afkeren hierbij een rol laten spelen.

Kijken we eens naar de zetelverdelingen op basis van deze twee peilingen, en dan misschien in het bijzonder naar de vraag of er in 2014 een regering zónder de N-VA gevormd zal kunnen worden. Uit beide peilingen blijkt dan dat er van een V-meerderheid voorlopig geen sprake meer is, maar een Vlaamse regering zonder de N-VA blijft toch erg krap. Het is dan ook helemaal niet zeker of de discussie of men eerst een federale dan wel een regionale regering dient te vormen eigenlijk wel zo relevant is. Relevanter is de vraag hoe ver de anti-V-partijen het willen drijven met hun collaboratie aan een Franstalige regering, en of ze daarbij desnoods zelfs bereid zijn op cruciale ogenblikken te rekenen op gedoogsteun van de UF in het Vlaamse Parlement. Eén ding is wel zeker: noch de federale noch de regionale regeringsvorming kondigt zich op dit ogenblik aan als een lachertje. Was ik koning Albert II, ik gaf er voor alle zekerheid nog liever vandaag dan morgen de brui aan, met als motto après nous, le déluge.

Aan Franstalige kant was er nogal wat te doen rond het slechte resultaat van de PS. Met «amper» 28,6% van de kiesintenties –zou de sp.a niet tekenen voor zo'n resultaat?– zakt de partij onder de psychologische drempel van de dertig procent. We moeten al terug naar 2009 voor zo'n slecht resultaat in de peilingen, en de partij zit daarmee terug aan het niveau van de verkiezingen van 2007. Grote concurrent MR doet het ondertussen met 24,0% niet zo heel goed, maar komt door de achteruitgang van de PS natuurlijk wel stilaan in de buurt.

Zoals reeds hier en daar opgemerkt kan de achteruitgang van de PS slecht nieuws betekenen voor de Vlaamse partijen in de federale regering. Terwijl de pijlen voor de PS in negatieve richting gaan, staan ze voor Ecolo, en verderop ook een aantal klein-linkse partijen, in positieve richting. PTB blijft globaal dan wel onder de kiesdrempel zitten, dat ze in één of andere kieskring toch boven die kiesdrempel zou raken en daardoor in het parlement zou geraken is geen onwaarschijnlijk scenario. Ik wens in dat geval Open Vld en CD&V veel goede moed toe in een rood-oranje-blauw-groene regering–Di Rupo II met amper een paar zetels op overschot in het Vlaams Parlement. Maar zoals Ivan de Vadder terecht opmerkte, «peilingen hebben nooit voorspellende waarde»…

Bijlage: Overzicht van alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 en Wallonië sedert 2006 (PDF).

Geen opmerkingen: